Veel technische uitvindingen (bv. stoommachine) → mechanisatie van arbeid → fabrieken
Industriële revolutie
Begonnen in Engeland
Liberalisme
Zoveel mogelijk vrijheid voor het individu, was de voornaamste politieke stroming
Geen arbeidswetgeving, arbeidsomstandigheden waren verschrikkelijk (gevaarlijk, vies, lange dagen (7 dagen per week), weinig loon)
Meer arbeiders dan werk → werkloosheid → staken was zinloos
Kinderarbeid: veel kinderen moesten werken, dus die gingen niet naar school
Historische context
Industrialisatie
Belangrijke literaire stromingen
Romantiek (1820 – 1840)
Realisme (1840 – 1880)
Naturalisme (1880 – 1900)
Verlichting
Nadruk erg op het verstand (ratio)
Resultaat: enigszins sombere, pessimistische kijk op het leven
Romantiek
Gevoel (i.p.v. verstand)<|>Verbeelding (i.p.v. objectief en rationeel)<|>Leven in onvrede met de werkelijkheid (idealisme -> Sehnsucht -> Weltschmerz -> melancholie)
Door de nuchterheid van de Nederlanders is de Romantiek in Nederland nooit echt geland
Uitzonderingen
Multatuli
Piet Paaltjens
Realisme
Een zo echt mogelijk beeld (objectief) van de wereld en werkelijkheid
Kenmerken van Realisme
Dagelijkse bezigheden van midden- en arbeidersklasse vormen het onderwerp
Alledaags taalgebruik (roman)
Objectief
Geen kunstgrepen toegepast (zo realistisch mogelijk)
Veel details (realisme-effect)
Naturalisme
Ook beschrijvend en objectief, maar daarnaast verklarend
Determinisme
Het lot ligt vast door drie factoren (geen vrije wil): erfelijke aanleg (ras), leefomstandigheden/opvoeding (milieu), tijd waarin men leefde (moment)
Kenmerken van Naturalisme
Omstandigheden zijn sterker dan de mens (alles overkomt het hoofdpersonage): determinisme
Een nagelaten bekentenis
Alwetende verteller verdwijnt – neutrale tekst
Taalgebruik: veel dialogen en bijzonder veel bijvoeglijke naamwoorden (realisme-effect)
Taboedoorbrekende onderwerpen
Hoofdpersoon heeft een nerveus gestel (vaak jonge vrouw)
Naturalistische werken
Eline Vere (Couperus)
Van de koele meren des doods (Van Eeden)
Noodlot, De stille kracht (Couperus)
Tachtigers
Vernieuwing/tegencultuur (tegen o.a. domineedichters)<|>L'art pour l'art: kunst om de kunst (geen burgerlijkheid en moraliteit)<|>Dichter: gevoelsmens<|>Poëzie is de 'allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie'<|>Nieuw soort taalgebruik: woordkunst (neologismen, beeldspraak etc.)<|>Tijdschrift: De Nieuwe Gids
Max Havelaar of De koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij (1860) is geschreven door Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker; Latijn voor 'ik heb veel gedragen')
Eduard Douwes Dekker was Hollands bestuurder in Indië, die de uitbuiting van de Javaanse bevolking (misstanden van het koloniale systeem) aan de kaak stelde
Buitenliterair doel
Actie!
Max Havelaar
Ingewikkelde roman met wisselend perspectief, nieuw en bijzonder in die tijd
Het boek werd een enorm succes, maar heeft destijds nauwelijks iets veranderd aan de misstanden in Indië
Kenmerken van Max Havelaar
Romantiek: idealisme (grote idealen), verzet tegen maatschappelijk onrecht, romantische hoofdpersoon (emotioneel, vol verbeeldingskracht en een dromer), afwijkende vorm
Realisme: beschrijving van de werkelijk bestaande misstanden in Nederlands-Indië
In de 19e eeuw zijn er allerlei genres in de poëzie, waaronder moralistische poëzie (1820-1880), Tachtigers-poëzie (vanaf 1880) en humoristische poëzie
Moralistische poëzie
Huiselijke, vaderlandslievende, vrome, godsdienstige poëzie, toegankelijk in thematiek, taal en vorm, met als doel de burgerij een moraal voorhouden waarbij God, vaderland en gezin het belangrijkste waren
Bekende vertegenwoordigers van moralistische poëzie
Hendrik Tollens en Nicolaas Beets
Gedicht 'Tromf' van Hendrik Tollens
Op het gebied van de poëzie ontstaat in 1885 een nieuwe beweging: de Tachtigers
L'art pour l'art: kunst om de kunst (geen burgerlijkheid en moraliteit)
Dichter: gevoelsmens
Poëzie is de 'allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie'
Nieuw soort taalgebruik: woordkunst (neologismen, beeldspraak etc.)
Tijdschrift: De Nieuwe Gids
Bekende Tachtigers: Willem Kloos (sonnetten), Frederik van Eeden (De kleine Johannes), Herman Gorter (Mei, Verzen)
Humoristische poëzie
Humor in de letterkunde is enorm geliefd
Komt zowel van de hand van romantische als realistische auteurs
Romantiek: vrijheidszucht en de aandacht voor het irrationele (gevoelens) drijft auteurs naar overdrijvingen en abnormaliteiten
Realisme: beschrijven van belachelijke situaties in het alledaagse leven
Belangrijke vertegenwoordigers: Gerrit van der Linde (De Schoolmeester), François HaverSchmidt (Piet Paaltjens)
Piet Paaltjens
Pseudoniem van François HaverSchmidt<|>Melancholische dominee die uiteindelijk zelfmoord pleegde<|>Hij kon alleen met het leven omgaan door in zijn gedichten te doen of hij een ander was<|>Eigen gevoelens verwoorden en bespotten<|>Zijn poëzie is enigszins verwarrend: gaat het werkelijk over diep lijden of drijft het de spot met de overgevoeligheid van de romantiek
Dichtbundel Snikken en grimlachjes (1867) - Humoristische poëzie
Lees mee op p. 159 van je boek - 'Aan Rika'
Huiswerk: aanvulling poëziedossier
Louis Couperus Literatuurgeschiedenis 19e eeuw Vwo 5 Maart 2024
Vrije wil
Volgens Schopenhauer bestaat de vrije wil niet: 'Een mens kan doen wat hij wil, maar hij kan niet willen wat hij wil.'