afweer

Cards (1)

  • Antigeen = vreemde stof die immuunrepons opwekt
     Antilichaam = eiwit dat antigenen herkent en bevindt
    Calor = warmte
    Dolor = pijn
    Fagocyte = cel die pathogenen opeet
    Functio laesa = verstoorde functie
    Granulocyte = type witte bloedcel met korrels
    Leukocyte = wittee bloedcel
    Lymfe = vloeistof in lymfestelsel
    Lymfocyte = type witte bloedcel in immuunsysteem
    Macrofaag = grote fagocyte, eet pathogenen
    Monocyte = type witte bloedcel, voorloper van macrofaag
    Rubor = roodheid
    Tumor = zwelling