werkzitting vragen LP1

• Welke van onderstaande beweringenzijn JUIST?

  1. De positief geladen elektronen worden aangetrokken door de negatief geladen cathode
  2. Productie van elektronen gebeurtdoor thermionische emissie
  3. De positief geladen elektronen worden aangetrokken door de negatief geladen cathode
  4. Elektronen worden versneld door een elektrische spanning

  A: 2 en 4
• Welk van de volgende beweringen is juistbetreffende Röntgenstralen

  1. Haaruitval is een deterministisch effect van straling
  2. Kanker is een stochastisch effect van straling
  3. Röntgenstralen veroorzaken directe DNAschade door vorming van vrije radicalenen indirecte DNA schade door DNA dubbelstreng breuken
  4. Röntgenstralen werden ontdekt door Wilhelm Röntgen in 1795

  A: 1 en 2
• Betreffende de verschillende beeldvormingstechnieken, welke van onderstaande beweringen is JUIST?

  1. CT maakt gebruik van Röntgenstralen
  2. MRI maakt gebruik van elektronen die zich bewegen in een magnetisch veld
  3. Echografie maakt gebruik van geluidsgolven
  4. Fluoroscopie gebruikt röntgenstralen en laat toe bewegende beelden te maken

  A: 1, 3 en 4
• A: D

  
• A: B

  
• A: A

  
• Welke structuren zijn hoog van SI op T1?

  1. Bot
  2. Bloed
  3. Jodium
  4. Melanine

  A: 2 en 4
• A: C

  
• Betreffende contrastproducten, welke van volgende stellingen zijn JUIST?

  1. Op MRI gebruikt men gadoliniumhoudende contrastproducten
  2. Bariumsulfaat is een contrastmiddel dat men peroraal kan gebruiken voor RX-beeldvorming
  3. Niet ionische laag osmolaire jodiumcontrast gebruikt men intraveneus voor CT
  4. Sommige contrastproducten kan men ook intravesicaal ofrectaal gebruiken

  A: alle 4
• Welke van de volgende stellingen is JUIST?

  1. Als er geen patiënt gescand wordt, is het steeds veilig om in de MRI-ruimte binnen te gaan
  2. Als er geen patiënt gescand wordt, is het steeds veilig om in de CT-ruimte binnen te gaan
  3. Bepalen van de nierfunctie is noodzakelijk voor elk MRI-onderzoek
  4. Jodiumhoudende contrastproducten kunnen bij patiënten met nierinsufficiëntie nefrogene systemische fibrose veroorzaken

  A: 2
• Welke van de volgende stellingen is JUIST betreffende reacties op contrast

  1. Contrast allergische reacties zijn belangrijker bij patiënten met nierinsufficiëntie
  2. Fysiologische reacties op contrast kunnen levensbedreigend zijn
  3. Metaalsmaak in de mond is een voorbeeld van een fysiologische reactie
  4. Zwelling van het gelaat is een voorbeeld van een fysiologische reactie

  A: 3
• Welke van onderstaande beweringen is/zijn JUIST?

  1. Een voordeel van klassieke röntgenfoto’s is dat ze aan het bed van de patiënt genomen kunnen worden
  2. Echografie laat dynamische beeldvorming toe zonder gebruik van röntgenstraling
  3. CT laat toe een grote anatomische regio van de patiënt te scannen
  4. MRI heeft een hoge contrastresolutie

  A: alle 4