LP2: inleiding in de anatomische terminologie

Cards (12)

  • De anatomische positie;
    o   Rechtop
    o   Tenen naar voren
    o   Handpalmen naar voren gericht (supinatie)
    o   Mond gesloten
    o   Ogen open
    o   Neutrale gelaatsuitdrukking
  • A= superior
    B = inferior
    C = proximaal
    D = distaal
    E = mediaal
    F = lateraal
    G= ventraal of anterior
    H = dorsaal of posterior
    I = craniaal
    J = caudaal
  • transversaal
  • sagittaal
  • dorsaal
  • rood = flexie
    blauw = extensie
  • rood = abductie
    blauw = adductie
    geel = exorotatie
    groen = endorotatie
  • circumductie
  • rood = pronatie
    blauw = supinatie
  • het woord anatomie komt van:
    o ana = open
    o tome = snijden
  • de grondlegger van de moderne anatomie is Andreas Vesalius (1514-1564)
  • topografische anatomie is regios van het lichaam afzonderlijk gebestudeerd ( bv thorax, abdomen )
    systemische anatomie is een lichaamssyteem dat in zijn geheel apart wordt bestudeerd ( bv cardiovasculair systeem)