LP4: inleiding tot het zenuwstelsel

Subdecks (1)

Cards (21)

  • benoem
    A) dendriet
    B) synaps
    C) myeline schede
    D) nucleus
    E) axon
    F) cellichaam
    G) richting impuls
  • benoem de onderdelen van het zenuwstelsel
    A) centraal
    B) hersenen
    C) ruggenmerg
    D) perifeer
    E) autonome
    F) somatisch
    G) sympatische
    H) parasympatische
    I) enterische
  • bij een reflex is er geen geleiding door de interneuronen
  • post ganglionaire vezels zijn niet gemyeliniseerd
  • sympatische ZS voor fight or flight
    parasympatische ZS voor rest or digest
  • benoem waar in het ruggenmerg de parasympatische en de sympatische zenuwen uit komen
    A) 3
    B) 7
    C) 9
    D) 10
    E) S2 tot S4
    F) T1 tot L2
  • ramus communicans
    lateraal -> albus
    mediaal -> griseus
  • over rami communicans
    A) post ganglionaire
    B) elk
    C) ongemyeliniseerde
    D) preganglionaire
    E) T en L2
    F) gemyeliniseerde