LP11: abdomen

• benoem

  A) rechter boven quadrant

  B) linker boven quadrant

  C) rechter onder quadrant

  D) linker onder quadrant

  
• paravertebrale spieren

  o m. quadratus lumbus

  o m. psoas

  o m. iliacus
• laterale schuine buikspieren

  o m. obliquus abdominis externus

  o m. obliquus abdominis internus

  o m. transversus abdominis
• verticale buikspieren

  o m. rectus abdominis

  o m. pyramidalis
• benoem

  A) vena cava inferior

  B) centrum tendineum

  C) oesophagus

  D) nervi vagi

  E) crus sinister

  F) crux dexter

  G) aorta

  H) ductus thoraticus

  
• benoem het gebied: diafragma

  A) pars tendinea

  
• sectie van nervus phrenicus resulteert in een hoogstand van de diafragma koepel ( parese )
• benoem

  A) linea alba

  B) musculus obliquus abdominis externus

  C) ligamentum inguinale

  D) spina iliaca anterior

  
• benoem

  A) linea alba

  B) rectus abdominis

  C) musculus obliquus externus

  D) musculus oliquus internis

  E) musculus transversus abdominis

  F) fascia transversalis

  G) peritoneum parietale

  
• benoem

  A) linea arcuata

  
• benoem

  A) obliquus abdominis externus

  B) obliquus abdominis internus

  C) transversalis abdominis

  D) peritoneum parietale

  E) peritoneum viscerale

  
• benoem

  A) rectus abdominis

  
• benoem

  A) epigastrica superior

  B) epigastrica inferior

  
• de arteria epigastrica superior is een zijtak van de arteria thoratica interna

  de arteria epigastrica inferior is een zijtak va de arteria iliaca externa
• benoem

  A) parietal

  B) extraperitoneaal

  C) transversalis

  D) transversus abdominis

  E) obliquus abdominis interna

  F) obliquus abdominis externa

  G) processus vaginalis

  H) gubernaculum

  I) testis

  J) ductus deferens

  
• benoem

  A) annulus inguinalis profundus

  B) annulus inguinalis profundus

  
• Inhoudt lieskanaal

  vrouw

  o ligamentum rotundum = gubernaculumrest

  o nervus ilioinguinalis

  man

  o ductus spermaticus

  o arteria en vena testicularis

  o nervus ilioinguinalis
• vezels van de m. obliquus abdominis internus lopen mee met de ductus spermaticus, dit heet dan de musculus cremaster
• liesbreuk

  -> lateraal van arteria epigastrica --> indirect

  -> mediaal van arteria epigastrica --> direct
• benoem

  A) ductus deferens

  B) epigastrische

  C) testiculaire

  D) directe liesbreuk

  
• benoem

  A) fore

  B) mid

  C) hind

  D) truncus coeliacus

  E) mesenterica superior

  F) mesenterica inferior

  
• vena mesenterica superior , vena mesenterica inferior en vena lienalis vormen samen de vena porta
• arteria hiernaar: arteria mesenterica superior

  vena hiervan: vena mesenterica superior naar vena porta

  
• benoem

  A) maas

  B) duodenum

  C) superior

  D) milt

  E) lever

  F) galblaas

  G) jejunum

  H) ileum

  I) ceacum

  J) transversum

  K) sigmoideum

  L) fundus

  M) corpus

  N) ovaria

  O) tubae uterinae

  
• benoem

  A) nieren

  B) bijnieren

  C) duodenum

  D) descendens

  E) horizontalis

  F) pancreas

  G) ascendens

  H) descendens

  I) rectum

  J) postraat

  K) cervix

  L) vagina

  
• benoem

  A) diafragma

  B) lever

  C) omentum minus

  D) maag

  E) mesocolon transversus

  F) colon transversus

  G) greater sac

  H) omentum majus

  I) jejunum

  J) bursa omentalis

  K) pancreas

  L) duodenum

  M) mesenterica

  
• de bursa omentalis en greater sac zijn met elkaar in verbinden via het foramen / hiatus van winslow
• in het ligamentum hepatoduodenale liggen

  o ductus choledochus

  o arteria hepatica propria

  o vena porta
• het omentum majus bestaat uit 4 lagen

  o 2 anterior

  o 2 posterior
• benoem

  A) lever

  B) omentum majus

  C) maag

  D) colon transversum

  
• doorgesneden = ligamentum gastrocolicum

  A) maag

  B) colon transversum

  
• benoem

  A) ligamentum van treitz

  
• douglas ruimte

  vrouw

  o tussen rectum en baarmoeder

  man

  o tussen rectum en blaas
• benoem

  A) sub diafragmatische ruimte

  B) subhepatische ruimte

  C) douglas holte

  
• benoem

  A) cardia

  B) His

  C) fundus

  D) corpus

  E) pylorica

  F) minor

  G) major

  
• welke structuur wordt aangeduid met de roze pijl?

  maag

  
• de drie zijtakken van de trucus coeliacus zijn?

  o arteria gastrica sinistra

  o arteria liealis

  o arteria hepatica communis
• de nervus vagus sinistra stopt bij de maag
• het doorsnijden van de nervus vagus heeft als vervolg:

  o verminderde maagzuursecretie

  o spasme van de pyloorspier
• duodenum 1

  o bulbus

  o intra peritoneaal

  o fixatie aan ligamentum hepatoduodenale

  o anterieur van vena porta, galweg en vena cava inferior