Bovenste lidmaat

• dit zijn belangrijke structuren van de scapula

  A) acromion

  B) processus coracoideus

  C) cavitas glenoidalis

  D) tuberculus supraglenoidale

  E) tuberculus infraglenoidale

  
• dit is de:

  A) tuberculus conoideum

  
• dit zijn de:

  A) collum anatomicum

  B) collum chirurgicum

  C) tuberculus minus

  D) tuberculus maius

  
• dit is een voorbeeld van een patient met een antero-inferior schouderluxatie

  
• deze ligamenten heten:

  A) ligamentum acromioclaviculaire

  B) ligamentum coracoclaviculaire

  C) ligamentum conoideus

  D) ligamentum trapezioideus

  
• deze structuren heten:

  A) tuberositas ulnae

  B) tuberositas radii

  
• deze botjes heten:

  A) scafoideum

  B) lunatum

  C) triquetrum

  D) pisiforme

  E) hamatum

  F) capitatum

  G) trapezoideum

  H) trapezium

  
• dit zijn de:

  A) biceps brachii caput longum pees

  B) musculus infraspinatus

  C) musculus subscapularis

  D) biceps brachii caput brevis

  E) musculus coracobrachialis

  
• dit zijn de:

  A) arterie circumflexi humeri posterior

  B) nervus axillaris

  C) triceps brachii caput longum

  D) musculus supraspinata

  E) musculus infraspinata

  F) musculus subscapularis

  
• dit zijn de:

  A) musculus subscapularis

  B) musculus infraspinata

  C) musculus latissimus dorsi

  D) musculus serratus anterior

  
• dit zijn de:

  A) biceps brachii

  B) arterie brachalis

  C) nervus medianus

  D) nervus ulnaris

  E) nervus radialis

  
• dit zijn de:

  A) musculus brachialis

  B) musculus extensor carpi radialis

  C) musculus pronator teres

  D) musculus extensor carpi ulnaris

  E) musculus anconeus

  F) musculus extensor digitorum

  
• dit zijn de:

  A) nervus ulnaris

  B) nervus medianus

  C) extensor pollicis longus

  D) extensor carpi radialis longus en brevis

  
• dit is de:

  A) nervus medianus