bloed, plasma, serum en bloedcellen

• samenstelling bloed

  • rode bloedcellen
  • bloedplaatjes
  • witte bloedcellen
• in serum zitten geen stollingseiwitten
• rode bloed cellen hebben een biconcave vorm

  
• te weinig rode bloedcellen = anemie

  te veel rode bloedcellen = polycythemie
• reticulocyten zijn jonge rode bloedcellen

  te laag -> beenmerg probleem

  te hoog -> compensatie
• immunocyten

  • b - lymfocyten
  • t - lymfocyten
  • NK cellen
• fagocyten

  • granulocyten: neutrofielen - eosinofielen - basofielen
  • monocyten
  • dendritische cellen
• neutrofielen belangrijke rol tegen bacterien en gisten / schimmels
• neutrofiele granulocyt

  
• staafkernige granulocyt ( voorloper, kan wijzen op neutropenie )

  
• eosinofielen granulocyt

  
• basinofiele granulocyt

  IgE kan hieraan binden en zorgt voor voor de vrijgeving van de granules, deze zijn gevuld met histamine

  
• monocyt

  
• dit is een dendritische cel

  A) MHC

  B) t

  
• immunocyten

  o T en B lymfocyten

  
• t cellen zorgen voor cellulaire immuniteit
• b cellen zorgen voor humorale immuniteit

  vorming van antistoffen
• NK cel

  
• benoem

  A) ADCC

  
• te weinig witte bloedcellen = leukopenie

  te veel witte bloedcellen = leukocytose
• rode bloedcellen en bloedplaatjes hebben geen kern
• te weinig bloedplaatjes = thrombocytopenie

  te veel bloedplaatjes = thrombocytose
• levensduur van cellen

  o rode bloedcel ~ 120 dagen

  o witte bloedcel ~ fagocyten 24 uur, lymfocyten aantal weken

  o bloedplaatjes ~ 1 week
• lymfocyten zijn de enige cellen die nog kunnen delen
• bloedcellen worden aangemaakt in

  o beenmerg

  o extra medullaire hematopoise ( milt en lever ) in pathologische toestand

  o proliferatie van lymfocyten in lymfoide organen ( thymus , lymfeklieren, milt en beenmerg)