Biologie

Cards (319)

  • Het DNA bevat de erfelijke informatie.
  • Net zoals woorden zijn opgebouwd uit letters, is het DNA opgebouwd uit nucleotiden.
  • De volgorde van de nucleotiden geeft betekenis aan het DNA.
  • Om een zin te vormen hebben we meerdere woorden nodig.
  • Het kernmembraan is opgebouwd uit twee me m- branen die nodig zijn voor het transport tussen kern en cytosol.
  • De buitenste kernmembraan is een voortzetting van het RER (ruw endoplasmatisch reticulum).
  • De ruimte tussen het buitenste en het binnenste kernmembraan loopt verder in het lumen van dit ER.
  • De poriën ontstaan op plaatsen waar er contact is tussen de buitenste en de binnenste membran.
  • De chromatinedraden liggen in het kernplasma of nucleoplasma en bevaten voornamelijk eiwitten en desoxyribonucleïnezuren (DNA).
  • De lengte van de chromatinedraden varieert tussen de 0,25 en 2 mm.
  • De kernhistonen (H2A, H2B, H3 en H4) vormen samen groepjes van acht (octo meren) en de DNA-streng is vervolgens ge draaid rond het octomeer.
  • De nucleosoom is de basisstructuur van een chromatinedraad en doet de chromatinedraad eruit als een paar snoer.
  • De H1-histonen zorgen voor een betere opvouwing van de chromatinedraad.
  • Prokaryote cellen en eukaryote cellen verschillen van elkaar in de organisatie van hun erfelijken materiaal.
  • Bij een proef neemt men een eicel van schaap 1 en verwijdert er de kern uit.
  • De codering van de coderende streng wordt uitgeleid door mRNA.
  • De mRNA keten heeft een specifieke codering, die wordt gelezen door de ribosomen.
  • De polypeptide wordt gevormd door de eiwitsynthese, waarbij een tRNA codon met het mRNA co-don paart.
  • De nucleotide volgorde van een bepaald DNA codon is GTA.
  • Een mRNA molecuul ontstaat via transcriptie van dat DNA codon.
  • Bij de eiwitsynthese paart een tRNA codon met het mRNA co-don.
  • De nucleotide volgorde van dit tRNA anticodon is GUA.
  • In een dubbelstreng DNA molecuul kan de paring van een mRNA codon met een tRNA anticodon optreden.
  • During transcription (converting DNA into RNA), the nucleotide GAT is paired to the nucleotide CUA.
  • During translation (converting RNA into protein), the nucleotide GAT is paired to the nucleotide CUA.
  • In a cell, the nucleotide GAT is paired to the nucleotide CUA during transcription or translation.
  • The tRNA molecule has a specific amino acid bound to it.
  • There are different enzymes involved in the process of protein synthesis.
  • tRNA molecules are also referred to as 'the translators'.
  • Er zijn verschillende soorten chromosomemutaties: deletie, duplicatie, insertie, inversie en translocatie.
  • Alle cellen in een organisme hebben evenveel chromosomen, dat aantal is constant en meestal is het aantal chromosomen even.
  • De twee chromosomen die gelijk zijn noemt men homoloog.
  • Een cel met een dubbele set chromosomen noemt men diploïd en wordt voorgesteld door 2n.
  • In sommige cellen is het chromosomaantal niet diploïd, een cel die van elk chromosomenpaar maar één heeft noemt men haploïd en wordt voorgesteld door n.
  • Tijdens de celdeling zijn de chromosomen goed zichtbaar, een afbeelding van een karyogram heet karyotype.
  • Bij een man zijn er 22 paar chromosomen die 2 aan 2 gelijk zijn, deze zijn de autosomen of de soort-chromosomen.
  • De heterosomen of de geslachtschromosomen zijn de twee chromosomen die niet gelijk van vorm, niet homoloog zijn.
  • Bij de vrouw zijn de heterosomen wel homoloog, het zijn twee X-chromosomen.
  • Elk chromosoom kan meerdere keren voorkomen, spreekt men van polyploïdie.
  • Modern hexaploïd tarwe gebruikt men voor de bereiding van brood en pasta.