Net zoals woorden zijn opgebouwd uit letters, is het DNA opgebouwd uit nucleotiden.
De volgorde van de nucleotiden geeft betekenis aan het DNA.
Om een zin te vormen hebben we meerdere woorden nodig.
Het kernmembraan is opgebouwd uit twee me m- branen die nodig zijn voor het transport tussen kern en cytosol.
De buitenste kernmembraan is een voortzetting van het RER (ruw endoplasmatisch reticulum).
De ruimte tussen het buitenste en het binnenste kernmembraan loopt verder in het lumen van dit ER.
De poriën ontstaan op plaatsen waar er contact is tussen de buitenste en de binnenste membran.
De chromatinedraden liggen in het kernplasma of nucleoplasma en bevaten voornamelijk eiwitten en desoxyribonucleïnezuren (DNA).
De lengte van de chromatinedraden varieert tussen de 0,25 en 2 mm.
De kernhistonen (H2A, H2B, H3 en H4) vormen samen groepjes van acht (octo meren) en de DNA-streng is vervolgens ge draaid rond het octomeer.
De nucleosoom is de basisstructuur van een chromatinedraad en doet de chromatinedraad eruit als een paar snoer.
De H1-histonen zorgen voor een betere opvouwing van de chromatinedraad.
Prokaryote cellen en eukaryote cellen verschillen van elkaar in de organisatie van hun erfelijken materiaal.
Bij een proef neemt men een eicel van schaap 1 en verwijdert er de kern uit.
De codering van de coderende streng wordt uitgeleid door mRNA.
De mRNA keten heeft een specifieke codering, die wordt gelezen door de ribosomen.
De polypeptide wordt gevormd door de eiwitsynthese, waarbij een tRNA codon met het mRNA co-don paart.
De nucleotide volgorde van een bepaald DNA codon is GTA.
Een mRNA molecuul ontstaat via transcriptie van dat DNA codon.
Bij de eiwitsynthese paart een tRNA codon met het mRNAco-don.
De nucleotide volgorde van dit tRNA anticodon is GUA.
In een dubbelstreng DNA molecuul kan de paring van een mRNA codon met een tRNA anticodon optreden.
During transcription (converting DNA into RNA), the nucleotide GAT is paired to the nucleotide CUA.
During translation (converting RNA into protein), the nucleotide GAT is paired to the nucleotide CUA.
In a cell, the nucleotide GAT is paired to the nucleotide CUA during transcription or translation.
The tRNA molecule has a specific amino acid bound to it.
There are different enzymes involved in the process of protein synthesis.
tRNA molecules are also referred to as 'the translators'.
Er zijn verschillende soorten chromosomemutaties: deletie, duplicatie, insertie, inversie en translocatie.
Alle cellen in een organisme hebben evenveel chromosomen, dat aantal is constant en meestal is het aantal chromosomen even.
De twee chromosomen die gelijk zijn noemt men homoloog.
Een cel met een dubbele set chromosomen noemt men diploïd en wordt voorgesteld door 2n.
In sommige cellen is het chromosomaantal niet diploïd, een cel die van elk chromosomenpaar maar één heeft noemt men haploïd en wordt voorgesteld door n.
Tijdens de celdeling zijn de chromosomen goed zichtbaar, een afbeelding van een karyogram heet karyotype.
Bij een man zijn er 22 paar chromosomen die 2 aan 2 gelijk zijn, deze zijn de autosomen of de soort-chromosomen.
De heterosomen of de geslachtschromosomen zijn de twee chromosomen die niet gelijk van vorm, niet homoloog zijn.
Bij de vrouw zijn de heterosomen wel homoloog, het zijn twee X-chromosomen.
Elk chromosoom kan meerdere keren voorkomen, spreekt men van polyploïdie.
Modern hexaploïd tarwe gebruikt men voor de bereiding van brood en pasta.