PP HC 2

Cards (22)

  • slaapstoornissen
    • primair: geen sprake van lichamelijk of psychisch probleem dat slaapprobleem veroorzaakt
    • secundair: wel sprake
    • comorbide
  • functies slaap
    • rust
    • herstel
    • groei
    • geheugenprocessen
    • wisselwerking tussen slaap en waken, verstoring heeft negatieve effecten
  • kenmerken slaap
    • gereguleerd door gedragsmatige en biologische factoren
    • meerdere fasen, vele functies
    • verandert met leeftijd
  • prevalentie slaapstoornissen
    chronisch slaaptekort
    • 12,4% risico
    • 14,4% klinisch
  • chronisch slaaptekort comorbide problemen
    • jongens: 4,8%
    • meisjes: 9,8
    • 5 tot 10% met depressie of angst
  • gevolgen slaapstoornissen kinderen
    relaties met
    • gedrags problemen
    • leer problemen
    • emotionele problemen
    • slechtere schoolprestaties
    • somatische klachten
    • lange termijn problemen? (diabetes)
  • insomnia disorder
    Dyssomnieën (problemen timing, kwaliteit of hoeveelheid slaap)
    • hypersomnolence disorder (excessief slapen)
    • narcolepsy
    • breathing-related sleep disorders (apnea)
  • circadian rhythm sleep-wake disorders
    parasomnieën (ongewenste gedragingen tijdens het slapen)
    • rapid eye movement (e.g. sleep walking, pavor nocturnus) arousal disorder
    (e.g. sleepwalking, pavor nocturnus)
    • Nightmare disorder
    • Rapid eye movement (REM) sleep behavior disorder
    • Restless legs syndrome
    • Substance/medication induced sleep disorder
  • stoornis vs probleem
    chroniciteit: langer dan ... of meerdere keren per week veroorzaakt problemen in functioneren.
  • parasomnie
    abnormale verschijnselen tijdens het slapen
    • slaapwandelen
    • hoofdbonken
    • tandenknarsen
    • partial arousel: kind blijft in wakker worden steken
    • pavor nocturnus: overgang van diepe naar lichte slaap, kind moeilijk wekken
    • nachtmerries
  • slaap apneu
    • prevalentie 2%
    • slaapontregeling door verstoring ademhaling tijdens slaap (niet door andere somatische aandoening)
    • obstructional: door problemen met luchtwegen, verminderde zuurstof
    • central: problemen met hersenkernen die tijdens slaap reguleren
    • behandeling: cpap, tonsilectomie, afvallen
  • insomnia stoornis
    A ontevreden kwaliteit of kwantiteit slaap en 1 of meer symptomen:
    • moeite inslapen
    • moeite doorslapen
    • vroeg wakker, niet verder slapen
    B lijdensdruk
    C 3x per week
    D >3 maanden
    E voldoende gelegenheid om te slapen
    F Niet op andere manier verklaarbaar
    G niet door medicatie
    H niet door psychische stoornissen
  • insomnia in jonge kinderen
    vanaf 6 maanden
    • gedragsmatige insomnia
    • weerstand of weigering bedtijd
    • verlaten SOL (tijd die het kost om te gaan slapen)
    • Lange nachtelijke perioden wakker die ouderlijke interventie vereisen
    subtypes
    • sleep onset association: alleen moeite inslapen en associatie in slaap vallen met bepaalde omstandigheden (plaats, aanwezigheid persoon, activiteit
    • limit-setting: kind vertraagt bedtijd, ouder moeite met grenzen
    • combined type: kind heeft bepaalde omstandigheden nodig om in te slapen en ouder heeft moeite met grenzen
  • insomnia bij adolescenten

    12-19 jaar
    • vooral probleem met in slaap vallen
    • behandeling: CGT for insomnia
    • prevalentie: 5%
  • circadiane ritmiek slaapstoornis
    dspd/ crsd
    mismatch slaap waak ritme uit omgeving - endogene circadiane ritmiek
    • dspd: uitgesteldslaapfase type. interne circadiane pacemaker verlaat
    • komt vaak voor in pubertijd: verandering circadiane ritmes, week weekend verschillen, lijkt op insomnie
    • behandeling: bright light therapie, melatonine, CGT, slaaphygiene (De omstandigheden en gedrag voor het slapen)
    • prevalentie 7%
  • Ontwikkeling van zindelijkheid
    Zindelijk
    • Onderbroek, aandrang aangeven of naar toilet gaan
    Start van zindelijkheidstraining
    • Potje aanbieden en zindelijkheids aspecten bespreken
    Start intensieve zindelijkheidstraining
    • vragen aan kind om toilet meer dan drie keer per dag te gebruiken

    baby's en peuters (0-2)
    • reflexfase: geen controle

    peuters en kleuters (2-5)
    • bewustwordingsfase: aandrang herkennen
    • beheersingsfase: leren uitstellen en ophouden
  • rijpingssignalen
    • kenbaar maken
    • Zelf doen en trots zijn
    • kleding zelf aan en uit doen
  • enuresis
    Onwillekeurige urinelozing op ongepaste plekken of momenten
    • herhaalde urinelozing in bed of kleding
    • minimaal 2x per week gedurende 3 maanden
    • > 5 jaar
    • niet gevolg van lichamelijke aandoening (incontinentie) of middelengebruik
    • prevalentie 5 jaar: 33%, 7 jaar: 25%, 9 jaar: 15% dan < 10%
    • sekseverschillen: j: 60% / m: 40%
  • encopresis
    Onzindelijkheid voor ontlasting bij kinderen na het vierde jaar
    • herhaaldelijk defeceren op onbestemde plaatsen, (on)opzettelijk
    • gedurende 3 maanden, minstens 1x per maand
    • >4 jaar
    • niet gevolg van lichamelijke aandoening
    • prevalentie 5 jaar: 2%, 7 jaar: 1,5%, 9 jaar: 1% dan < 1%
    • sekseverschillen: j: 75% / m: 25%
  • comorbiditeit zindelijkheidsproblemen
    primaire gedragsproblemen
    • ADHD, ASS
    • Angststoornissen
    • trauma
    • slaapstoornissen
    secundaire gedragsproblemen
  • risico en beschermende factoren zindelijkheid
    • opvoedstijl
    • omgevingsfactoren
    • draagkrachten, draaglast
    • samenwerking ouders
    • shared decision making
  • gevolgen en behandeling hc zindelijkheid
    gevolgen
    • stress
    • angst, schuldgevoelens
    • sociale belemmering
    • verminderde kwaliteit van leven -> depressie
    behandeling
    • urotherapie
    • medicatiebeleid
    • plaswekker
    • gedragstherapeutische behandelingen