VHK veilig werken chemisch labo 3

Cards (23)

  • Eerste Hulp bij Chemische Blootstelling
    • Huidcontact: Spoelen (40 min), verontreinigde kleding verwijderen, zeep gebruiken, nooddouche indien nodig.
    • Oogcontact: Vijftien minuten spoelen met oogdouche of -spoelfles, oogarts raadplegen.
    • Morsen Opruimen: Volg MSDS of chemiekaart, gebruik spill kits voor zuren, basen, kwik, solventen.
  • Risico-inschatting - Pathogeniteit
    • Basis van Inschatting: Pathogeniteit
    • Factoren:
    • Infectiedosis
    • Virulentie
    • Toxineproductie
    • Beschrijving: Beoordeel het risico op basis van hoe pathogeen (ziekteverwekkend) een micro-organisme is, rekening houdend met de infectiedosis, virulentie en toxineproductie.
  • Risico-inschatting - Ernst van de Ziekte
    • Basis van Inschatting: Ernst van de ziekte
    • Factoren:
    • Graad van ziekte
    • Mogelijke complicaties
    • Sterftepercentage
    • Beschrijving: Beoordeel de ernst van het risico op basis van de impact van de ziekte, inclusief de graad van ziekte, mogelijke complicaties en het sterftepercentage.
  • Risico-inschatting - Verspreidingskans
    • Basis van Inschatting: Verspreidingskans
    • Factoren:
    • Overdraagbaarheid
    • Besmettelijkheid
    • Transmissieroutes
    • Beschrijving: Beoordeel hoe waarschijnlijk een micro-organisme zich kan verspreiden op basis van de overdraagbaarheid, besmettelijkheid en transmissieroutes.
  • Risico-inschatting - Beschikbaarheid Vaccins en Medicijnen
    • Basis van Inschatting: Beschikbaarheid Vaccins, Medicijnen
    • Factoren:
    • Bestaan van vaccins
    • Effectiviteit van medicijnen
    • Toegankelijkheid van preventieve maatregelen
    • Beschrijving: Beoordeel het risico op basis van de beschikbaarheid, effectiviteit en toegankelijkheid van vaccins en medicijnen voor preventie en behandeling.
  • Biologische Agentia - Definitie
    • Categorieën Biologische Agentia:
    • Pathogenen: bacteriën, virussen, prionen, schimmels, parasieten
    • Ggo’s: organismen waar genetisch materiaal van gewijzigd is op onnatuurlijke wijze.
  • Methoden voor Genetische Wijzigingen
    • Methoden:
    • Recombinant DNA- en RNA-technieken met gastheer- of vectorsysteem.
    • Genetisch materiaal buiten cel bewerken en injecteren.
  • Recombinant DNA Technologie
    • Belang Recombinant DNA Technologie:
    • Recombinant DNA-technologie is onmisbaar in moderne laboratoria, vooral biotechnologische laboratoria.
  • Arbeidsgebonden Risico's
    • Soorten Risico's:
    • Besmetting door onderzoek naar virussen en bacteriën.
    • Analyse van humane stalen.
    • Prikaccidenten.
    • Risico bij kapot glaswerk.
    • Mogelijkheid tot morsen.
    • Bijten/krabben van proefdieren.
  • Open Bronnen Risico's
    • Risico's met Open Bronnen:
    • Geopende petrischalen.
    • Handelingen die aërosolen kunnen vormen.
  • Overdracht van Ziekten
    • Overdracht Ziekten van Proefdieren:
    • Risico op overdracht van ziekten van proefdieren naar mensen.
  • Algemene Voorzorgsmaatregelen
    • Voorzorgsmaatregelen:
    • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
    • Vermijd prikaccidenten en kapot glaswerk.
    • Werk in een gecontroleerde omgeving.
    • Volg strikte hygiënemaatregelen.
    • Implementeer veilige microbiologische technieken (VMT).
  • Veiligheid in Verband met Biologische Agentia
    1. Vaccinaties als Preventie:
    • Voor hepatitis-B en toxoplasmose.
    • Belangrijk voor werknemers om gevaccineerd te zijn voor bescherming.
    1. Inperking bij Proefdieren:
    • Laboproefdieren komen uit streng gecontroleerde omgevingen.
    • Regelmatige controle en soms vaccinaties voor dieren met SPF-label (Specific Pathogene Free).
  • SPF-label en Laboratoriumallergie (LAA):
    • SPF-label: Aanduiding dat proefdieren in een specifieke pathogene vrije omgeving worden gehouden.
    • Werknemers in contact met niet-labogekweekte dieren lopen verhoogd risico op allergie (LAA).
    • Risico is klein, tenzij het immuunsysteem verzwakt is.
    1. Belang van Gecontroleerde Omgeving:
    • Gecontroleerde omgevingen verminderen risico's voor zowel dieren als werknemers.
    • Periodieke controle en vaccinaties zijn preventieve maatregelen.
    1. Opvolging van Vaccinaties en Controles:
    • Zorg voor een gedegen opvolging van vaccinaties en gezondheidscontroles.
    • Vaccinatieprogramma's helpen de verspreiding van ziekten te beperken.
  • Inactivatie van Biologisch Materiaal
    Definitie:Biologisch materiaal inactiveren betekent het onschadelijk maken van levende organismen of virussen om veilig onderzoek mogelijk te maken.
  • Methoden van Inactivatie
    1. Chemische Inactivatie:
    • Gebruik van chemische stoffen om de biologische activiteit te stoppen.
    • Bijvoorbeeld formaldehyde, fenol of andere desinfecterende middelen.
    1. Hitte-Inactivatie:
    • Verhitting van het materiaal om micro-organismen te doden.
    • Bijvoorbeeld autoclaveren of pasteurisatie.
  • Methoden van Inactivatie (Vervolg)
    1. Bestraling:
    • Toepassing van straling, zoals gammastralen, om DNA of RNA te beschadigen.
    • Effectief bij het inactiveren van virussen.
    1. Bevriezing:
    • Blootstelling aan lage temperaturen om de activiteit van micro-organismen te verminderen.
    • Vooral gebruikt bij het conserveren van biologisch materiaal.
  • Methoden van Inactivatie (Vervolg)
    1. Combinatiemethoden:
    • Gebruik van meerdere inactivatiemethoden voor extra zekerheid.
    • Verbeterde veiligheid bij het werken met potentieel gevaarlijk materiaal.
  • Belang van Inactivatie
    Inactivatie is cruciaal om de verspreiding van ziekteverwekkende agentia te voorkomen en veilig onderzoek in laboratoria mogelijk te maken. Zorgvuldige keuze van inactivatiemethoden is essentieel voor het behouden van de integriteit van het biologisch materiaal.
  • Doel van Inactivatie
    Waarom Inactiveren We Biologisch Materiaal?
    • Verspreidingspreventie:
    • Voorkomt de verspreiding van potentieel schadelijke ziekteverwekkers.
    • Veiligheid van Onderzoekers:
    • Beschermt onderzoekers tegen direct contact met actieve pathogenen.
    • Integriteit van het Materiaal:
    • Behoudt de structurele en functionele integriteit van het biologisch materiaal.
    • Naleving van Veiligheidsnormen:
    • Voldoet aan vastgestelde veiligheidsnormen en -protocollen in laboratoria.
    • Risicovermindering:
    • Minimaliseert het risico op onbedoelde blootstelling en infecties.
  • Hoe Inactiveren We Biologisch Materiaal?
    1. Chemische Methoden:
    • Gebruik van chemicaliën zoals formaldehyde voor desinfectie.
    • Denatureert eiwitten en inactieveert nucleïnezuren.
    1. Hittebehandeling:
    • Toepassen van hoge temperaturen (autoclaveren) om pathogenen te doden.
    • Effectief bij bacteriën, virussen en schimmels.
    1. Bestraling:
    • Blootstelling aan ioniserende straling zoals gammastralen.
    • Beschadigt DNA en voorkomt reproductie van pathogenen.
    1. Fysische Methoden:
    • Mechanische processen zoals filtratie om micro-organismen te verwijderen.
    • Scheidt pathogenen op basis van grootte.
  • Belangrijke Factoren bij Inactivatie Kiezen
    1. Type Biologisch Materiaal:
    • Niet alle inactivatiemethoden zijn geschikt voor elk type organisme.
    1. Gewenste Materiaalintegriteit:
    • Sommige methoden kunnen de structuur of eigenschappen van het materiaal aantasten.
    1. Toepassing in Laboratorium:
    • Keuze afhankelijk van het specifieke laboratoriumprotocol en het beoogde gebruik.
    1. Veiligheids- en Milieunormen:
    • Inachtneming van geldende normen en voorschriften voor bioveiligheid.
    1. Efficiëntie van Inactivatie:
    • Effectiviteit van de methode bij het inactiveren van de beoogde pathogenen.