Titratie: methode om de onbekendeconcentratie van een bepaalde stof in oplossing te bepalen, waarbij een stof met gekendeconcentratie geleidelijk wordt toegevoegd aan de oplossing.
Analiet (oplossing): de oplossing met het onbekende analiet (zit in erlenmeyer).
Titrans/Titrant/Titer (vloeistof): de bekende stof in oplossing die (druppelsgewijs) wordt toegevoegd aan analiet.
Equivalentiepunt/Omslagpunt: het punt waar al het analiet is weggereageerd en het titrant nu in overmaat is.
Op het equivalentiepunt geldt altijd: π πππππππ‘ = π π‘ππ‘ππππ‘ (ππππππππβππ’ππππ πππ‘ ππππ£ππβππ’ππππ)
Er zijn verschillende soorten titraties gebaseerd op het soort reactie dat plaatsvindt, maar ook op het soort eindpuntsbepaling.
Zuur-basetitraties
Onbekend zuur of base wordt geneutraliseerd door base of zuur van titrant.
Eindpuntsbepaling (= omslagpuntsbepaling)
Indicator (visuele methode)
pH-meter (instrumentele methode)
Problemen
Zie dia 4
Indicator: stof die van kleur verandert i.f.v. zuurtegraad.
Instrumentele titraties
Hier wordt het equivalentiepunt gevonden door het gebruik van een toestel.
Instrumenteel: We meten een macroscopische eigenschap van de oplossing(zoals voltage, stroom, potentiaal e.d.) en correleren dit met een concentratie.
Problemen
Zie dia 5
Neerslagtitraties
Titraties waarbij analiet een onoplosbaarproduct vormt met titrant en neerslaat.
Eindpuntsbepaling (= omslagpuntsbepaling)
Indicator: stof die van kleurverandert bij reactie met overmaat analiet of titrant
NIET: kijken tot wanneer er vaste stof gevormd wordt. Bij equivalentie wordt erte weinig neerslag/precipitaat bijgevormd om te kunnen waarnemen
Visuele methode
Problemen
Zijn minimale kleuromslagen waarneembaar door het menselijk oog?
Zijn er nevenreacties met de indicator?
Vereisten voor een neerslagtitratie
Er moet een quasi-onoplosbare stof gevormd worden.
De indicator moet duidelijkekleuromslag geven.
De indicator reageert voldoende trager dan het titrant met het analiet.
Voor meer uitleg --> zie dia 7-9!
Via de titratiecurve kan het equivalentiepunt bepaald worden.
Door de logaritmische aard, vinden we een abrupte sprong bij het equivalentiepunt, ook al werd het titrant gelijkmatig toegevoegd.
Let op: p is het negatief logaritme van de concentratie. --> Stijgt de concentratie van een stof in oplossing dan zal p (en dus de curve) dalen.
Opstellen van een titratiecurve
2 situaties:
Een onbekende concentratie bepalen a.d.h.v. titratiecurve.
Het verloop van de curve voorspellen a.d.h.v. concentraties (gekende titrant en analiet concentratie).
Opstellen van een titratiecurve
Wat is de situatie?
Waar ligt het equivalentiepunt?
Wat is de pH voor het equivalentiepunt?
Wat is de pH na het equivalentiepunt?
Resultaten verzamelen.
Voor vb. oef --> zie dia 14-20!
Factoren die de titratiecurve beΓ―nvloeden
Verdunning van reagentia
Factoren die de titratiecurve beΓ―nvloeden
Oplosbaarheidsproduct
Methodes voor equivalentiepuntbepaling
Methode van Mohr
Om Cl- te bepalen met Ag+
indicator CrO4-
rode neerslag Ag2CrO4
Nadelen:
De gele kleur van CrO42- in oplossing verhindert neerslagwaarneming
Voldoende neerslagwaarneming is al gedeeltelijk voorbij het equivalentiepunt
Het verschil in oplosbaarheid van AgCl en indicator is niet bijster groot
De pH moet min of meer neutraal blijven voor de indicator
Methodes voor equivalentiepuntbepaling
Methode van Fajans
Bepaling van halogeniden door titratie met Ag+.
Adsorptie-indicator: fluorosceΓ―ne-ionen reageren met de overmaat aan Ag+ tot een rode verbinding (tijdens practicum werd difenylamine gebruikt als adsorptie-indicator).
Methodes voor equivalentiepuntbepaling
Methode van Volhard
Bepaling van Ag+ door titratie met SCN-.
Complexerende indicator: Ag+ vormt een precipitaat met SCN
Bij equivalentie begint er een overmaat SCN- te zijn die een complex vormt met Fe3+.
Nadelen
LagepH (< 2) is nodig.
Vele mogelijke nevenreacties met andere ionen mogelijk.