1= membraan potentiaal in rust ( - 70 mV )
2= depolariserende stimulus
3= membraan polariseert tot drempelwaarde. Elektrische Natrium kalium kanalen gaan open
4= Snelle natrium opname depolariseert de cel
5= Natrium kanalen gaan dicht en langzame kalium kanalen gaan open
6= Kalium gaat van cel naar extracellulaire vloeistof
7= Kalium kanalen blijven open, te veel kalium verlaat de cel, dit veroorzaakt hyperpolarisatie.
8= kalium kanalen gaan dicht en minder kalium lekt uit de cel
9= cel gaat terug naar membraan potentiaal in rust