C6 & C7; ZS: zintuigen en perceptie

Cards (69)

  • Senses are sensitive to signals from outside.
  • Transduction is the conversion of a physical stimulus into an electrical signal.
  • A receptor potential (graded) or action potential is a type of signal.
  • Sensorische informatie die viscerale reflexen initiëren wordt geïntegreerd in de hersenstam of ruggenmerg en komt gewoonlijk niet aan bij het bewustzijn.
  • Non-self-conscious visceral reflexes include the control of blood pressure.
  • Stimulus coding involves the cortex, where the consciousness resides.
  • The strength of a stimulus is always high, but the frequency is not.
  • A longer and stronger stimulus results in more neurotransmitters.
  • The Central Nervous System (CNS) must distinguish four properties of a stimulus: intensity, duration, modality, and location.
  • Lateral inhibition gives the specific location of stimuli to nerves by contrast in the brain.
  • Lateral inhibition involves an increase in contrast between active and inactive receptive fields.
  • o Versterken informatie door exciterende neuronen
  • Drie typen bouw receptoren zijn: Vrije/open uiteindes (a), Complexe neuronale receptoren en Gespecialiseerde receptoren.
  • Geadapteerde zenuwuiteinden hebben bindweefsels, hebben een groter oppervlakte dat gevoelig is voor een prikkel en zijn omringd met bindweefsel.
  • Reuk: neuronen, Andere vier zintuigen: non-neurale receptoren, Geven neurotransmitter af, 4 modaliteiten receptoren.
  • Chemoreceptoren, Mechanoreceptoren, Fotoreceptoren en Thermoreceptoren zijn soorten/modaliteit receptoren (non-neuraal).
  • Adequate prikkel: een specifieke vorm van energie waarvoor een sensorische receptor het meest responsiv is.
  • Drempelwaarde: minimale stimulus die nodig is om een receptor te activeren.
  • Receptor potentiaal: de verandering in sensorische receptor membraan potentiaal is een graded potentiaal.
  • Soms zet dit aan tot een actiepotentiaal of beïnvloedt het de neurotransmitter secretie.
  • Receptief veld: Sensorische sensorische en visuele neuronen worden geactiveerd door prikkels die vallen binnen een specifieke area.
  • Receptief veld is geassocieerd met een sensorisch neuron (primaire sensorisch neuron), dat synapsen aanzet in een CNS-neuron (secundaire sensorisch neuron).
  • Sensorische neuronen van naastliggende receptieve velden kunnen convergeren, waardoor meerdere presynaptische neuronen een input naar een kleiner aantal post-synaptische neuronen geven.
  • Huid/tastzintuig bevinden zich in dermis, deels in epidermis, zijn vaak 'vrije' dendriet-einden, associatie met haarfollikels, en hebben modaliteiten: Druk, warm, koud, pijn.
  • Huid/tastzintuig zijn somatosensorisch zintuig.
  • Perceptie van huidzintuigen vindt plaats in somatosensorische cortex (Homonuculus), is topografisch georganiseerd en elke plek op huid heeft eigen plek op cortex.
  • Fotoreceptoren verschillen in locatie, lichtgevoeligheid, golflengtegevoeligheid (kleur) en zijn een onderscheidend vermogen (scherpte).
  • Staafjes zijn gevoeliger voor licht dan kegeltjes en hebben een licht-donker waarneming.
  • In de medulla: fijne tast, vibratie en proprioceptie.
  • Sensorische receptor = fotoreceptor in retina.
  • Licht is een elektromagnetische golf en wordt gedetecteerd door de fotoreceptoren (kegeltjes en staafjes) in de retina (netvlies).
  • De receptorpotentiaal van de zintuigcel leidt tot verandering in neurotransmitterafgifte, welke via de bipolaire cellen leidt tot een verandering in de actiepotentiaalfrequentie van het sensorisch neuron.
  • Op ruggenmergniveau: pijn, temperatuur en grove tast.
  • Het oog, de neuronale verbindingen van het oog, via de thalamus naar de visuele cortex van de hersenen.
  • Retina (netvlies) is donker, voorkomt zo dat licht wordt weerkaatst en heeft 5 lagen cellen: fotoreceptoren, bipolaire cellen, ganglioncellen, horizontale en amacriene cellen.
  • Oog reguleert licht-afbuiging, licht-hoeveelheid en licht-richting.
  • Fototransductie is een proces waarbij licht wordt geabsorbeerd door het fotopigment rhodopsine, dat hierdoor dissocieert in retinal en opsine.
  • De kruising van afferente sensorische zenuwbanen gaat als volgt:
  • In het visueel systeem is geen direct contact tussen de zintuigcel en het eerste orde sensorisch neuron van de oogzenuw; hiertussen zitten bipolaire cellen.
  • Gele vlek kan je scherpste en meeste kleuren zien en bevat de meeste kegeltjes.