filosofische vaardigheden

Cards (50)

  • De socratische methode bij plato
    • Socrates schrijft niks op, hij voert gesprekken 
    • Socrates voert gesprekken waarin hij de mens onderzoekt, volgens plato is dit de enige zinnige manier om de filosofie te bedrijven
    • Een gesprekspartner mag alleen zeggen wat hij werkelijk vindt (niet hypothetisch) 
    • Argumenten die wel denkbaar zijn maar niet voor hun zelf gelden moeten achterwege gelaten worden
  • De methode: elenchus 
    • Elenchus betekent weerlegging, verlegenheid of beschaming
    • De elenchus is een vorm van kruisverhoor waar je je gesprekspartner vragen stelt om hun standpunten te onderzoeken en soms zelfs ontkrachten
    • De elenchus is primair destructief en negatief, bedoeld om iemands pretentie van kennis te vernietigen
    • De elenchus is dus destructief met een therapeutisch doel, hij breekt bestaande opvattingen om de waarheid te bevorderen
  • Dialectiek is het voeren van systematische gesprekken.
  • Volgens Socrates zijn de filosofische waarheden al in ons aanwezig.
  • Dit is de zogenaamde anamnese-theorie van Plato, de theorie dat inzicht verwerven in niet empirische waarheden een vorm van herinnering is, een te binnen brengen van wat verborgen ligt in de geest.
  • Tegenwoordig noemen we deze a priori waarheden.
  • Socrates beweert telkens zelf geen kennis te bezitten.
  • Socrates onwetendheid moet je opvatten als complexe ironie, hij heeft namelijk wel degelijk kennis.
  • Deze kennis beschouwt hij zelf als ontoereikend om morele oordelen te onderbouwen.
  • Zijn verklaring is dus zowel waar als niet waar, tegelijk pose (schijnbare tegenstelling) en werkelijkheid.
  • Socrates is in de inhoudelijke analyse altijd de baas.
  • Socrates heeft geen enkele zekere kennis over deze kwestie.
    • Een centraal kenmerk van de socratische methode is voorts het zoeken van definities voor kernbegrippen uit ons dagelijks taalgebruik
    • Socrates gaat op zoek naar een constitutieve definitie, hij wil begrijpen wat de essentie is
    • De reden daarvoor is dat we allerlei vragen niet kunnen beantwoorden, zolang niet duidelijk is wat we onder onze kernbegrippen verstaan
    • Dialectiek is volgens plato de enige manier om de essentie van iets op het spoor te komen
    • Wanneer er geen directe weg is tot een definitie te komen via inductie of deductie blijft er niks anders over dan systematisch foute opvattingen te verwijderen, en proberen de eigen overtuiging steeds verder te ontwikkelen tot een consistent geheel.
  • Het pedagogische element
    • Een belangrijk punt in de aanpak van Socrates is dat het pedagogische doel, iemand tot zelf denken zetten, belangrijker is dan de waarheid vinden 
    • Ten grondslag van Socrates optreden ligt het belang van zelfstandig onderzoek en morele autonomie
  • Dialoog:
    • Kenmerken van een dialoog:
     - Op zoek gaan naar de logos
     -  Uitstellen van een conclusie of oplossing
                 - Het openstellen voor het ander van de ande
  • 5 dialectische basistechnieken:
    • De kwestie bepalen: Eerst kies je wat het onderwerp wordt en formuleer je een goede vraag
    • Ervaring met de kwestie verduidelijken: Daarna kies je een specifieke situatie/voorbeeld.
    • Een cruciaal moment selecteren: het zoeken van een punt in de casus waar de relevantie van de uitgangsvraag manifest is.
    • Je in de situatie van de ander verplaatsen
    • De essentie benoemen 
    • Aristoteles wilde de dialectiek ontwikkelen tot een systematische, wetenschappelijke methode. Hij wilde haar ontdoen van haar mystieke elementen. 
    • Daarom erkende hij slechts 2 bronnen van kennis: zintuiglijke ervaring en logisch nadenken
    • Voor elk daarvan werkte hij de wetenschappelijke methode in zijn grondvorm uit: inductie voor empirische kennis, deductie voor de rationele. 
  • stelling
    een zin die wel of niet waar is
  • voorwaardelijke stelling
    een voorwaardelijke stelling bestaat uit een antecedent en een consequent. Als (antecedent) ... dan (consequent)
  • argument
    Een reeks stellingen waarin een of meer stellingen (premissen) worden gegeven als reden om een bewering te geloven (conclusie)
  • valide argument
    een argument waarbij het niet mogelijk is dat de conclusie niet waar is als beide premissen wel waar zijn
  • solide argument
    een valide argument waarin alle premissen daadwerkelijk waar zijn
  • Een argument kan op logische wijze valide zijn, maar dat betekent niet per se dat de conclusie de waarheid is. Bij een solide argument is de conclusie ook waar
  • sterk argument
    een argument waarbij de conclusie waarschijnlijk waar is, zelfs als de redenering niet noodzakelijkerwijs logisch is
  • overtuigend argument
    een invalide argument waarin in alle premissen waar zijn maar omdat het een invalide argument is de conclusie niet per definitie waar is
  • deductief argument
    een argument die bedoeld is valide te zijn
  • non deductief argument
    een argument die bedoeld is om sterk te zijn
  • gekoppeld argument
    een argument waarin twee of meer premissen gekoppeld moeten worden om een conclusie te ondersteunen
  • een argument waarin 2 of meer premissen worden gegeven maar elk is een apart onafhankelijke reden om de conclusie te ondersteunen
    convergerend argument
  • subargument
    een argument waarin de conclusie wordt gebruikt al premisse in een ander argument
  • keten argument
    een argument dat een of meer subargumenten bevat
  • complex argument
    een argument waarin meer dan een van de bovengenoemde argumenten voorkomen
  • enthymeme
    een argument waarin een of meer premissen en of de conclusie geïmpliceerd zijn maar niet expliciet zijn geformuleerd
  • community of inquiry
    een gezamenlijke zoektocht naar waarheid en kennis
  • elenchus methode:
    1. expliciteren: het helder en expliciet formuleren van de stelling of bewering
    2. uitwerken van de formulering van een stelling
    3. zoeken naar inconsistenties
  • elenchus methode is negatief en destructief, het afbreken van kennis en onzeker maken van zekerheid. Maar ook positief en constructief: een open en nieuwsgierige houding, de bereidheid tot onderzoek
  • Maieutiek
    zwanger of drachtig van kennis
  • dialectiek
    systematische vraaggesprekken
  • essentie
    verwijst naar een fundamentele onveranderlijke kenmerken die de identiteit van iets bepalen. Het zijn de eigenschappen zonder welke iets of iemand niet dat specifieke iets of iemand zou zijn