Sympathische activatie resulteert in een katabole respons: remming van insuline secretie, stimulatie glycogenolyse (lever, spier), stimulatie gluconeogenese (lever, nier), stimulatie lipolyse (vetweefsel), epinephrine en norepinephrine inhiberen insuline secretie, om meer energie vrij te maken voor skeletspieren en het zenuwstelsel.