Casus 5

Cards (12)

  • Oorzaken acute nierfalen:
    • Prerenaal = vóór de nieren, vaak vanwege verminderde bloedtoevoer naar nieren.
    • Intrarenaal = in de nieren, vaak vanwege schade aan glomerulus of tubuli.
    • Postrenaal = na nieren, vaak door obstructie in urineleiders en verder.
  • Fysiologische gevolgen acute nierfalen:
    • Overmaat aan water en zout -> oedeem en hypertensie.
    • Vasthouden van kalium -> hyperkaliëmie.
    • Waterstofionen niet meer goed afscheiden -> metabole acidose.
  • Oligurie = verminderde urineproductie.
    Anurie = geen urineproductie.
  • Oorzaken prerenale acute nierfalen:
    • Intravasculaire volume vermindering: door bloeding, diarree, overgeven.
    • Hartfalen
    • Perifere vasodilatatie -> hypotensie
    • Primaire renale hemodynamische abnormaliteiten: door stenose a. renalis, trombose a. renalis, etc.
  • Oorzaken intrarenale acute nierfalen:
    • Schade kleine boedvaten/glomerulus: door bvb. acute glomerulonephritis (immuuncomplex tegen streptokokken zorgt voor verstopping capillairen of overmatige permeabiliteit capillairen).
    • Tubulaire epitheel schade (tubulaire necrose): door ischemie of toxines.
    • Renale interstitiële schade: door bvb. acute pyelonephritis (bacterie vanuit ureters omhoog naar pyelum en daarna interstitium).
  • Oorzaken postrenale acute nierfalen:
    • Nierstenen
    • Obstructie blaas
    • Obstructie urethra
  • Excretie van kalium:
    A) 756
    B) 65%
    C) 27%
    D) 4%
    E) 12%
  • Hyperkaliëmie is gevaarlijk vanwege functie kalium bij actiepotentialen spier- en zenuwcellen.
    Behandeling hyperkaliëmie:
    • Stoppen inname kalium
    • Verhogen uitscheiding kalium via diuretica.
    • Nierfunctie ondersteunen door hemodialyse.
    • Medicijnen om kalium te verwijderen: natriumpolystyreensulfonaat.
    • Insuline verplaatst kalium naar cellen.
  • Oorzaken acute tubulus necrose:
    • Onvoldoende zuurstoftoevoer en voedingsstoffen naar epitheelcellen. Zij sterven af en kunnen nefronen verstoppen.
    • Toxines, gifstoffen, medicaties brengen schade aan epitheelcellen. Zij sterven af en kunnen nefronen verstoppen. Als basaal membraan ook schade heeft geen kans meer voor groeie nieuwe tubulecellen.
  • Behandeling acute tubulus necrose:
    • Stoppen oorzaak (medicijnen)
    • Vochtbalans handhaven
    • Nierondersteunende therapie
    • Bloeddrukbeheersing
    • Elektrolytbalans
  • Soorten celdood (1/2):
    • Necrose = beschadigde cellen geven hun inhoud vrij, lysosomen vallen weefsel aan -> cytokines -> ontstekingsreactie.
    • Apoptose = gecontroleerde celdood, geen schade weefsels of ontstekingsreacties.
    • Necroptose = door zelfde signalen voor apoptose, resultaat is hetzelfde als necrose.
  • Soorten celdood (2/2):
    • Pyroptose = geprogrammeerde celdood met ontstekingsreactie. Triggers: death receptor, mitochondriële schade, DAMPs en PAMPs. Speciale structuur aanwezig: inflammasoom.
    • Ferroptose = afbraak dmv metabole omzettingen vanwege overmaat aan Fe2+ en glutamaat. Ontsteking.
    • Autofagie = gecontroleerd intracellulair afbraakproces voor verwijderen gevaarlijke inhoud, energie of voorbereiding apoptose.