arteriele hypertensie

Cards (23)

  • Prevalentie van hypertensie in de Europese bevolking: 30 tot 45%
  • Prevalentie van hypertensie in België: ongeveer 28% van de volwassen bevolking
  • Verband tussen bloeddruk en cardiovasculaire en renale verwikkelingen is continu
  • Diagnose graad 1 arteriële hypertensie: > 140/90 mmHg tijdens consultatie, > 135/85 mmHg thuismeting, > 130/80 mmHg gemiddelde waarde over 24 uur
  • Studie toonde betere resultaten bij intensieve bloeddrukcontrole (< 120 mmHg) t.o.v. standaardtherapie (< 140mmHg)
  • Bloeddrukken geregistreerd tijdens ongesuperviseerde metingen om 'witte jas-hypertensie' te elimineren
  • Bloeddrukken waarschijnlijk 5 tot 15 mmHg lager dan bij conventionele metingen tijdens consultatie
  • Hypertensiecategorieën: echte hypertensie, witte jas-hypertensie, gemaskeerde hypertensie
  • Prevalentie van witte jas-hypertensie: 30-40% bij patiënten met verhoogde bloeddruk tijdens consultatie
  • Prevalentie van gemaskeerde hypertensie: ongeveer 15% bij patiënten met normale officebloeddrukmeting
  • Risico op cardiovasculaire events bij gemaskeerde hypertensie bijna vergelijkbaar met 'sustained' hypertensie
  • Dislipidemie:
    • Totale cholesterol > 190 mg/dl
    • LDL-cholesterol > 115 mg/dl
    • HDL-cholesterol: man < 40 mg/dl, vrouw < 46 mg/dl
    • Triglyceriden > 150 mg/dl
  • Klinisch onderzoek: lengte, gewicht, BMI, buikomtrek, bloeddruk meten, acclimatiseren, bloeddrukmetingen, verschillen tussen armen opsporen, orthostatische hypotensie controleren
  • Opsporen van hypertensie gemedieerde orgaanschade: neurologische screening, cardiaal en perifeer vaatonderzoek, fundoscopische evaluatie
  • Routinebloedonderzoek: hemoglobine, hematocriet, kalium, creatinine, lipidenprofiel, nuchtere glycemie, urineonderzoek, ECG
  • Aanbevolen technische onderzoeken: echocardiogram, duplex carotiden, enkel-armbloeddrukindex, oogfundusonderzoek, glucosetolerantietest, 24-uur-bloeddrukmeting, polsgolfsnelheid
  • Bloeddruk verlagen tot minstens < 140/90 mmHg, lagere waarden indien goed verdragen
  • Doel-bloeddruk bij diabetespatiënten of hoog risico: < 130/80 mmHg
  • Niet-farmacologische aanpak: vermagering, beperking alcoholconsumptie, fysieke activiteit, gezonde voeding, zoutbeperking, rookstop, behandeling van lipidenstoornissen
  • Farmacologische behandeling: thiazidediuretica, calciumantagonisten, ACE-inhibitoren, angiotensinereceptorantagonisten, bètablokkers
  • Aanbevolen start: tweevoudige aanpak in één combinatiepil, opbouwen naar drievoudige combinatie indien nodig
  • Specialistisch onderzoek bij gecompliceerde hypertensie of vermoeden van secundaire hypertensie
  • welke medicatie voor arteriële hypertensie?
    1. ACEi of ARB + CCB of diuretica
    2. ACEi of ARB + CCBB + diuretica
    3. + spirinolactone (25 tot 50 mg) of andere diuretica, alfa blokker of beta blokkor
    beta blokker indien hart falen, angina, post MI, atriale fibrillatie of jonge vrouwen met (geplande) zwangerschap