1C Spraak

Cards (223)

  • Waaraan kan de logopedist zien dat een kind duim zuigt?
    • Opgezette rugae
    • Gotisch verhemelte
  • Afleren afwijkende mondgewoontes zijn verschillende disciplines belangrijk
    • Mondhygiënist -> signalerende functie
    • Logopedist -> corrigeren van afwijkende functie
    • Orthodontist -> corrigeren van afwijkende vorm
  • Hoe heet het wanneer de ene articulatie beweging de andere beïnvloedt?
    • Co-articulatie
  • Wat wordt er bedoelt met de buccale zijde?
    • Wangzijde
  • Wat is de sterkste uitwendige tongspier?
    • Genioglossus
  • Wat zijn de 3 vertakkingen van Nervus Trigeminus en waar zijn ze verantwoordelijk voor?
    1. De bovenste (paarse tak): nervus ophthalmicus. Deze is verantwoordelijk voor het sensorisch deel.
    2. De middelste (roze tak): nervus maxillaris. Deze is verantwoordelijk voor het sensorisch deel. 
    3. De onderste (groente tak): nervus mandibularis. Deze is verantwoordelijk voor het gemengde deel.
  • Benoem de gehoorbeentjes
    1. Hamer
    2. Aambeeld
    3. Stijgbeugel
  • Soorten geleiding gehoor
    • Beengeleiding -> via het bot (wordt opgevangen door het binnenoor)
    • Luchtgeleiding -> via de gehoorgang (wordt opgevangen door het trommelvlies)
  • Welke van de volgende spieren is geen onderdeel van de “sphincter” die de afsluiting van het velum tot stand brengt?
    • m.hyoglossus
  • Er zijn drie categorieën die je doorloopt voordat je spreekt
    1. Spraakorganen
    2. Spieren
    3. Hersenen
  • Wat is spreken?
    • Veranderen van de luchtstroom door afsluitingen, vernauwingen of verandering van de vorm van de mond- of neusholte
    • Continu proces
    • Aaneenschakeling van beweging
    • Adaptief proces
  • Bot kan op twee manieren ontstaan, dit vindt plaats op verschillende tijdstippen
    • Endesmale verbening -> embryonale fase
    • Bot ontstaat uit bindweefsel -> embryonale fase
    • Bot ontstaat uit kraakbeen -> na de geboorte
    • Echondrale verbening -> na de geboorte
    12-18 maanden: fontanel is dichtgegroeid
  • Fisuur
    • Scheurtje in de huid
  • m. orbicularis oris
    • spier rond je lippen, kringspier. Zorgt ervoor dat je lippen van vorm kunnen veranderen
  • m. buccinator
    • zorgt ervoor dat je de mond kan bewegen
  • m. mentalis
    • zit bij je kin. Bij aanspannen putjes kin
  • m. quadratus labii superioris (M. levator labii superioris -> heffer)
    • zorgt ervoor dat je de bovenkant van je lippen kan optrekken
  • m. quadratus labii inferioris (M. depressor labii inferioris -> daler)
    • zorgt ervoor dat je je onderlip naar beneden kan bewegen
  • m. caninus (m. levator anguli oris -> heffer)
    • trekt je mondhoek omhoog.
  • m. zygomaticus
    • spreid je mond
  • m. risorius
    • gebruik je om te lachen
  • m. triangularis (m. depressor anguli oris -> daler)
    • trekt je mondhoek naar beneden
  • m. platysma
    • maakt verbinding met de lippen, keel en halsgebied
  • Welke spier speelt een rol bij open mond gedrag waardoor de wangspier niet actief is?
    • m. buccinator
  • Benoem de cijfers van de mondholte
    1. hard verhemelte (palatum durum)
    2. tandboog
    3. alveolairrand
    4. zacht verhemelte (palatum molle, velum)
    5. huig (uvula)
    6. voorste farynxboog
    7. achterste farynxboog (arcus palatofaryngeus)
    8. Keelamandelen (tonsillen, tonsillen palatinae)
  • Lippen (labiae) bestaan uit
    • Spieren
    • Huid (buitenkant)
    • Slijmvlies (binnenkant)
    • Klierweefsel
    • Vet
    De functie van de lippen: sluit de mondholte af, emoties tonen, praten, kussen, fluiten, voorkomen dat je kwijlt, adem inhalen, zuigreflex (baby’s). 
  • Aansturing lippen en aangezichtsspieren vanuit de hersenzenuw
    • n. VII facialis (7)
    • n. V trigeminus (5)
  • n. VII facialis (7)
    • Sensorisch: gevoel in de tong en het zachte verhemelte.
    • Motorisch: aangezichtsspieren en stapedius.
  • n. V trigeminus
    • Sensorisch: gevoel in het gelaat. 
    • Motorisch: kauwspieren en de bewegingen van de tong 
  • Hoe heet het slikken met je tong tussen je tanden?
    • Infantiel slikken
  • Op welke manier worden klanken gemaakt; labialen
    • met je lippen
  • Mondholte
    • Cavum oris -> lippen sluiten de mondholte af
  • Hard verhemelte
    • palatum durum
  • Alveolaire rand
    • precies achter de tanden, je rust je tong daarop
  • Zachte verhemelte
    • Palatum molle, velum
  • Huig
    • Uvula
  • Voorste farynxboog
    • Arcus palatoglossus
  • Achterste farynxboog
    • Arcus palatofaryngeus
  • Keelamandelen
    • Tonsilen
    • Tonsillae palatinae
  • Spieren in de tong (extrinsiek)
    1. m. genioglossus
    2. m. hyoglossus
    3. m. styloglossus
    4. m. palatoglossus