Aangrijpingspunt: het contactpunt. Richting: loodrecht op het oppervlak. Zin: van het oppervlak weg. Grootte: zodanig dat de resulterende kracht loodrecht op het oppervlak nul is.
De bewegingstoestand van het voorwerp in rust verandert niet. Er is geen dynamisch effect van de resulterende kracht, omdat de resulterende kracht nul is: P = 0.
De totale resulterende kracht bestaat uit de resulterende kracht in de bewegingsrichting en de resulterende kracht loodrecht op de bewegingsrichting: F=FF.
De richting is loodrecht op het oppervlak. De zin van de normaalkracht is van het oppervlak weg. De grootte van de normaalkracht is zodanig dat de resulterende kracht loodrecht op het oppervlak nul is.
De acrobaten staan met hun handen op de grond. Ze oefenen een gewicht uit op de vloer. Dat gewicht is verdeeld over hun beide handen. Ze zakken niet door de vloer, omdat de vloer hen ondersteunt. Er is een normaalkracht in de contactpunten van hun handen met de grond.
Krachtmoment is een grootheid die het draai-effect beschrijft. Als je een kracht F uitoefent op een afstand r van het draaipunt onder een hoek θ, dan is het krachtmoment gegeven door: M = F · r · sin(θ)
Aangezien de krachten even groot zijn, veroorzaakt de kracht op het uiteinde van de deur het grootste krachtmoment. Je kunt de deur het makkelijkst openen als je op het uiteinde duwt.
Om aan te duiden dat een kracht loodrecht inwerkt, voeg je een tekentje toe dat je kent uit de wiskunde: 1. Als het duidelijk is dat de kracht loodrecht inwerkt, noteer je dat tekentje niet.
Een voorwerp is in rust of in evenwicht als er geen verandering van bewegingstoestand is. Er is geen verschuiving en geen draaiing. Daarvoor zijn er twee evenwichtsvoorwaarden: translatie-evenwicht: Er is geen verschuiving.
Je kent de begrippen 'translatie' en 'rotatie' uit de wiskunde. Een translatie is een verschuiving van het voorwerp als geheel. Een rotatie beschrijft de draaiing rond een vast punt, het centrum.
De zwaartekracht van elke massa veroorzaakt een krachtmoment. Hun zin is tegengesteld: krachtmoment in tegenwijzerzin: M₁ = Fr, krachtmoment in wijzerzin: M₂ = -F₁₂. Er is evenwicht als M = M₁ + M₂ = P₁, r₁-F₁₂=0.
Op afbeelding 42 zie je een acrobate in evenwicht. Ze kan in die positie blijven liggen doordat ze het juiste steunpunt gevonden heeft om haar zwaardere bovenlichaam (met zwaartekracht F₁) in evenwicht te brengen met haar lichtere benen (met zwaartekracht F₂).