Door de landbouwoverschotten en de groeiende nijverheid kan de lokale en internationale handel groeien. De Vlaamse steden speelden een belangrijke rol als handelscentra.
Spontaan gegroeide steden
Een stad leeft van de handel. Om deze nood tegemoet te komen moet een stad voldoen aan enkele belangrijke criteria.
Vlaanderen had een goede ligging, waardoor steeds meer handelaars bij ons terechtkwamen.
Kenmerken van spontaan gegroeide steden
Een bestaande kern of versterking uit de Frankische of soms ook Romeinse tijd
Een goede verkeersverbinding (water en handelswegen)
Een omgeving met voedsel en grondstoffen (landbouw, wol, hout, metaal, etc.)
Doordat in de vroege middeleeuwen de Romeinse wegen in verval raken, vormen de rivieren de belangrijke verkeerswegen voor handel over lange afstand.
Op het einde van de 12e eeuw zijn er in Vlaanderen veel meer steden met markten dan in bijvoorbeeld de noordelijke Nederlanden.
Drie verschillende gebieden in Vlaanderen die zorgen voor een grote variatie aan goederen op de markten
Vruchtbare leemgronden ten zuiden van Ieper
Uitgestrekte weilanden in de kuststreek
Zandgrond landinwaarts
Naast steden die spontaan gegroeid zijn, worden ook veel steden gesticht om de streek te ontwikkelen of om strategische redenen.
Gestichte steden komen vaak op een latere datum dan de organisch gegroeide steden.
Gestichte dorpen en steden krijgen verschillende voordelen om te kunnen overleven en bloeien.
Brugge had in de middeleeuwen een verbinding met de zee, waardoor het een centrum van handel, nijverheid en kunst kon worden.
Het machtscentrum was belangrijk voor een goed draaiende stad.
In de 14e eeuw trekken de handelaars weg uit Brugge.
Als een horige/lijfeigene zich in de stad vestigt, mag hij daar vrij verblijven en de vrijheid van de poorters genieten.
Als een horige/lijfeigene 40 dagen in de stad verblijft zonder dat zijn heer hem opeist, mag de heer hem later niet meer opeisen.
Stadslucht
Na een jaar en een dag verblijf in de stad wordt iemand een volwaardig burger of poorter.
Twee bevolkingsgroepen in de stad
Vreemdelingen
Volwaardige burgers of poorters
Twee groepen binnen de poorters
Het patriciaat (stedelijke elite)
De kooplieden of handelaars (verenigd in koopmansgilden)
Ambachtsgilden
Verenigingen van ambachtslieden met hetzelfde ambacht (wevers, molenbewerkers, brouwers, etc.)
De opkomst van de steden verbetert in de meeste gevallen ook de positie van de boeren.
De burggraf kent stadsrechten toe in ruil voor tegenprestaties: geld, militaire steun of steun bij een moeilijke troonsopvolging van de vorst.
De burggraaf had weinig politieke invloed, omdat de vorst eigen vertegenwoordigers had die hij kon aanstellen, verplaatsen of een vast loon kon geven.
Het bestuur van de stad gebeurt door schepenen of patriciërs.
Stadsrecht
Het recht van een gemeenschap om zichzelf een stad te noemen. Dit gaf extra veiligheid, zelfbestuur, belastingheffing en een eigen rechtspraak.
De burggraaf kent stadsrechten toe zonder veel tegenprestaties
De burggraaf had weinig politieke invloed omdat de vorst eigen vertegenwoordigers had
Patriciers
Koopmansfamilies die deel uitmaakten van het stadsbestuur
Als het economisch slecht ging, lieten de patriciers de rest van de stadsbevolking opdraaien voor de kosten, wat leidde tot politieke spanningen
Na de Guldensporenslag in 1302 kregen de ambachten meer inspraak in de steden
De ambachten vertegenwoordigden nog steeds de rijke meesters, niet de rest van de bevolking
De burggraaf staat boven de lokale krijgsheren
De krijgsheren zijn afhankelijk van de burggraaf
De burggraaf is afhankelijk van de graaf
De graaf is afhankelijk van de vorst
De meeste steden ontwikkelen zich spontaan zonder een regelmatig stratenpatroon
Steden hebben vaak een concentrisch grondplan met het centrum als uitgangspunt
De huizen staan eerst niet op een vaste indeling, waardoor er kronkelende straatjes ontstaan
De meeste straten zijn niet verhard, waardoor ze modderig worden bij regen
In de steden is het meestal veiliger dan op het platteland dankzij de versterkingen
Steden bouwen stadsmuren en torens als symbolen van macht en autonomie