aardrijkskunde

Cards (42)

  • Relatieve luchtvochtigheid
    Verhouding tussen aanwezige waterdamp en de maximale hoeveelheid waterdamp die lucht bij die bepaalde temperatuur kan bevatten x 100
  • Verdamping
    Waterdamp komt in de lucht terecht
  • Absolute luchtvochtigheid
    Hoeveelheid waterdamp in g/m3 lucht
  • Condensatie
    1. Door meer vocht toevoegen
    2. Door afkoeling
  • Condensatiekernen
    Zwevende stofdeeltjes in de troposfeer waarrond condensatie plaatsvindt
  • Classificatie van wolken
    • Vorm, hoogte en neerslag zijn de belangrijkste criteria
  • Stratocumulus is de meest frequente wolkensoort in België
  • Cumulonimbus is de gevaarlijkste wolkensoort
  • Neerslagrijke gebieden
    • Zenitale regens in de tropen
    • Moessonregens in ZO-Azië
    • Frontale regens rond 60°N
    • Stijgingsregens door reliëf
  • Neerslagarme gebieden zijn waar lucht opwarmt
  • Het regent ongeveer 7,5% van de tijd in België
  • Maandneerslagwaarden kunnen sterk variëren in België
  • In de hoogste delen van België valt bijna dubbel zoveel neerslag als in Laag- en Midden-België
  • Ontharding, vergroening en waterbuffers
    Maatregelen tegen verstening en wateroverlast
  • Wind zorgt voor herverdeling van vocht, het is niet waar het vocht verdampt dat het ook als neerslag terug naar beneden valt
  • Weergegevens verzamelen aan het aardoppervlak

    Het KMI beschikt over een 20-tal weerstations verspreid over gans België om permanente waarnemingen te doen onder vergelijkbare omstandigheden in een weertuin
  • Ons weer komt vaak van over de Atlantische Oceaan
  • Netwerk van onbemande weerboeien
    Booreilanden
  • Weergegevens verzamelen in de troposfeer en een deel van de stratosfeer
    1. Met behulp van een weerballon
    2. Hiermee worden naast weergegevens ook ozonwaarnemingen verricht
  • Verticaal profiel tot op 33 km hoogte door ballonpeiling vanuit Ukkel
  • Geostationaire satellieten
    • Bevinden zich op een kleine 35 800km boven de aarde in het evenaarsvlak en draaien mee met de aardrotatie
    • Nadelen: door grote hoogte minder gedetailleerd, hoge breedtegraden vallen buiten beeld
  • Polaire satellieten
    • Draaien op lagere hoogte (5002000 km) in een elliptische baan over beide polen terwijl de aarde onder hen doordraait
    • Omlooptijd +/- 1,5 tot 2 uur
  • Visuele beelden
    • Registreren de weerkaatsing van het zichtbare licht, wat goed weerkaatst (bv. ijs, wolken en zand) is wit en wat weinig zonlicht reflecteert (bv. water) is grijs tot zwart
    • Nadeel: enkel overdag opnames
  • Infrarood beelden
    Registreren warmteverschillen, wat koud is wordt wit weergegeven (bv. hoge bewolking, ijs) en wat warmer is grijs (bv. lage bewolking of mist)
  • Luchtdruk
    Ontstaat door het gewicht van de atmosfeer op de aarde
  • De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau = 1013hPa
  • Hoge druk
    Luchtdruk > 1013 hPa
  • Lage druk
    Luchtdruk < 1013 hPa
  • Luchtdruk varieert van plaats tot plaats en ook in tijd
  • Isobaren
    Lijnen van gelijke druk getekend op weerkaarten
  • Anticycloon
    • Kern van hoge druk omsloten door gesloten isobaren
  • Depressie
    • Kern van lage druk omsloten door gesloten isobaren
  • Waar de isobaren dicht bij elkaar liggen
    Is er sterke wind (rond een L)
  • Waar de isobaren ver uit elkaar liggen
    Hebben we rustig weer (rond een H)
  • Hoe ontstaat een storm?
    1. Temperatuurverschillen doen drukverschillen ontstaan = thermische drukgebieden
    2. Dynamische drukgebieden ontstaan door beweging van lucht
  • Zonder aardrotatie zou er steeds lucht van de pool naar de evenaar stromen aan het aardoppervlak
  • Azoren-maximum
    Belangrijk voor West-Europese weer
  • Ijsland-minimum
    Belangrijk voor West-Europese weer
  • Drukverschillen doen winden ontstaan
    Lucht verplaatst zich van het teveel naar het tekort, dit wil zeggen van H naar L
  • Door de aardrotatie
    Gaat de luchtverplaatsing niet in een rechte lijn, de Corioliskracht doet uiteindelijk op het N-halfrond winden afbuigen naar rechts