Veel gezelschapsdieren zijn gevoelig aan allerhande infectieziekten. Dit zijn ziekten die veroorzaakt worden door o.a. virussen, bacteriën, schimmels en parasieten.
Vaccineren
Het toedienen van een vaccin (entstof) in het lichaam, waardoor het immuunsysteem antistoffen aanmaakt tegen die ziektekiemen.
Soorten vaccins
Levend, levend verzwakte en dode vaccins
Actieve immuniteit
Door het toedienen van verzwakte ziektekiem worden er bij het dier antistoffen gevormd. Het dier kan ook onthouden hoe die antistoffen moeten gemaakt worden, zodat er bij een latere besmetting onmiddellijk nieuwe antistoffen kunnen worden gemaakt tegen die ziekte.
Passieve immuniteit
Het rechtstreeks toedienen van antistoffen. Deze blijven slechts enkelen weken werkzaam en verdwijnen dan.
Vaccins worden in het algemeen intramusculair of subcutaan als een injectie toegediend.
Omdat de opgebouwde weerstand geleidelijk terugloopt, is het aan te bevelen de vaccinaties elk jaar te herhalen (= rappels, herhalingsvaccinaties) zodat de weerstand op peil wordt gehouden.
Passieve immuniteit
Dit is het rechtstreeks toedienen van antistoffen. Deze blijven slechts enkelen weken werkzaam en verdwijnen dan. Deze antistoffen kunnen via de placenta of moederkoek en via de moedermelk het jonge dier bereiken. De biestmelk is zeer rijk aan antistoffen. In de eerste uren na de geboorte gaan deze antistoffen door de darm naar het bloed zonder verteerd te worden. Deze antistoffen kunnen tot 3 maanden actief blijven. Soms neemt men ook bloed van reeds gevaccineerde dieren en gaat men de antistoffen hieruit halen en geven aan een ziek dier. Dit is dus geen preventie maar een behandeling. Dit is het toedienen van een serum.
Voorkomen is steeds beter dan genezen om een besmettelijke ziekte te controleren
Een preventieve vaccinatie is minder duur dan een behandeling, voorkomt onnodig lijden, handicaps en blijvende letsels en vermindert de verspreiding van de ziekte
Bepaalde ziekten zijn in sommige landen door een goed vaccinatieprogramma van de dierenartsen zo goed als volledig verdwenen
Voordelen van vaccinatie
Minderduur dan behandeling van infectieziekte
Voorkomt onnodig lijden bij dier
Voorkomt eventuele letsels door ziekte
Vermindertverspreiding van ziekte
De verschillende vaccins die het jonge dier toegediend krijgt zijn een enorme belasting voor het afweersysteem van het jonge dier
Uit de hoek van de alternatieve diergeneeskunde wordt gesteld dat vaccins medeveroorzaker kunnen zijn van verschillende aandoeningen op latere leeftijd
Vaccins zouden ook zeer belastend zijn voor de werking van de schildklier
De ontdekking van het vaccineren is een van de belangrijkste ontdekkingen van de geneeskunde geweest
Vaccineren afwijzen kan alleen maar leiden tot grote schade van mens en dier
Core vaccins
Vaccins die beschermen tegen dodelijke of zeer ernstige ziekten
Non-core vaccins
Vaccinaties die alleen nodig zijn vanwege omstandigheden (pension, infectiedruk, eisen buitenland) maar waarvan de ziekte alleen in bijzondere omstandigheden ernstig verloopt
Hoe lang een vaccinatie beschermt hangt af van de ziekte en van de manier waarop het vaccin is gemaakt
In België en Nederland leven we in een relatief laag risicogebied en is herhaald vaccineren voor mensen dus niet nodig
In Nederland is slechts 50% van de honden en slechts 25% van alle katten gevaccineerd. Er is dus nooit sprake van een populatie bescherming
Onderzoek heeft aangetoond dat bijvoorbeeld 20% van alle patiënten die ogenschijnlijk gezond zijn, toch iets onder de leden hebben wat ontdekt wordt tijdens de jaarlijkse check up
Een jaar lijkt kort, maar je moet bedenken dat 1 jaar voor een kat of hond er 5 of meer voor jou zijn
VacciCheck®
Een test waarmee in de praktijk is te testen of een hond nog voldoende antistoffen in het bloed heeft. Hiermee zou dus bepaald kunnen worden of vaccineren wel nodig is.
De VacciCheck bepaalt alleen de bescherming tegen het Canine Parvo Virus, Canine Adeno Virus en het Hondenziekte virus (distemper)
De vaccinatie tegen de vier verschillende soorten Leptospirose bacteriën is een dood vaccin en deze werkt niet langer dan 1 jaar
De jaarlijkse controle van de gezondheid van de hond is geen luxe. Elk jaar is dit het belangrijkste contact moment met de dierenarts en worden vaak (20% blijkt uit onderzoek) verborgen aandoeningen vastgesteld die de eigenaar niet zelf kan waarnemen
De VacciCheck wordt vaak gepositioneerd als mogelijkheid om geld te besparen op de jaarlijkse bezoeken, maar dit klopt niet
ovenstaande blijkt dit dus niet te kloppen
De jaarlijkse vaccinatie en het jaarlijks onderzoek blijven nodig en alleen de grote cocktail die eens per drie jaar nodig is zou je kunnen overslaan, maar dan moet de bescherming ook voor alle drie de onderdelen goed uit de test komen!
Om al die redenen is de zin van de VacciCheck heel beperkt
De VacciCheck wordt ook wel ingezet om te bepalen of puppy's al gevaccineerd kunnen worden
Het gaat er juist om, om te bepalen of ze geen titer meer hebben (namelijk de antistoffen van hun moeder die de stoffen van het vaccin neutraliseren)
Onze pup-enting is wel degelijk instaat om door de maternale immuniteit heen te breken
De afweer van de antistoffen van de moeder wordt dus omzeild
Het immuunsysteem wordt door de 6 weken-enting geprimed (voorbereid) op de vervolg entingen
Door deze priming zal het immuunsysteem van de pup bij de daaropvolgende enting veel meer antistoffen maken dan zonder deze priming en is dus beter beschermd
Bij de kleine pups moet elke 3-4 weken bloed worden afgenomen (i.p.v. een onderhuidse injectie) en uiteindelijk moet er dan toch nog gevaccineerd worden (namelijk zodra de titer laag is geworden)
De meeste dierenarts-virologen vinden dit niet ethisch verantwoord en raden deze toepassing dan ook af