virale infectieziekten

Cards (249)

  • Veel gezelschapsdieren zijn gevoelig aan allerhande infectieziekten. Dit zijn ziekten die veroorzaakt worden door o.a. virussen, bacteriën, schimmels en parasieten.
  • Vaccineren
    Het toedienen van een vaccin (entstof) in het lichaam, waardoor het immuunsysteem antistoffen aanmaakt tegen die ziektekiemen.
  • Soorten vaccins

    • Levend, levend verzwakte en dode vaccins
  • Actieve immuniteit
    Door het toedienen van verzwakte ziektekiem worden er bij het dier antistoffen gevormd. Het dier kan ook onthouden hoe die antistoffen moeten gemaakt worden, zodat er bij een latere besmetting onmiddellijk nieuwe antistoffen kunnen worden gemaakt tegen die ziekte.
  • Passieve immuniteit
    Het rechtstreeks toedienen van antistoffen. Deze blijven slechts enkelen weken werkzaam en verdwijnen dan.
  • Vaccins worden in het algemeen intramusculair of subcutaan als een injectie toegediend.
  • Omdat de opgebouwde weerstand geleidelijk terugloopt, is het aan te bevelen de vaccinaties elk jaar te herhalen (= rappels, herhalingsvaccinaties) zodat de weerstand op peil wordt gehouden.
  • Passieve immuniteit
    Dit is het rechtstreeks toedienen van antistoffen. Deze blijven slechts enkelen weken werkzaam en verdwijnen dan. Deze antistoffen kunnen via de placenta of moederkoek en via de moedermelk het jonge dier bereiken. De biestmelk is zeer rijk aan antistoffen. In de eerste uren na de geboorte gaan deze antistoffen door de darm naar het bloed zonder verteerd te worden. Deze antistoffen kunnen tot 3 maanden actief blijven. Soms neemt men ook bloed van reeds gevaccineerde dieren en gaat men de antistoffen hieruit halen en geven aan een ziek dier. Dit is dus geen preventie maar een behandeling. Dit is het toedienen van een serum.
  • Voorkomen is steeds beter dan genezen om een besmettelijke ziekte te controleren
  • Een preventieve vaccinatie is minder duur dan een behandeling, voorkomt onnodig lijden, handicaps en blijvende letsels en vermindert de verspreiding van de ziekte
  • Bepaalde ziekten zijn in sommige landen door een goed vaccinatieprogramma van de dierenartsen zo goed als volledig verdwenen
  • Voordelen van vaccinatie
    • Minder duur dan behandeling van infectieziekte
    • Voorkomt onnodig lijden bij dier
    • Voorkomt eventuele letsels door ziekte
    • Vermindert verspreiding van ziekte
  • De verschillende vaccins die het jonge dier toegediend krijgt zijn een enorme belasting voor het afweersysteem van het jonge dier
  • Uit de hoek van de alternatieve diergeneeskunde wordt gesteld dat vaccins medeveroorzaker kunnen zijn van verschillende aandoeningen op latere leeftijd
  • Vaccins zouden ook zeer belastend zijn voor de werking van de schildklier
  • De ontdekking van het vaccineren is een van de belangrijkste ontdekkingen van de geneeskunde geweest
  • Vaccineren afwijzen kan alleen maar leiden tot grote schade van mens en dier
  • Core vaccins
    Vaccins die beschermen tegen dodelijke of zeer ernstige ziekten
  • Non-core vaccins
    Vaccinaties die alleen nodig zijn vanwege omstandigheden (pension, infectiedruk, eisen buitenland) maar waarvan de ziekte alleen in bijzondere omstandigheden ernstig verloopt
  • Hoe lang een vaccinatie beschermt hangt af van de ziekte en van de manier waarop het vaccin is gemaakt
  • In België en Nederland leven we in een relatief laag risicogebied en is herhaald vaccineren voor mensen dus niet nodig
  • In Nederland is slechts 50% van de honden en slechts 25% van alle katten gevaccineerd. Er is dus nooit sprake van een populatie bescherming
  • Onderzoek heeft aangetoond dat bijvoorbeeld 20% van alle patiënten die ogenschijnlijk gezond zijn, toch iets onder de leden hebben wat ontdekt wordt tijdens de jaarlijkse check up
  • Een jaar lijkt kort, maar je moet bedenken dat 1 jaar voor een kat of hond er 5 of meer voor jou zijn
  • VacciCheck®
    Een test waarmee in de praktijk is te testen of een hond nog voldoende antistoffen in het bloed heeft. Hiermee zou dus bepaald kunnen worden of vaccineren wel nodig is.
  • De VacciCheck bepaalt alleen de bescherming tegen het Canine Parvo Virus, Canine Adeno Virus en het Hondenziekte virus (distemper)
  • De vaccinatie tegen de vier verschillende soorten Leptospirose bacteriën is een dood vaccin en deze werkt niet langer dan 1 jaar
  • De jaarlijkse controle van de gezondheid van de hond is geen luxe. Elk jaar is dit het belangrijkste contact moment met de dierenarts en worden vaak (20% blijkt uit onderzoek) verborgen aandoeningen vastgesteld die de eigenaar niet zelf kan waarnemen
  • De VacciCheck wordt vaak gepositioneerd als mogelijkheid om geld te besparen op de jaarlijkse bezoeken, maar dit klopt niet
  • ovenstaande blijkt dit dus niet te kloppen
  • De jaarlijkse vaccinatie en het jaarlijks onderzoek blijven nodig en alleen de grote cocktail die eens per drie jaar nodig is zou je kunnen overslaan, maar dan moet de bescherming ook voor alle drie de onderdelen goed uit de test komen!
  • Om al die redenen is de zin van de VacciCheck heel beperkt
  • De VacciCheck wordt ook wel ingezet om te bepalen of puppy's al gevaccineerd kunnen worden
  • Het gaat er juist om, om te bepalen of ze geen titer meer hebben (namelijk de antistoffen van hun moeder die de stoffen van het vaccin neutraliseren)
  • Onze pup-enting is wel degelijk instaat om door de maternale immuniteit heen te breken
  • De afweer van de antistoffen van de moeder wordt dus omzeild
  • Het immuunsysteem wordt door de 6 weken-enting geprimed (voorbereid) op de vervolg entingen
  • Door deze priming zal het immuunsysteem van de pup bij de daaropvolgende enting veel meer antistoffen maken dan zonder deze priming en is dus beter beschermd
  • Bij de kleine pups moet elke 3-4 weken bloed worden afgenomen (i.p.v. een onderhuidse injectie) en uiteindelijk moet er dan toch nog gevaccineerd worden (namelijk zodra de titer laag is geworden)
  • De meeste dierenarts-virologen vinden dit niet ethisch verantwoord en raden deze toepassing dan ook af