geschiedenis h 1 begrippen

Cards (29)

  • grondwet
    een document waarin de grondrechten van alle burgers en de regels over het bestuur van het land staan
  • grondrechten
    basisrecht van elke burger
  • constituele monarchie
    een bestuursvorm waarbij de macht van de koning (monarch) is vastgelegd in een grondwet (de constitutie)
  • regering
    de koning en de ministers samen
  • parlement
    een volksvertegenwoordiging; in Nederland de Eerste en Tweede kamer samen
  • staatshoofd
    persoon die symbool staat voor de hoogste macht in een staat
  • onschendbaar
    de koning is zelf niet verantwoordelijk voor wat hij zegt of doet
  • ministerïele verantwoordelijkheid
    ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt of doet, en voor hun eigen werk
  • parlementair stelsel
    een bestuursvorm waarbij het parlement de macht heeft
  • districtenstelsel
    een systeem waarbij elk gebied een kamerlid koos. de persoon die in een district de meeste stemmen kreeg, kwam in de tweede kamer
  • Luxemburgse kwestie
    een ruzie over Luxemburg tussen de koning en het parlement in 1866-1867
  • liberalisme
    een politieke stroming. liberalen vonden dat er zoveel mogelijk vrijheid moet zijn voor burgers en bedrijven
  • socialisme
    een politieke stroming. socialisten vonden dat geld en bezit eerlijker verdeeld moeten worden en dat de regering veel meer moet doen om de armen te helpen
  • confessionalisme
    een politieke stroming. confessionelen baseren hun politieke ideeën op hun geloof.
  • censuskiesrecht
    kiesrecht waarbij alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mochten stemmen
  • algemeen kiesrecht
    als iedereen van een bepaalde leeftijd mag stemmen
  • industriele revolutie
    de grote verandering door de komst van fabrieken en machines
  • verstedelijking
    het onstaan van steden op plekken waar eerst platteland was
  • sociale kwestie
    het probleem van slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders als gevolg van de industriele revolutie
  • sociale wetten
    wetten die mensen beschermen tegen de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid
  • schoolstrijd
    de politieke ruzie over de vraag wie het bijzonder onderwijs moest betalen
  • emancipatie
    het streven naar gelijke rechten
  • discriminatie
    het ongelijk behandelen van een groep of persoon vanwege bijvoorbeeld geloof, geslacht of afkomst
  • verzuiling
    de verdeling van de samenleving in groepen met een eigen politieke of godsdienstige overtuiging
  • caoutchouc-artikel
    grondswetartikel in 1887 dat kiesrecht gaf aan alle mannen die aan bepaalde eisen voldeden
  • feminisme
    een beweging die opkomt voor gelijke rechten voor de vrouw
  • eerste feministische golf
    periode van 1870-1920 waarin steeds meer vrouwen in actie kwamen voor gelijke rechten
  • vrouwenkiesrecht
    het recht van vrouwen om te stemmen en gekozen te worden
  • pacificatie van 1917
    naam voor de grondswetwijziging in 1917 toen socialisten, confessionelen en een deel van de liberalen voor elkaars wensen stemden