een document waarin de grondrechten van alle burgers en de regels over het bestuur van het land staan
grondrechten
basisrecht van elke burger
constituele monarchie
een bestuursvorm waarbij de macht van de koning (monarch) is vastgelegd in een grondwet (de constitutie)
regering
de koning en de ministers samen
parlement
een volksvertegenwoordiging; in Nederland de Eerste en Tweede kamer samen
staatshoofd
persoon die symbool staat voor de hoogste macht in een staat
onschendbaar
de koning is zelf niet verantwoordelijk voor wat hij zegt of doet
ministerïele verantwoordelijkheid
ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt of doet, en voor hun eigen werk
parlementair stelsel
een bestuursvorm waarbij het parlement de macht heeft
districtenstelsel
een systeem waarbij elk gebied een kamerlid koos. de persoon die in een district de meeste stemmen kreeg, kwam in de tweede kamer
Luxemburgse kwestie
een ruzie over Luxemburg tussen de koning en het parlement in 1866-1867
liberalisme
een politieke stroming. liberalen vonden dat er zoveel mogelijk vrijheid moet zijn voor burgers en bedrijven
socialisme
een politieke stroming. socialisten vonden dat geld en bezit eerlijker verdeeld moeten worden en dat de regering veel meer moet doen om de armen te helpen
confessionalisme
een politieke stroming. confessionelen baseren hun politieke ideeën op hun geloof.
censuskiesrecht
kiesrecht waarbij alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mochten stemmen
algemeen kiesrecht
als iedereen van een bepaalde leeftijd mag stemmen
industriele revolutie
de grote verandering door de komst van fabrieken en machines
verstedelijking
het onstaan van steden op plekken waar eerst platteland was
sociale kwestie
het probleem van slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders als gevolg van de industriele revolutie
sociale wetten
wetten die mensen beschermen tegen de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid
schoolstrijd
de politieke ruzie over de vraag wie het bijzonder onderwijs moest betalen
emancipatie
hetstrevennaargelijkerechten
discriminatie
het ongelijk behandelen van een groep of persoon vanwege bijvoorbeeld geloof, geslacht of afkomst
verzuiling
de verdeling van de samenleving in groepen met een eigen politieke of godsdienstige overtuiging
caoutchouc-artikel
grondswetartikel in 1887 dat kiesrecht gaf aan alle mannen die aan bepaalde eisen voldeden
feminisme
een beweging die opkomt voor gelijke rechten voor de vrouw
eerste feministische golf
periode van 1870-1920 waarin steeds meer vrouwen in actie kwamen voor gelijke rechten
vrouwenkiesrecht
het recht van vrouwen om te stemmen en gekozen te worden
pacificatie van 1917
naam voor de grondswetwijziging in 1917 toen socialisten, confessionelen en een deel van de liberalen voor elkaars wensen stemden