Rond 1500 is de Duitse keizer Karel heerser over de Nederlandse gewesten, Spanje, Italië, grote delen van Duitsland, Oostenrijk en de Spaanse koloniën
1556 zoon Filips II (Spanje) aan de macht, wil eenheid van staat en kerk
Politieke achtergronden
1. 1517 Maarten Luther spijkert 95 stellingen aan de kerkdeur van Wittenberg
2. 1566 de beeldenstorm
3. 1568-1648 Tachtigjarige oorlog
4. 1587 De Republiek der Nederlanden
5. 1648: vrede van Munster
1585 Val van Antwerpen: volksverhuizing van Antwerpen naar Amsterdam
Opkomst stadscultuur, Stedelijke gedragscode
1602 oprichting VOC, Economische bloei in de Republiek
Stadsbestuur in de steden bestaat uit machtige regenten afkomstig uit het zakenmilieu
Middeleeuwen
Mens is onderdeel van groep (gilde, klooster, boerderij), God staat centraal, Godsdienstige elementen als onderwerp van kunst en literatuur
16e en 17e eeuw
Mens is een individu (Individualisme), De mens is het middelpunt (antropocentrisme), Motieven uit de Klassieke Oudheid als onderwerp van kunst en literatuur
Renaissance
Herleving van de Klassieke Oudheid (vanuit Italië in de 14e eeuw), Herleving literaire genres als epos, komedie en tragedie: Translatio (vertalen), Imitatio (nabootsen/navolgen), Aemulatio (overtreffen)
Tegen het eind van de middeleeuwen steden groeien, in plaats van de kerk worden het de rijke burgers die de opdracht geven voor kunst (denk aan portretten en schuttersstukken)
Rederijkers
Ontstaan rederijkerskamers, In Amsterdam: D'Eglantier (devies 'In liefde bloeien'): G.A. Bredero, P.C. Hooft, Het wit Lavendel (spreuk 'Ut levender jonste'): J. van den Vondel
Literatuur in de renaissance
Middeleeuwen: christelijke onderwerpen, Renaissance: onderwerpen uit de Klassieke Oudheid (brontekst: Aeneas van Vergilius)
Opdrachtgevers
Middeleeuwen: de Kerk, de Adel, Vanaf de Renaissance: de gegoede Burgerij
Functie van 17e eeuwse kunst
Normen en waarden overbrengen (exempla contraria bijv. kluchten van Bredero)
Versterken van de stedelijke identiteit (schuttersstukken; bijv. de Nachtwacht)
Nuttige en het aangename verenigen (Utile Dulce)
Grote schrijvers in de Gouden Eeuw
G.A.Bredero (1585-1618)
P.C Hooft (1581-1647)
Joost van den Vondel (1587-1679)
ConstantijnHuygens (1596-1687)
Literatuurvormen 16e-17e eeuw
Didactische verhalen
Liederen en liedboeken
Sonnet
Toneel
Ernstig en komisch toneel
Begin 17e eeuw geschreven in rederijkerskamers, 1637: bouw Amsterdamse Schouwburg, Functie modernere toneel: stedelijke functie (opbrengst ten goede aan liefdadigheid/sociale instellingen), didactische en opiniërende functie
Aristotelische tragedie
Eenheid van tijd, plaats en handeling, Tijd: maximaal 24 uur, Plaats: één locatie, Handeling: één intrige
Komisch toneel / klucht
Opvoedende functie, Lering en vermaak
Bredero (1585-1618)
Een Amsterdamse volksjongen, Hij vooral schreef liederen en kluchten, zoals De Spaanse Brabander en De klucht van de koe, Doel van de komische teksten: de bevolking leren wat wenselijk gedrag is (goede zeden) door slecht gedrag te tonen
Tragedie
Hooggeplaatste personages
Inhoud: Klassieke oudheid, geschiedenis of bijbel
Verheven taal
5 bedrijven + koren
Komedie / klucht
Hoofdpersonen uit lagere klassen
Inhoud: dagelijkse onderwerpen
Spreektaal
Aristotelische tragedie
Eenheid van tijd, plaats en handeling
Tijd: maximaal 24 uur
Plaats: één locatie
Handeling: één intrige
Komisch toneel / klucht
Opvoedende functie
Lering en vermaak
Doel van de komische teksten
de bevolking leren wat wenselijk gedrag is (goede zeden) door slecht gedrag te tonen
In de 18e eeuw ligt de politieke macht en rijkdom in de Republiek bij de regenten
Gegoede burgers (winkeliers, onderwijzers, ambtenaren) zijn erg belangrijk voor de sociaal-economische situatie, maar hebben geen macht
In de 2e helft 18e eeuw is er verdeeldheid in de Republiek: regenten willen macht behouden, oranjegezinden willen stadhouder aan de macht, patriotten willen macht aan de gegoedeburgerij
Rond de eeuwwisseling (18e →19e e.) waren er de Franse Revolutie (1789), de Bataafse Republiek (Franse overheersing, 1795-1806) en Lodewijk Napoleon als koning van Holland (1806-1810)
Standen in de 18e eeuw in de Republiek
Rijkeburgers
Middenstand
Boeren, arbeiders en armen
Verlichting
Emancipatiebeweging van de burgerij om zich te bevrijden van traditionele denkbeelden
Basis: zelfstandig, kritischdenken (rede, ratio)
Grote aandacht voor onderwijs en opvoeding
Toename van kennis op het gebied van wetenschap en techniek
Verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid
Functie van kunst in de 18e eeuw
Opvoedend
Opiniërend
Minder symboliek in de kunst dan ervoor: kunst moet begrijpelijk zijn voor de (gegoede) burger
Classicisme
Belangrijkste kunststroming in de 18e eeuw
Overgenomen uit de 17e eeuw maar aangepast aan de opvattingen van de burgerij en passend bij de Verlichting
Paleis Het Loo
Literatuur in de 18e eeuw
Classicistischtoneel
Spectatorialetijdschriften
Kinderliteratuur
Imaginairereisverhalen
Roman
Classicistisch toneel
Dichtgenootschap Nil Volentibus Arduum schreef toneel met treurspelen van Franse schrijvers als Corneille, Racine en Molière als voorbeeld
Doel: het publiekmorelelessen leren en deugdzaamheid bevorderen
Classicistischtoneel
Het wederzijds huwelijksbedrog van Pieter Langendijk (1714)
Spectatoriale tijdschriften
Functie: opinie en advies geven over alledaagse onderwerpen op het gebied van opvoeding, huiselijke omgang, geloof en verdraagzaamheid