Verpleegkunde - BLOK 2

Cards (11)

  • Zelfredzaamheid betekent dat je voor jezelf kunt zorgen en dagelijkse dingen kunt doen zonder hulp van anderen, zoals koken, aankleden en jezelf verplaatsen.
  • Het is belangrijk om zelfstandig te blijven, vooral als je ouder wordt. Uit onderzoek blijkt dat dit helpt om een betere kwaliteit van leven te behouden, vooral voor ouderen die kwetsbaar zijn of een andere achtergrond hebben.
  • Manieren waarop mensen zich aanpassen aan veranderingen als ze ouder worden.
    ·       Bij Selectie kiezen ze activiteiten die ze nog kunnen doen.
    ·       Bij optimalisatie proberen ze hun vaardigheden te verbeteren.
    ·       Bij compensatie zoeken ze naar nieuwe manieren om dingen te doen als ze niet meer zoals vroeger kunnen.
  • Competenties van de client in relatie tot zelfmanagement:
    De client heeft competenties zoals kennis over zijn gezondheid, vaardigheden om zelfstandig beslissingen te nemen, motivatie om veranderingen aan te brengen en zelfmanagementvaardigheden zoals plannen en doelen stellen.
  • In kaart brengen en stimuleren van zelfmanagement:
    Als verpleegkundige kun je het zelfmanagement van de client in kaart brengen door te praten over zijn kennis, vaardigheden en motivatie om zijn gezondheid te managen. Door de client te ondersteunen bij het stellen van doelen en het ontwikkelen van zelfmanagementvaardigheden, zoals probleemoplossend vermogen en zelfmonitoring, kun je zijn zelfmanagementvermogen stimuleren.
  • ·       Het 5A-model:
    o   Assess: Het beoordelen van de huidige situatie van de client en zijn zelfmanagementvermogen.
    o   Advise: Het geven van advies en informatie aan de client over hoe hij zijn gezondheid kan managen.
    o   Agree: Het samen met de client bepalen van doelen en een plan van aanpak.
    o   Assist: Het bieden van ondersteuning en begeleiding bij het uitvoeren van het plan.
    o   Arrange: Het regelen van follow-up en eventuele verdere ondersteuning.
  • Praktische toepassing van het 5A-model:
    In de praktijk kun je het 5A-model toepassen door eerst de situatie van de client te beoordelen, vervolgens samen met hem doelen en een plan op te stellen, hem te ondersteunen bij het uitvoeren van het plan, en ten slotte te zorgen voor follow-up en eventuele aanpassingen.
  • Overeenkomst tussen het 5A-model en het model van Balm:
    Het model van Balm, met de stappen openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen en volhouden, sluit aan bij de begeleidingsstijl die het 5A-model stimuleert. Beide modellen benadrukken het belang van samenwerking, begrip en motivatie bij het ondersteunen van zelfmanagement van de client.
  • De (directe) sociale omgeving kan een waardevolle bijdrage leveren aan het behoud van vitaliteit bij mensen met dementie. Dit kan onder andere bestaan uit sociale activiteiten, steun van buren, vrienden, en lokale gemeenschap, en het bieden van praktische hulp en emotionele ondersteuning.
  • De rol van de sociale omgeving is met name relevant wanneer iemand te maken heeft met beginnende dementie, maar ook in latere stadia van de ziekte. In elke fase kan de steun en betrokkenheid van anderen een positieve invloed hebben op het welzijn en de kwaliteit van leven van de persoon met dementie en zijn of haar verzorgers
  • De verpleegkundige kan de bijdrage van de sociale omgeving versterken door het stimuleren van een inclusieve wijkaanpak. Dit houdt in dat de verpleegkundige samenwerkt met lokale gemeenschappen, buurtorganisaties en andere zorgverleners om een ondersteunend netwerk te creëren rondom de persoon met dementie en zijn of haar verzorgers. Dit netwerk kan helpen bij het organiseren van activiteiten, het bieden van praktische hulp, en het verstrekken van informatie en advies aan de betrokkenen.