exammen nederlans kanderbazis

Cards (53)

  • hoe vind he het onderwerp in een tekst.
    titels, tussen kopjes, dikgedrukte worden, inleiding, illustraties.
  • wat is de hoofd gedachte van een tekst.
    de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft
  • waar vind je de hoofdgedachte in een tekst.
    inleiding, slot,
  • wat zijn hooft en bij zakken van een tekst.
    een hoofdzaak is het belangrijkste uit de tekst.
    een bijzaak is minder belangrijk dan de hoofdzaak.
  • noem de 7 tekst doelen.
    informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren
  • wet is het doel van een informeren tekst.
    mensen informatie geven.
  • wet is het doel van een adviseren tekst.
    mensen begeleiden met wat ze moeten doen.
  • wet is het doel van een instrueren tekst.
    mensen aansporen om wat te doen.
  • wet is het doel van een adviseren tekst.
    mensen overhalen.
  • wet is het doel van een overtuigen tekst.
    je mening veranderen naar de maning van de schrijver.
  • wet is het doel van een activeren tekst.
    de lezer iets laten doen.
  • noem allen lees soorten.
    verkennend, globaal, precies, zoekend, kritisch,
  • wat doe je bij verkennend lezen.
    bekijk de tekst. titels, tussen kopjes, dikgedrukte worden, inleiding, illustraties.
    lees de eersten alinea.
  • wat doe je bij globaal lezen.
    lees de tussenkopjes.
    lees de eerste en de laatste alinea.
    lees de eerste en laatste zin van alle alinea's.
  • wat doe je bij precies lezen.
    lees de tekst helemaal.
    gebruik technieken om moeilijke woorden te leren.
    zoek naar signaalwoorden die verbanden aangeven.
    bedenk wat de hoofdgedachte is.
  • dat doe je bij zoekend lezen.
    kijk naar tussenkopjes en anders gedrukte worden. let op inleiding en slot
    als je weet waar de informatie in de tekst staat, ga je precies lezen.
  • wat doe je bij kritisch lezen.
    vraag je af : is de bron bekend, actueel en betrouwbaar.
    is de schrijver deskundig en onpartijdig.
    wat is het doel van de tekst.
  • uit welken drie dellen is de tekst op ge boud.
    inleiding.
    middenstuk
    slot
  • wat is een fijt
    een ding wat je can bewijzen.
  • wat is een mening.
    is wat iemand vind het hoeft niet perse waar tenzij.
  • wat is een argument
    met een argument leg je uit waarom je dezen mening hebt.
  • signaalhoorn voor een opsomming
    ten eerst, ook, om te beginnen.
  • signaalhoorn voor een tegenstelling
    maar, echter , toch ,hoewel ,daarnaast.
  • signaalhoorn voor een oorzaak-gevolg
    doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is,
  • signaalwoorden voor een voorbeeld verband.
    zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere.
  • onderwerp van de tekst.
    waar de tekst over gaat opgesomd in een of twee worden.
  • hoofdgedachten van de tekst
    staat altijd in een zin.
    staat soms in inleiding of conclusie.
  • hoe wet je dat de tekst voor een jongen publiek is?
    Illustraties,
  • samenvatting
    in een (beperkt) aantal zinnen de inhoud van de tekst weergeven.
  • amuseren de tekst
    de lezer met een tekst vermaken
  • informeren de tekst
    de lezer informatie geven over bepaalden zaken
  • overtuigen de tekst
    proberen om iemand anders duidelijk te maken dat houw mening de juiste is.
  • overhalen de tekst
    probeert de lezer over te hallen om tiet te doen.
  • instructie geven 

    iets begeleidden.
  • gevoel tot uitdrukking brengen
    gedicht en lied
  • dat zijn de onder delen van een tekst
    inleiding, slot, conclusie.
  • wat betekend alinea
    stukje tekst over een bepaald onderwerp
  • wat betekend argument
    uitleggel waarom je vind dat iets zo is
  • wat bekeken auteur
    schrijver
  • wat betekent citaat
    letterlijk overgenomen stukje tekst.