nieuwe tijd

Cards (424)

  • Periodisering is een artificieel gegeven. Specialisten van de tijd hebben het verleden ingedeeld in periodes die volstrekt kunstmatig zijn.
  • De manier waarop de tijd wordt ingedeeld, is heel westers geïnspireerd. De westerlingen leggen hun tijdsindeling op aan de rest van de wereld.
  • Het begrip "nieuwe tijd" is reeds een half millennium oud.
  • Reeds in de zomer van 1789 zetten de revolutionairen de tijd stop en begonnen met een nieuwe tijdrekening.
  • Onze leefwereld is totaal verschillend van die van onze voorouders. De mensen spraken anders dan wij. Zij hadden een kleinere gestalte. Ze schreven heel anders (heel fonetisch). Hun taalstructuren waren ook anders.
  • Sommige overgangen verliepen erg geleidelijk, zeker bij de aanvang van de nieuwste tijd. Voor andere overgangen was er een echt breukmoment (bijv. de Franse Revolutie in 1789).
  • Middeleeuwen
    Term geïntroduceerd door Francesco Petrarca, die van mening was dat de humanisten voor het eerst gedichten konden produceren die konden wedijveren met de oudheid
  • Petrarca beschouwde de periode van 476 tot aan de 14de eeuw als duistere tijden of "tenebrae".
  • Flavio Biondo
    Italiaans historicus en humanist, auteur van De Roma triumphante, waarin hij het heidense Rome portretteerde als model voor bestuurlijke en militaire hervormingen
  • De pausen kozen een naam die aansluiting vond bij de klassieke oudheid en lieten zich ook hun baard groeien, naar het voorbeeld van de antieke keizers.
  • De nieuwe tijd spiegelde zich aan de antieke oudheid. Het is het natuurlijke referentiekader van deze periode.
  • In de tweede helft van de 15de eeuw en de eerste decennia van de 16de eeuw zijn er een aantal fenomenen die het aanschijn van de wereld ten goede maar vooral ten kwade veranderen.
  • Boekdrukkunst
    Techniek ontwikkeld door Johannes Gutenberg, die zich in Mainz vestigde. De bisschop van Siena noemde hem een "vir mirabilis".
  • De boekdrukkunst verspreidde zich vliegensvlug over Europa. Er werd gewerkt met uitgesneden loden letters die steeds opnieuw konden worden gebruikt.
  • Aflaten
    Het systeem waarbij de kerk en de paus het verblijf van de mens in het vagevuur inkorten in ruil voor een bedevaart, actie, goede daad of schenking
  • De Gutenbergbijbel wordt ook de 42-regelige bijbel genoemd omdat in iedere kolom 42 regels pasten. Deze dateert uit 1455 of 1456.
  • De boekdrukkunst maakte het voor de humanisten mogelijk om de teksten die ze onderzocht hadden snel en in de beste compilatie te verspreiden. De snelle verspreiding van de boekdrukkunst zorgde voor een discussiecultuur in het openbaar en in de publieke ruimte.
  • In oktober 1517 spijkerde de Augustijner monnik Maarten Luther 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg, waarin hij zijn onvrede over de kerk uitte.
  • De ideeën van Luther hadden zo'n groot succes dat enkele maanden later (bij de jaarwisseling van 1518) de stellingen reeds gedrukt en vertaald werden. Ze werden via Straatsburg verspreid over gans Europa.
  • De gevolgen waren enorm omdat de stellingen van Luther er vooral toe leidden dat zijn volgelingen uit de kerk werden gezet. De christianitas werd opengebroken. Europa werd in religieus opzicht pluriform en de religies werden mekaars tegenstanders.
  • 1453 is een belangrijk jaar omdat dan een einde kwam aan de Honderdjarige Oorlog en na de val van Constantinopel een einde kwam aan het Oost-Romeinse rijk.
  • De druk van het Ottomaanse rijk zorgde ervoor dat heel veel geleerden uit Constantinopel wegvluchtten naar het westen en hun manuscripten meenamen. Daardoor werd het Grieks in het westen beter bekend en zouden ook de West-Europese geleerden kennis nemen van de Griekse teksten.
  • De Ottomaanse expansie kan beschouwd worden als een botsing der beschavingen ("clash of civilizations" zoals in het boek van Samuel Huntington).
  • In 1492 ontdekt Colombus Amerika.
  • De Europeanen beginnen een grootscheepse expansie en gaan zich grote delen van de wereld toe-eigenen. Zij zoeken daarvoor een soort morele legitimatie en paus Alexander geeft die met het Verdrag van Tordesillas van 1494.
  • De eerste zeevaarder die de ganse wereld rondvaart is Ferdinand Magellaan (een Portugees in Habsburgse dienst).
  • Deze nieuwe fenomenen en ontwikkelingen op intellectueel, religieus, politiek en geografisch vlak worden positief geduid. Zij hadden nochtans enorme bijwerkingen.
  • De nieuwe of vroegmoderne tijd loopt van 1450 tot 1800 en wordt opgesplitst in twee periodes: 1450 tot 1650 en 1650 tot 1800. Het jaar 1650 is een breukmoment.
  • Vanaf 1650 begon een kleine ijstijd. In de jaren 1560 waren er veel misoogsten wegens overvloedige neerslag. In het Hageland (streek van het Leuvense) verdween de wijnbouw.
  • In de tweede helft van de 16de eeuw is Frankrijk volledig ontregeld door oorlogen met de godsdienst als inzet. Op de Britse eilanden zijn er burgeroorlogen (onthoofding van Karel I in 1649, het bewind van Cromwell). Er zijn opstanden in Portugal, Spanje, Sicilië en Napels tegen de Spaanse Habsburgers. In de Duitse gebieden woedt de Dertigjarige Oorlog.
  • De overheersende onrust hangt samen met de malaise die mede veroorzaakt wordt door de kleine ijstijd. Vandaar dat het humanisme, dat in oorsprong een optimistische beweging was, zal evolueren naar een diep pessimisme.
  • Het absoluut dieptepunt komt rond 1650. In 1648 wordt de Vrede van Westfalen gesloten. In 1649 eindigt de Engelse burgeroorlog met de terechtstelling van Karel I.
  • In de tweede helft van de 17de eeuw volgt dan een nieuwe periode van bloei. Er is de vooruitgang van de wetenschap met een samengaan van rationeel (René Descartes) met empirisch onderzoek (Blaise Pascal). Dit samengaan wordt de voedingsbodem voor de Verlichting.
  • De contouren van de moderniteit worden zichtbaar in de Atlantische revolutiegolven: Amerikaanse revolutie, Franse revolutie.
  • De tijd van voor de Franse Revolutie is na 1789 nooit meer teruggekeerd. De hervormingen van de Franse Revolutie waren immers radicaal en definitief.
  • Door de Franse Revolutie ontstonden nieuwe noties van burgerschap en natiegevoel. Zonder de Franse Revolutie was een Italiaanse eenmaking of een Belgische onafhankelijkheid gewoon niet denkbaar.
  • De kerk werd definitief ondergeschikt gemaakt aan de staat. De staat bepaalde de speelruimte van de kerk en degradeerde de kerk tot een private aangelegenheid.
  • De Franse Revolutie introduceerde het concept van de gelijkheid. De plaats van een persoon in de maatschappij werd voordien bepaald door zijn geboorte.
  • Nieuwe bestuurlijke indeling van het land waarbij elke verwijzing naar oude historische landstreken verdwenen is
  • Metriek stelsel in plaats van oude maten