De aarde warmt op, gletsjers en landijs smelten en daardoor stijgt de zeespiegel.
Broeikasgassen warmen de aarde op.
De kans op catastrofes of tipping points - kantelpunten - is niet groot.
Een tipping point is een omslag in het klimaat, waarna geen terugweg meer mogelijk is. Het klimaat lijkt als een schuifknop op broeikasgassen te reageren en die schuifknop kan ook weer omlaag.
De opwarming zet door, zelfs als vandaag alle uitstoot van broeikasgassen stopt. Zonder klimaatbeleid kan de gemiddelde temperatuur in 2100 stijgen van 4 tot 6,5 graden.
De gevolgen van de opwarming van de aarde zijn nu al merkbaar. In de zomer van 2018 stond het water van de Rijn lager dan ooit.
Waterdamp en CO2 komen van nature voor in de atmosfeer. Ze houden de warmte van de zon voor een deel vast. Zonder deze broeikasgassen zou het op de aarde veel kouder zijn dan nu.
Dit natuurlijke broeikaseffect wordt door allerlei activiteiten van de mens versterkt.
Sinds het begin van de industriële revolutie is de concentratie van CO2 in de dampkring met 49 procent toegenomen. Dit hebben wetenschappers afgeleid uit CO2-metingen op een vulkaan in Hawaï en in het ijs op Antarctica.
Door het versterkt broeikaseffect is het op aarde bijna 1 graden warmer dan 140 jaar geleden.
De opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door een kleine groep mensen en bedrijven. Honderd bedrijven zorgen voor 71 procent van de CO2-uitstoot. De rijkste 1 procent van de wereldbevolking stoot evenveel CO2 uit als de armste helft van de bevolking.
De rijkste 20 procent op aarde is verantwoordelijk voor twee derde van alle CO2-uitstoot.
Vroeger waren milieuveranderingen alleen lokaal merkbaar. Sinds de industriëlerevolutie zijn er machines die energie halen uit het verbranden van schadelijkebrandstoffen. De gevolgen daarvan zijn mondiaal.
Door de uitstoot van broeikasgassen veranderen we de opbouw van de dampkring en daardoor wordt de hele klimaatmachine in beweging gezet.
Door de opwarming van de aarde:
Stijgt de zeespiegel. In 2100 zal de zeespiegel tussen 25 en 80 cm gestegen zijn. De gletsjers en het landijs smelten.
Het warm water neemt meer ruimte in omdat het uitzet.
Ook de permafrost, de altijd bevroren ondergrond van het Noordpoolgebied, zal ontdooien.
Door de opwarming van de aarde:
Wordt het weer extremer. Denk aan: hittegolven, droogte, zware buien met piekafvoeren (verhoogde afvoer van rivieren), overstromingen, orkanen, bosbranden, schade aan de biodiversiteit en bedreiging van de volksgezondheid.
Door de opwarming van de aarde:
Daalt de landbouwopbrengst in gebieden waar het droger wordt, met als gevolg honger en ondervoeding.
Door de opwarming van de aarde:
Neemt de bevaarbaarheid van veel rivieren af.
Door al deze gevolgen zal het aantal klimaatmigranten wereldwijd toenemen, met name in dichtbevolkte kustgebieden in ontwikkelingslanden.