AV knoop (50 pm) (stoplicht functie) vertraagt met 0,04 sec (zorgt dat de artia eerder samenknijpen dan de ventrikels) 20/30% arteriële kick
Bundel van His
Bundel takken links/rechts
Purkinje-vezel (30-40pm)
P top = prikkeling boezems
QRS = prikkeling kamers
T= herstel (repolarisatie)
Hartwand
Endocard
Myocard (dwarsgestreepte spiercellen/pompkracht)
Pericard (viceral/pariental)
Vullingfase
Ejectiefractie = systolisch volume (wat knijpt je hart uit) (SV) delen door (EDV) eind diastolisch volume (wat al in het hart zat)
Preload
Voorbelasting van het hart = Frank-Starling! (is het zelfde als eind diastolisch volume)
Afterload
Nabelasting van het hart = Vasodilatatie/vasoconstrictie, hoeveelheid druk die nodig is om de aortaklep te openen, weerstand waar het hart (ventrikel) tegen pompt
Contractiliteit
Mate van samenknijpen van het hart, kracht van de hartspier
Frank-Starling-curve
= intern regelmechanisme in het hart dat ervoor zorgt dat bij toenemende aanvoer van bloed het hart krachtiger samentrekt
Bloeddruk
Weerstand in de vaten tijdens systole en diastole, in stand gebracht door cardiac output (weerstand in arteriële systeem)
Colloid osmotische druk
Albumine belangrijkste plasmaeiwit, druk het laagste in de capillairen en het rechter atrium (4 mm Hg), druk het hoogste in aorta 120 mm Hg
Shock is een stoornis in de weefsel perfusie, een disbalans tussen zuurstof vraag en zuurstof aanbod, met een tekort van zuurstof op celniveau en onvoldoende zuurstof in vitale organen
Kenmerken van shock
Verhoogde ademhaling
Hypotensie
Verlengde capillaire refill
Verlaagde EMV
Tachycardie, hypotensie = hart
Tachypnoe = longen
Oligurie = nieren
Veranderd bewustzijn/delier = hersenen
Koude acra = huid
Lactaat acidose = celmetabolisme
Behandeling acuut myocardinfarct
Heparine (acuut stolsel oplossen)
Brilique / clopidogrel (antistolling)
Acetylsalicylzuur
Katheterisatie dotterbehandeling
Ritmestrook beoordelen
Stap 1: zijn er P toppen
Stap 2: PQ tijd
Stap 3: beoordeel QRS
Stap 4: ectopische activiteit
Stap 5: conclusie
Ritme bepalen
Elk groot hokje 300→150→100→75→65→55, bij een onregelmatig ritme kijk je naar strook 2 onderaan tel je alle complexen en x 6, halve strook x12
Ectopische activiteit
PVC = premature ventriculaire contractie
PAC = premature atriaal complex
PVJC = prematuur AV junction
Afwijkingen ventriculair/atriaal
AF = atriumfibrilleren
Atrium flutter
VT = ventrikeltachycardie
VF = ventrikelfibrilleren
complex dezelfde vorm (te vroeg vallende slag)
Premature atriaal complex
PVJC
Smal complex verborgen tot niet zichtbarep top
AF
Geen ptop onregelmatig ritme met golven tussen QRS
atrium flutter
Zaagtand complexen, (zaagtand telt als P top, atria frequentie 300)
VT
Meer dan 3 pvc's (pvc run)
verlengde QT tijd
Langer dan 500
VF
Ventrikelfibrilleren, geen ritme net als AF golvend geen qrs geen ritme
AV blok
Langer dan 0,20 = PQ tijd verlengd
1e graadsav blok
Iedere p volgt een QRS, PQ tijd langer dan 0,20ms
2e graads type 1 wenckeback
PQ tijd wordt steeds langer en valt uiteindelijk uit lange platte lijn, oorzaak av knoop
2e graads type 2 mobitz 2
Af en toe uitval qrs complex, PQ tijd constant, oorzaak distaal av knoop
3e graads (totaal AV blok)
Wel p toppen geen volgende QRS complexen, escape ritme nodaal (avj junction smal) of ventriculair (verbreed complex)
bundeltak blokken
Bij verlengde QRS (langer dan 120 ms)
LBTB
Frietzak punt naar beneden in V1/v2
RBTB
Konijnen oren/ijsberg 2in V1/v2 Rechts Rabbit, diepe S in V1, QRS-duur langer dan 120 ms, V1-V2 rsr-, rSr-, rsR- of rSR-morfologie,'konijnenoren