Geschiedenis hoofdstuk 5

Cards (18)

  • Kenmerken op schilderijen voor belangrijke personen zoals Lodewijk XIV
    • Pruik (hygiëne en mode)
    • Mantel van nerts ($$)
    • Symbolen van macht: baton, kroon, zwaard (subtiel)
    • Hakken, nylonkousen, lang haar: vroeger mode; vandaag eerder vrouwelijk
    • Romeinse traditie: zuil op achtergrond
    • Plaatsen in traditie van Franse monarchie: symbool van koningshuis Franse lelie
  • Regeringsvormen
    • Zonder inspraak van het volk (monarchie, koninkrijk, keizerrijk, dictatuur)
    • Met inspraak van het volk (republiek, democratie, cijnskiesrecht, (in)directe democratie)
  • Republiek
    Land met een verkozen leider (president)
  • Monarchie
    Land met een erfelijke leider
  • België is een parlementaire constitutionele monarchie
  • België is een indirecte democratie
  • Belgische koning
    Weinig echte politieke macht (bv. Abortuskwestie); vooral symbolische / protocollaire functie
  • Voordelen democratie
    • Alle bevolkingsgroepen zijn vertegenwoordigd
    • Iedereen mag stemmen: dus er moet met elke (minderheids)groep rekening gehouden worden want ze hebben politieke inspraak
    • Meest 'eerlijke' en 'rechtvaardige' systeem
    • Niet tevreden over bestuur? Verkiezingen zijn ingebouwd dus makkelijk om ontevredenheid te uiten
    • Voorkomt dictatuur
    • Meestal scheiding der machten (uitvoerende, wetgevende, rechterlijke), voorkomt machtsconcentratie en machtswillekeur
  • Nadelen democratie
    • Trage besluitvorming (België wereldrecordhouder langst zonder regering, veel politieke partijen om overeen te komen + taalgrens)
    • Gevaar voor populisme en een demagoog (bv. Trump)
    • Bevolking is soms beetje dom en neemt niet altijd beste beslissing
    • Geen stabiliteit / continuïteit (na elke verkiezing nieuwe regering met nieuwe mensen die opnieuw moeten beginnen)
    • Verkiezingen = populariteitswedstrijd; politici gaan nemen van moeilijke en langetermijnbeslissing uit de weg uit schrik niet herverkozen te worden (bv. optrekken pensioenleeftijd, milieuregels)
  • Belang van presenteren imago zegt veel over machtsbasis van een periode en land
  • Hoe koningen in de vroegmoderne tijd hun macht uitbreidden
    1. Meer belastingen ophalen
    2. Staand leger / beroepsleger (niet meer afhankelijk van adel)
    3. Buskruit, kanonnen & geweren (dure wapens, enkel koning kon dit voorzien)
    4. Centralisering (geen scheiding der machten; macht adellijke leenmannen/vazallen doen afnemen, vanuit één hoofdstad regeren, ambtenaren voor bestuur ipv adel)
  • Economische maatregelen van koningen in de vroegmoderne tijd
    • Protectionisme (algemene term, economie beschermen)
    • Colbertisme (specifiek in FR, vernoemd naar minister van financiën van Louis XIV)
    • Handelsbalans moet positief zijn (meer uitvoeren dan invoeren)
    • Import beperken (enkel onafgewerkte producten en grondstoffen bv. uit kolonies)
    • Invoertaksen eisen (buitenlandse producten duurder maken)
    • Alles namaken in manufacturen (staatsfabrieken), zo is er geen nood aan buitenlandse import
    • Vandaag: nog steeds protectionisme bv. door subsidies van de overheid aan eigen bedrijven; munt laag houden t.o.v. andere munteenheden (goedkoper voor buitenlanders om bij jou te kopen)
  • Cultureel 
    • Staatsgodsdienst (meestal Katholieke geloof)
    • Propaganda (schilderijen, beeldhouwwerken, monumenten… ter ere van macht koning)
    • Ook wetenschap en cultuur werden door koningen gefinancierd om hun status en imago op te poetsen
    • Versailles (paleis iets buiten Parijs gebouwd door Louis XIV) als symbool van koninklijke macht. Strikte hiërarchie (iedereen speelde een rol; Lodewijk was Zonnekoning) & gouden kooi (adel zat gevangen in Versailles i.p.v. aan het besturen in hun domeinen, onder controle van Lodewijk die zo meer macht voor zichzelf had)
  • verlichting in de 18e eeuw
    tegenreactie absolutisme en katholieke kerk
  • Rationalisme
    d.m.v. verstand, redeneren, wetenschappelijk onderzoek (los van religie) wereld begrijpen
    = wereld kunnen verbeteren = vooruitgangsoptimisme
  • grondwet
    belangrijkste wetten en regels waarin politieke structuur land staat + persoonlijke rechten,
    plichten & vrijheden inwoners. Kan niet gemakkelijk aangepast worden
  • belgische grondwet
    • scheiding der machten (geen machtsmisbruik en machtswillekeur)
    • alle wetten moeten voldoen aan de grondwet (mogen grondwet niet tegenspreken)
    • veel persoonlijke vrijheid (meningsuiting, religie)
    • rechtszekerheid (rechtsstaat, iedereen gelijk voor de wet)
  • Welke verlichtingsidealen zijn in onze hedendaagse
    samenleving nog steeds belangrijk?
    scheiding der machten, volkssoevereiniteit, rationalisme, vrijheid- en gelijkheidsbeginsel, rechtsstaat, volkssoevereiniteit, scheiding der machten, grondwet, scheiding der machten, vrijheid- en gelijkheidsbeginsel, grondwet