Save
Zelfregulatie
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Fir
Visit profile
Cards (272)
Afleesrichting
De richting waarin
erfelijk
materiaal wordt afgelezen
Aminozuren
De bouwstenen waaruit eiwitten zijn opgebouwd
Anticodon
Een
groep
van drie opeenvolgende basen in het tRNA, dat het bijbehorende codon op een
mRNA-molecuul
ontdekt
Basenpaar
Twee tegenover elkaar liggende nucleotiden in dubbelstrengs DNA of RNA, die aan elkaar vast zitten door middel van waterstofbruggen
Chloroplast
Een organel dat lichtenergie vastlegt in planten
Chloroplast DNA
DNA in de chloroplasten van planten
Coderende
streng
De streng in het DNA die niet wordt afgelezen bij de transcriptie
Codon
Een opeenvolging van 3 stikstofbasen in het DNA die coderen voor een bepaald aminozuur in een eiwit
Denaturatie
Het proces waarbij een eiwit zijn structuur
verliest
DNA
De code waarin al het erfelijk materiaal van organismen is vastgelegd
Eiwit
Een chemische verbinding,
bestaande uit een keten van aminozuren
Eiwitsynthese
Het proces waarbij eiwitten worden
gemaakt op basis van de informatie in het DNA
Endoplasmatisch
reticulum
Een netwerk van membranen in het cytoplasma van een cel
Genetische
code
De drieletterige code
in DNA en RNA die bij de eiwitsynthese codeert voor de aminozuren in eiwitten
Golgi-systeem
Plek in de cel waar aangemaakte eiwitten worden
bewerkt,
opgeslagen en getransporteerd
Helixstructuur
De spiraalvormige structuur van het DNA en RNA
Histonen
DNA-bindende eiwitten, waar het DNA omheen gewikkeld ligt
in nucleosomen
Matrijsstreng
De streng in het DNA die wordt afgelezen bij transcriptie,
die ook wel de templatestreng wordt genoemd
Mitochondriaal DNA
DNA dat zich niet in de celkern bevindt, maar in de mitochondriën
Mitochondriën
Organellen die verantwoordelijk zijn voor het onttrekken van energie uit voedingsstoffen
mRNA (messenger-RNA)
RNA dat de erfelijke informatie van het DNA als een kopie overbrengt van de celkern naar de ribosomen om daar afgelezen te worden in eiwit
Nucleïnezuren
Organische verbindingen die bestaan uit aan elkaar gekoppelde nucleotiden
Nucleosoom
Het pakketje DNA en het histon waar het omheen is gewikkeld
Nucleotide
Een bouwsteen in DNA en RNA, bestaande uit een monosacharide, een organische base en een fosfaatgroep
PCR
Een methode om DNA in korte tijd vaak achterelkaar te laten verdubbelen, waarna verdere analyse mogelijk is
Peptidebinding
De verbinding tussen twee aminozuren
Plasmide
Een drager van erfelijke informatie, die in sommige bacteriën en schimmels voorkomt
Primaire structuur van een eiwit
De volgorde van aminozuren en het aantal van elk soort aminozuur dat voorkomt in een eiwit
Primer
Een los stukje DNA dat wordt gebruikt als het startpunt van een PCR
Quaternaire structuur van een eiwit
De structuur die wordt gevormd doordat meerdere polypeptideketens één eiwit vormen
Repetitief DNA
DNA dat bestaat uit herhalingen van korte DNA-sequenties achter elkaar
Restrictie-enzym
Een enzym dat DNA-moleculen op specifieke plaatsen kan knippen
Ribosoom
Het onderdeel van de cel waarop de eiwitsynthese plaatsvindt
RNA
Moleculen die de erfelijke informatie van de cel naar het eiwitproducerende deel van de cel overbrengen
RNA-polymerase
Het enzym dat het DNA afleest en er een RNA-streng van maakt
rRNA
(ribosomaal-RNA)
RNA dat een bestanddeel van de ribosomen is
Secundaire structuur van een eiwit
Lokale vouwing van eiwitten die ontstaat door waterstofbruggen
Sequencen
Het bepalen van de nucleotidenvolgorde van een DNA-streng
Startcodon
De plek waar het aflezen van het mRNA-molecuul begint
Stopcodon
De plek waar het aflezen van het mRNA-molecuul stopt en die het einde aangeeft van de eiwitsynthese
See all 272 cards