Domein Aarde AK

Cards (48)

  • Lithosfeer:
    is opgebouwd uit platen die ten opzichte van elkaar bewegen.
  • Platentektoniek:
    het systeem van platbeweging
  • Divergerende plaatgrens: als twee platen uit elkaar bewegen boven een opstijgende convectiestroom.
  • Convergerende plaatgrens: ontstaat als twee convectiestromen met de daarop liggende platen naar elkaar toe bewegen.
  • Transforme plaatgrens: twee langs elkaar bewegende platen.
  • Twee soorten convergente plaatgrenzen?
    • twee continentale platen bewegen naar elkaar toe
    • subductie
  • Effusieve erupties:
    vrij vloeibaar magma en weinig gasdruk
  • Explosieve erupties:
    taai,stroperig magma en een hoge gasdruk
  • Schildvulkaan:
    brede vulkanen met een flauwe helling, opgebouwd uit lagen gestolde lava
  • Spleetvulkaan:
    ontstaat wanneer een effusieve eruptie niet uit een centraal punt komt
  • Stratovulkaan:
    een explosieve eruptie zorgt voor een kegelvormige vulkaan met steile helling.
  • Soorten vulkanen:
    • schildvulkaan
    • spleetvulkaan
    • stratovulkaan
  • Wat zijn plooiingsgebergten?
    opgeheven, geplooide stukken aardkorst die ontstaan bij een convergerende plaatbeweging
  • Slenken:
    stukken aardkorst die naar beneden zakken
  • Horsten:
    de delen die niet zakken en hoger liggen
  • Ontstaan aardbeving:
    • platentektoniek
    • convectiestromen zorgen voor spanning tussen platen
    • met schok losschietende platen
  • Verwering:
    het in stukken breken van een gesteente door exogene krachten
  • Mechanische verwering:
    een gesteente wordt in steeds kleiner stukken gebroken zonder dat dit gesteente van samenstelling verandert
  • Chemische verwering:
    een gesteente veranderd van samenstelling, doordat een deel van het gesteente oplost en een ander deel niet
  • Soorten massabeweging:
    • vallen
    • vloeien
    • glijden
  • Erosie:
    een deel van het gesteente dat door verwering in stukken is gebroken wordt daarna verplaatst door water, wind, ijs of zwaartekracht
  • Sedimentatie:
    het neerleggen van materiaal door water, wind of ijs
  • Stollingsgesteente:
    de lava koelt af en wordt hard
  • graniet:
    een diepgesteente dat uit verschillende mineralen bestaat
  • Geofactoren:
    • gesteente en reliëf
    • klimaat en lucht
    • bodem
    • water
    • flora en fauna
    • mens
  • Landschapszones:
    • Tropische zone
    • aride zone
    • subtropische zone
    • gematigde zone
    • boreale zone
    • polaire zone
  • diepzeetrog:
    langgerekte diepte langs de plaatgrens
  • Hotspot:
    ligt boven een mantelpluim
  • Lagedrukgebied:
    lucht stijgt op en koelt af, koude lucht condenseert waterdamp en ontstaan wolken
  • Hogedrukgebied:
    lucht beweegt naar beneden, lucht warmt op en zorgt voor minder bewolking
  • Stralingsbalans:
    verschil tussen inkomende en uitgaande straling
  • Wet van Buys Ballot:
    wind op het noordelijke halfrond afwijking naar rechts, op zuidelijk halfrond afwijking naar links
  • ITCZ:
    denkbeeldige zone die rond de evenaar loopt, waarbinnen een lijn beweegt.
  • Hoe onstaat de ITCZ?
    de instraling van de zon veroorzaakt sterke opwarming van de lucht
  • Temperatuur wordt bepaald door?
    • breedteligging
    • hoogteligging
    • ligging ten opzichte van zee
    • wind en zeestromen
  • Puinwaaier:
    kegelvormige puinhelling die ontstaat op een plotselinge overgang in relief
  • Basalt:
    geen herkenbare mineralen
  • Landdegradatie:
    alle veranderingen in het landschap die het producerend vermogen van de bodem verminderen
  • Oorzaken landdegradatie:
    • ontbossing
    • overbeweiding
    • verzilting
    • klimaatverandering
  • kenmerken verwoestijning:
    • steeds minder planten of gewassen groeien
    • gebied krijgt eigenschappen van een woestijn