Mengsels

Cards (33)

  • Tijdens een scheiding veranderen de stoffen niet en ook de stofeigenschappen blijven hetzelfde
  • Drie veelgebruikte scheidingsmethoden
    • bezinken
    • filtreren
    • extraheren
  • Suspensie
    Een troebel mengsel van een vloeistof en een vaste stof
  • Emulsie
    Een troebel mengsel van twee vloeistoffen
  • Bezinken
    De stof met de grootste dichtheid zakt naar de bodem
  • Bezinken
    • Gebruik je het verschil in dichtheid van de stoffen uit het mengsel
  • Filtreren
    1. De vaste stof die achterblijft op het filter, noem je het residu
    2. De stof die door het filter loopt, noem je het filtraat
  • Filtreren
    • Maakt gebruik van het verschil in deeltjesgrootte van de stoffen uit het mengsel
  • Door filtreren kun je wel suspensies scheiden maar geen oplossingen
  • Extraheren
    1. Je voegt aan een mengsel van stoffen een oplosmiddel toe, het extractiemiddel
    2. Een deel van het mengsel lost wel op en een ander deel niet
  • Extraheren
    • Gebruik je een verschil in oplosbaarheid tussen stoffen om ze te scheiden
  • Rendement
    De verhouding van de praktische opbrengst en de theoretische opbrengst × 100%
  • Je verliest een deel van de stof die je wilt hebben tijdens het scheidingsproces
  • Indampen
    1. De oplossing verhit je in een indampschaaltje of een erlenmeyer op een driepoot met driehoek of gaasje totdat alle vloeistof is verdampt
    2. Je houdt bij het indampen van een oplossing (een) vaste stof(fen) over
  • Indampen
    • Gebruik je het verschil in kookpunt tussen de stoffen uit het mengsel
  • Destilleren
    1. Het vloeistofmengsel wordt verwarmd in een kolf
    2. De vloeistof met het laagste kookpunt verdampt het eerst
    3. De damp wordt opgevangen in een koeler waar deze condenseert
    4. De ontstane vloeistof druppelt in een opvangvat
    5. Het deel van het mengsel dat niet verdampt en in de kolf achterblijft, noem je het residu
    6. De opgevangen vloeistof heet het destillaat
  • Destilleren
    • Gebruik je het verschil in kookpunt van de stoffen in een mengsel
  • Soms liggen de kookpunten van verschillende vloeistoffen uit een mengsel heel dicht bij elkaar
  • Dan lukt het niet om elke vloeistof apart op te vangen doordat ze gelijktijdig verdampen en condenseren
  • Het destillaat bestaat dan niet uit één vloeistof maar uit een mengsel van deze vloeistoffen
  • Adsorberen
    1. Het mengsel dat je wilt scheiden, leid je langs het adsorptiemiddel
    2. De stof die je kwijt wilt raken, bindt (hecht) zich aan het oppervlak van het adsorptiemiddel
    3. De andere stoffen uit het mengsel worden niet geadsorbeerd
  • Adsorberen
    • Gebruik je het verschil in aanhechtingsvermogen van de stoffen in het mengsel
  • Papierchromatografie
    1. Je brengt een kleine hoeveelheid stof aan op een basislijn op een stukje papier
    2. De loopvloeistof beweegt omhoog door het papier, waarbij het stoffen in het mengsel meevoert
    3. Stoffen die goed oplossen in de loopvloeistof en slecht hechten aan het papier, gaan gemakkelijk mee omhoog
    4. Stoffen die niet goed oplossen en goed hechten aan het papier gaan heel langzaam omhoog of blijven achter op de basislijn
    5. Verschillende stoffen bewegen daardoor met een andere snelheid door het papier omhoog, waardoor ze van elkaar gescheiden worden
  • Chromatogram

    Het resultaat van papierchromatografie en andere vormen van chromatografie
  • RF-waarde
    De afstand die de stof heeft afgelegd gedeeld door de afstand die de loopvloeistof heeft afgelegd
  • Verzadigde oplossing
    Een oplossing waarin de maximale hoeveelheid van een stof is opgelost
  • Onverzadigde oplossing
    Een oplossing waarin minder dan de maximale hoeveelheid van een stof is opgelost
  • Als een oplossing verzadigd is voor de ene stof dan is hij niet automatisch ook verzadigd voor andere stoffen
  • Massapercentage
    Het aantal gram opgeloste stof per 100 g oplossing
  • Volumepercentage
    Het aantal mL opgeloste stof per 100 mL oplossing
  • Bij vaste stoffen en vloeistoffen wordt de oplosbaarheid groter als de temperatuur stijgt
  • Bij gassen wordt de oplosbaarheid kleiner als de temperatuur stijgt
  • Gehalte
    Het aantal g stof dat per L oplossing aanwezig is