Farmacologie epilepsie

Cards (26)

  • Epilepsie
    Epileptische aanvallen gaan gepaard met overmatige ontladingen (extreme depolarisaties) van een bepaalde groep neuronen in de hersenen
  • Vormen van epilepsie
    • Lokaal: bepaalde zones zijn betrokken, maar niet allemaal, vaak tgv neurologische aandoening
    • Veralgemeend: alle zones van hersenen zijn erbij betrokken
  • Cellulaire mechanismen van epilepsie
    1. Transmissie van exciterende aminozuren stijgt
    2. Verstoorde inhiberende transmissie
    3. Abnormale elektrische eigenschappen van de betrokken cellen
  • Herhaalde epileptische ontladingenexcitotoxiciteit
  • Werkingsmechanisme van anti-epileptica
    • Blokkeren van Na+-kanalen
    • Antagonisme t.h.v. NMDA-receptoren
    • Versterken van GABA-gemedieerde synaptische inhibitie
    * verhoogde postsynaptische werking van GABA
    * inhibitie GABA-transaminase
    * inhibitie heropname GABA
    * directe GABA-agonistische eigenschappen
    • Inhibitie van T-type Ca2+-kanalen
  • Voorbeelden van anti-epileptica
    • Valproaat
    • Carbamazepine
    • Fenytoïne
    • Ethosuximide
    • Fenobarbital
    • Benzodiazepines
    • Nieuwere anti-epileptica
  • Valproaat
    Breedspectrum anti-epilepticum
  • Werkingsmechanisme van Valproaat
    1. Blokkeren van Na+-kanalen
    2. Zwakke inhibitie van GABA-transaminase
  • Carbamazepine
    • Bij partiële epilepsie (zeer effectief bij psychomotorische epilepsie) en grand mal
    • Niet bij absences
  • Werkingsmechanisme van Carbamazepine
    Blokkeren van Na+-kanalen
  • Carbamazepine
    • Sterke inductor van microsomale leverenzymen
  • Nevenwerkingen van Carbamazepine
    • Sedatie, ataxie
    • Anticholinerge verschijnselen
    • Allergische reacties
    • Leukopenie, aplastische anemie, trombocytopenie
  • Fenytoïne
    • Bij partiële epilepsie en grand mal
    • Niet bij absences (exacerbatie !)
  • Werkingsmechanisme van Fenytoïne
    Blokkeren van Na+-kanalen
  • Fenytoïne
    • Verzadigingskinetiek
    • Inductor van microsomale leverenzymen
  • Nevenwerkingen van Fenytoïne
    • Ataxie, vertigo, Tandvleeshyperplasie, Hirsutisme
    • Megaloblastische anemie (foliumzuurdeficiëntie)
    • Allergische reacties (huiduitslag)
    • Fœtale misvormingen
  • Fenobarbital
    • Bij grand mal en focale motorische en psychomotorische epilepsie
    • Niet bij absences
  • Werkingsmechanisme van Fenobarbital
    Versterking van de GABA-werking
  • Fenobarbital
    • Plasma t1/2 > 60 h
    • Inductor van microsomale leverenzymen
  • Nevenwerkingen van Fenobarbital
    • Sedatie, ataxie, diplopie
    • Karakteriële stoornissen
    • Toename afbraak foliumzuur en vitamine D2
    • Allergische verschijnselen
  • Benzodiazepines
    • Clonazepam: bij partiële epilepsie, bij myoclone vorm van epilepsie
    • Diazepam: i.v. bij status epilepticus
  • Benzodiazepines
    • Nadeel: Sedatie
  • Ethosuximide
    • Bij absences
    • Kan tonisch-clonische aanvallen verergeren
  • Werkingsmechanisme van Ethosuximide
    Blokkeren van T-type Ca2+-kanalen
  • Nevenwerkingen van Ethosuximide
    • Nausea
    • Anorexie
  • Voorbeelden van nieuwere anti-epileptica
    • Lamotrigine: blokkeert Na+-kanalen en inhibeert de glutamaatvrijstelling
    • Levetiracetam: beïnvloedt gevoeligheid van GABA- en glycinekanalen, inhibeert presynaptische Ca2+-kanalen en interageert met synaptische vesikel-eiwit 2A (SV2A)