Save
Kringlopen & milieu, ecologie
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
lois lessing
Visit profile
Cards (34)
Kringlopen en milieu
Koolstofkringloop
Stikstofkringloop
Milieu
Autotrofen
Maken zelf
organische
stoffen
van
anorganische
stoffen
Heterotrofen
Afhankelijk van andere organismen voor
organische stoffen
Bronnen van
nutriënten
Stikstoffixatie
door bacteriën
Afbraak van
organisch
materiaal
door
reducenten
Knolletjesbacteriën leven in
symbiose
met bepaalde planten
Uitstoot broeikasgassen, vooral
CO2
en
CH4
(methaan)
Versterking
broeikaseffect
Overbemesting
Eutrofiëring
(vermesting, teveel nutriënten)
Duurzaamheid
Kringlopen
niet verstoren
Natuurlijke
hulpbronnen
niet uitputten
Geen
energie
verspillen
Milieu
niet vervuilen
Biobrandstof(planten/algen)
Geen netto uitstoot van CO2
Groenbemesting (met plantenresten)
Minder
uitspoeling
Voorbeeld eutrofiëring
Overbemesting
Uitspoeling
Eutrofiëring
van het water
Overmatige
algenbloei
Geen
licht
Geen
fotosynthese
door waterplanten
Minder
zuurstof
Sterft
waterplanten
+
dieren
Toename van
reducenten
Nog minder
zuurstof
Accumulatie
Schadelijke
stof hoopt op in
voedselketen
Hoe verder in de keten, hoe
hoger
de concentratie
Vooral nadelig voor de
toppredator
Ecologie
Voedselrelaties
Tolerantie
en
draagkracht
Successie
Voedselrelaties
Predatie
Begrazing
Symbiose
Productie =
toename
van
biomassa
=
groei
Voedsel
Voor
groei
(Productie etc.)
Voor
energie
(via dissimilatie)
Piramide van
productiviteit
Productie door producenten
1. Bruto primaire Productie (
BPP
):
opbrengst
fotosynthese
2. Netto primaire productie (
NPP
):
BPP
-
dissimilatie
(1) =
groei
Productie door consumenten
1. Niet al het voedsel wordt omgezet in
biomassa
2. Drie oorzaken: 1.
Dissimilatie
, 2.
Ontlasting
, 3.
Niet-gegeten
organismen
Trofisch niveau
Schakel in de voedselketen, laag in de
voedselpiramide
Biotische factoren
Organismen en de invloeden van organismen
Abiotische factoren
Temperatuur
,
lucht
,
water
,
licht
en
bodem
Tolerantiegrenzen
De
abiotische grenswaarden
waarbinnen een soort kan overleven
Draagkracht
Maximale
populatiegrootte
van een soort in een ecosysteem
Beperkende factoren
Voedsel
,
predatie
,
stroming
,
ziekte
, etc.
Exoten
Hebben vaak
geen
natuurlijke vijanden
en kunnen dan een
plaag
worden
Successie
1. Ontwikkeling van een
soortensamenstelling
van een ecosysteem
2. Toename van
nutriënten
door afbraak van
dood
organisch
materiaal
3.
Vegetatie
zorgt voor beschutting
4.
Soorten
trekken elkaar aan en verdringen elkaar
Pionier ecosysteem
Voedselarm
,
weinig
soorten
Pionier vegetatie
Aangepast
aan sterk wisselende abiotische factoren
Instabiel
, verandert door
Successie
Climax-ecosysteem
Voedselrijk
, veel soorten
Biomassa
neemt niet meer toe (
opbouw
=
afbraak
)
Stabiel
kan lang blijven bestaan
Successie tegen gaan
Voor behoud van
ecosystemen
en
biodiversiteit
Successie tegengaan
Begrazing
/betreding → afwisselende leefomgeving
Afbranden
/
maaisel
afvoeren bodem blijft arm
Relaties binnen één soort
Competitie
/concurrentie vb. om voedsel, leefgebied, partners
Coöperatie
/samenwerking vb. samen jagen
Relaties tussen soorten
Competie
/concurrentie vb. om voedsel, leefgebied
Predatie
/
predator-prooi
relatie vb. voedselbron
Symbiose
/langdurige samenleving:
mutualisme
(beide voordeel),
commensalisme
(één voordeel ander neutraal),
parasitisme
(een voordeel ander nadeel)