Globalisering leidt tot integratie van gebieden en samenlevingen.
Economische ontwikkelingen zijn de drijvende kracht achter globalisering.
Netwerken (van bedrijven, instellingen, migranten) omspannen de wereld en oefenen hun invloed uit op steden en gebieden, op sociale groepen en op individuen.
Economische globalisering gaat vaak samen met culturele globalisering en politiek samenwerken tussen gebieden of landen.
Economische globalisering leidt vaak tot grotere economische verschillen en concurrentie tussen gebieden en groepen mensen.
Culturele globalisering leidt tot tegenreacties zoals de herwaardering van regionale (en nationale) identiteiten.
Politieke globalisering leidt tot verandering van de positie van staten in politieke samenwerkingsverbanden.
Globalisering werkt in verschillende gebieden anders uit wegens de specifieke regionale context.
Technologischeontwikkeling is een belangrijke motor achter globalisering.
Door technologische ontwikkelingen is de tijdruimtecompressie snel toegenomen.
Het proces van globalisering is na 1980 in een stroomversnelling geraakt.
De basis van de mondiale centrum-periferie verhoudingen is gelegd in de koloniale periode.
De mondiale centrum-periferie verhoudingen veranderen omdat de internationale arbeidsverdeling verandert.
Het merendeel van de internationale handels- en investeringsstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie kerngebieden (de triade).
Opkomende economieën en MNO’s uit deze landen spelen een steeds grotere rol in internationale handels- en investeringsstromen en in de mondiale economie en politiek.
Zuid-Zuid handel en investeringen worden belangrijker.
Tot 1970: Europeanisering, Kolonialisme, Imperialisme en Dekolonisatie
Na 1970: Triade, Nieuwe industrielanden, Uitschuiving, Nieuwe internationale arbeidsverdeling, Global shift en Pacific Rim
Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid worden mede bepaald door de natuurlijke mogelijkheden van een gebied.
Cultuurelementen (zoals talen, godsdiensten, sport en mode) kunnen vanuit gebieden van oorsprong zijn verspreid (diffusie) door kolonialisme en door migratie.
Demografische indicatoren:
bevolkingsspreiding en dichtheid
bevolkingsgroei (fase in de demografische transitie)
demografische druk
leeftijdsopbouw
kindersterfte
vruchtbaarheid
Politieke indicatoren:
democratisch gehalte
mensenrechten
samenwerkingsverbanden
Economische indicatoren:
BBP / BRP
inkomen (per capita)
koopkracht
beroepsbevolking
Sociale indicatoren:
analfabetisme
verstedelijkingsgraad
verstedelijkingstempo
In het algemeen geldt: hoe hoger het economische ontwikkelingspeil van een land is, des te hoger is de verstedelijkingsgraad en des te lager het verstedelijkingstempo.
In het algemeen geldt: hoe hoger het economisch ontwikkelingspeil van een land is, des te lager zijn de geboorte- en sterftecijfers.
In het algemeen geldt: naarmate het economisch ontwikkelingspeil van een land hoger is, werkt een kleiner deel van de beroepsbevolking in de landbouw en een groter deel in de formele dienstensector
Een wereldstad is een belangrijk mondiaal knooppunt op economisch, cultureel of politiek gebied.
Veranderingen, vernieuwingen en trends vinden hun oorsprong vrijwel altijd in grote steden.
New York is een mondiaal knooppunt op economisch, cultureel en politiek terrein, Washington op politiek terrein en Los Angeles op cultureel en economisch terrein.
Wereldsteden kennen een sterke ruimtelijke segregatie en sociale polarisatie.
In grote steden ontwikkelt zich een schaduweconomie (informele sector) die enerzijds migranten aantrekt en anderzijds migranten opvangt