Wereld

Cards (32)

  • Globalisering leidt tot integratie van gebieden en samenlevingen.
  • Economische ontwikkelingen zijn de drijvende kracht achter globalisering.
  • Netwerken (van bedrijven, instellingen, migranten) omspannen de wereld en oefenen hun invloed uit op steden en gebieden, op sociale groepen en op individuen.
  • Economische globalisering gaat vaak samen met culturele globalisering en politiek samenwerken tussen gebieden of landen.
  • Economische globalisering leidt vaak tot grotere economische verschillen en concurrentie tussen gebieden en groepen mensen.
  • Culturele globalisering leidt tot tegenreacties zoals de herwaardering van regionale (en nationale) identiteiten.
  • Politieke globalisering leidt tot verandering van de positie van staten in politieke samenwerkingsverbanden.
  • Globalisering werkt in verschillende gebieden anders uit wegens de specifieke regionale context.
  • Technologische ontwikkeling is een belangrijke motor achter globalisering.
  • Door technologische ontwikkelingen is de tijdruimtecompressie snel toegenomen.
  • Het proces van globalisering is na 1980 in een stroomversnelling geraakt.
  • De basis van de mondiale centrum-periferie verhoudingen is gelegd in de koloniale periode.
  • De mondiale centrum-periferie verhoudingen veranderen omdat de internationale arbeidsverdeling verandert.
  • Het merendeel van de internationale handels- en investeringsstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie kerngebieden (de triade).
  • Opkomende economieën en MNO’s uit deze landen spelen een steeds grotere rol in internationale handels- en investeringsstromen en in de mondiale economie en politiek.
  • Zuid-Zuid handel en investeringen worden belangrijker.
  • Tot 1970: Europeanisering, Kolonialisme, Imperialisme en Dekolonisatie
  • Na 1970: Triade, Nieuwe industrielanden, Uitschuiving, Nieuwe internationale arbeidsverdeling, Global shift en Pacific Rim
  • Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid worden mede bepaald door de natuurlijke mogelijkheden van een gebied.
  • Cultuurelementen (zoals talen, godsdiensten, sport en mode) kunnen vanuit gebieden van oorsprong zijn verspreid (diffusie) door kolonialisme en door migratie.
  • Demografische indicatoren:
    • bevolkingsspreiding en dichtheid
    • bevolkingsgroei (fase in de demografische transitie)
    • demografische druk
    • leeftijdsopbouw
    • kindersterfte
    • vruchtbaarheid
  • Politieke indicatoren:
    • democratisch gehalte
    • mensenrechten
    • samenwerkingsverbanden
  • Economische indicatoren:
    • BBP / BRP
    • inkomen (per capita)
    • koopkracht
    • beroepsbevolking
  • Sociale indicatoren:
    analfabetisme
    verstedelijkingsgraad
    verstedelijkingstempo
  • In het algemeen geldt: hoe hoger het economische ontwikkelingspeil van een land is, des te hoger is de verstedelijkingsgraad en des te lager het verstedelijkingstempo.
  • In het algemeen geldt: hoe hoger het economisch ontwikkelingspeil van een land is, des te lager zijn de geboorte- en sterftecijfers.
  • In het algemeen geldt: naarmate het economisch ontwikkelingspeil van een land hoger is, werkt een kleiner deel van de beroepsbevolking in de landbouw en een groter deel in de formele dienstensector
  • Een wereldstad is een belangrijk mondiaal knooppunt op economisch, cultureel of politiek gebied.
  • Veranderingen, vernieuwingen en trends vinden hun oorsprong vrijwel altijd in grote steden.
  • New York is een mondiaal knooppunt op economisch, cultureel en politiek terrein, Washington op politiek terrein en Los Angeles op cultureel en economisch terrein.
  • Wereldsteden kennen een sterke ruimtelijke segregatie en sociale polarisatie.
  • In grote steden ontwikkelt zich een schaduweconomie (informele sector) die enerzijds migranten aantrekt en anderzijds migranten opvangt