Het actualiteitsbeginsel: the present is the key to the past. (Het uitgangspunt dat fysischeprocessen zoals die nu plaatsvinden in het verleden ook zo plaatsvonden).
Platentektoniek is een systeem van interacties tussen delen van de aardkorst. De beweging en de interactie worden veroorzaakt door de interne hitte van de aarde.
Plaatbewegingen zijn het resultaat van een duwkracht vanuit de (mid)oceanische rug (ridge push) en een trekkracht als gevolg van het wegduiken van de oceanische korst bij een subductiezone (slab pull).
Door endogene processen ontstaan vulkanen, aardbevingen en gebergten en de bijbehorende geomorfologische verschijnselen
Het eruptietype van een vulkaan weerspiegelt zich in de vorm.
Door verwering en erosie worden gesteenten afgebroken. Het verweringsmateriaal wordt getransporteerd en elders gesedimenteerd.
De verweringsvorm die overheerst in een gebied wordt hoofdzakelijk bepaald door de klimatologische omstandigheden.
In de aride zone overheerst in het algemeen mechanische verwering.
In de aride zone wordt verweringsmateriaal door gebrek aan vegetatie minder goed vastgehouden dan in de gematigde zone.
Stroomsnelheid en transportmechanisme bepalen de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Veranderingen van het aardoppervlak ontstaan door de opbouwende werking van endogene processen en de afbrekende werking door exogene processen.
Door platentektoniek ontstaan gebergten. De gesteenten in deze gebergten worden onder invloed van met name de hydrologische kringloop afgebroken.
Het verweringsmateriaal uit gebergten wordt onder invloed van met name de hydrologische kringloop getransporteerd naar lager gelegen gebieden en daar gesedimenteerd.
Stollings- en sedimentgesteenten kunnen onder langdurige invloed van hoge druk en/of warmte omgezet worden tot metamorfe gesteenten.
Platentektoniek, de gesteentekringloop en de hydrologische kringloop spelen zich af op verschillende tijd- en ruimteschalen.
Op mondiale schaal is er een dynamisch evenwicht tussen inkomendezonnestraling en uitgaandewarmtestraling.
Zee- en luchtstromen verdelen de warmte over het aardoppervlak.
De ligging van oceanen, continenten en gebergten beïnvloedt op diverse schalen het mondiale klimaatpatroon
Zeestromen worden aangedreven door de wind.
Daarnaast is er een thermohaliene circulatie aangedreven door verschillen in dichtheid van het zeewater.
Het landschap is een dynamisch systeem: als één van de geofactoren verandert, leidt dat tot veranderingen van de andere factoren.
De theoretische grenzen tussen de landschapszones zijn in de praktijk geleidelijke (diffuse) overgangen.
Landschapszones veranderen door (intensief) menselijk gebruik.
De gevoeligheid voor landdegradatie verschilt per landschapszone.
Duurzaam landgebruik kan processen van landdegradatie stoppen of voorkomen.
Als gevolg van klimaatverandering kunnen de (grenzen tussen) landschapszones verschuiven
De plaattektonische situatie in het Middellandse Zeegebied is o.a. door de aanwezigheid van een aantal microplaten complex.
De jaarlijkse verschuiving van de grote luchtdruksystemen leidt tot een nat en een droog seizoen.
De wederzijdse beïnvloeding tussen natuur en de mens kan juist in het Middellandse Zeegebied leiden tot landdegradatie.
Duurzaam gebruik van beschikbare watervoorraden kan zorgen voor een balans tussen beschikbaarheid van water en het menselijkegebruik ervan.