T2H3 fotosynthese

Cards (18)

  • fotosynthese
    1. anabool stofwisselingsproces
    2. bladgroen van planten
    3. energiearme anorganische verbindingen CO2 en H2O omzetten naar energierijke C6H12O6 en O2
    4. lichtenergie
    5. identificatie O2
  • fotosynthese2
    1. opname CO2 via huidmondjes via diffusie
    2. afgifte O2 via huidmondjes
    3. glucose maken en opslaan voor reservestof (sacharose bij suikerbieten en zetmeel bij granen aan aardappelen)
    4. chloroplasten
    5. bladgroen (chlorofiel) = groen pigment in thylakoïden
  • lichtreacties stappen
    1. fotolyse van water
    2. protonenpomp
    3. reductie
    4. fotofosforylering
  • donkerreacties stappen
    1. koolstoffixatie
    2. reductie
    3. regeneratie
  • lichtreacties
    1. afhankelijk van zonlicht
    2. in thylakoïdenmembraan
    3. verbruik H2O
    4. aanmaak O2
    5. verschillende stappen met verschillende eiwitten
    6. doel = geabsorbeerde lichtenergie omzetten in energierijke moleculen ATP en NADPH
  • lichtreacties stap2: protonenpomp
    1. H+ionen vanuit het stroma naar het thylakoïdenmembraan
    2. energie komt van de elektronen die in fotosysteem II ontstaan
    3. stroma heeft lage concentratie H+
    4. thylakoïdlumen heeft hoge concentratie H+
  • lichtreacties stap4: fotofosforylering
    1. ATP-synthase: transmembraaneiwit
    2. groot concentratieverschil H+ionen
    3. H+ionen terug naar het stroma volgens de concentratiegradiënt (levert energie)
    4. fotofosforylering ADP+Pi -> ATP
  • NADPH (nicotinamide adenine dinucleotidefosfaat)
    1. waterstof en elektronendrager
    2. bezorgt H+ionen en de elektronen aan de donkerreacties
  • donkerreacties
    1. onafhankelijk van zonlicht
    2. in stroma van chloroplast
    3. verbruik van CO2 uit de lucht en H+ionen van de lichtreacties
    4. energie ATP en NADPH
    5. doel = aanmaak van glucose
  • donkerreacties stap1: koolstoffixatie
    1. CO2 wordt opgenomen in de huidmondjes
    2. binden aan organische molecule met 5atomen
    3. enzym = Rubisco
    4. organische molecule met 6C-atomen is onstabiel
    5. ontstaan van 2 organische moleculen met 3C-atomen
    6. opname in de calvincyclus
  • donkerreacties stap2: reductie
    1. organische molecule met 3C-atomen reduceert tot nieuw organische molecule met 3C-atomen
    2. energie door splitsing ATP in ADP en Pi
    3. elektronen door de reactie van NADPH naar NADP+
    4. vorming glucose uit 2 G3P-moleculen
    5. C-atomen van glucose zijn afkomstig van CO2
  • calvincyclus
    1. 6 CO2 moleculen omzetten naar 1 glucosemolecule
    2. 18 ATP omzetten in 18 ADP en 18 Pi
    3. 12 NADH omzetten in 12 NADP+ en 12H+
  • donkerreacties en lichtreacties zijn afhankelijk van elkaar
  • opslag van glucose in de vorm van zetmeel
    1. glucose = energiebron, wordt omgezet in andere bouwstenen
  • overdag meer glucose gevormd dan nodig
    1. vorming reservestof zetmeel
    2. in amyloplasten van de plantencel
  • lichtreacties stap1: fotolyse van water
    1. fotosysteem II = eiwit met chlorofiel
    2. opname van water via wortels
    3. lichtenergie
    4. redoxreactie = vrije elektronen steeds aanvullen, O2 is een bijproduct
    5. O atomen in O2 zijn afkomstig van H2O
  • lichtreacties stap3: reductie
    1. fotosysteem I = eiwit
    2. lichtenergie
    3. reductie NADP+ = NADP+ + 2H+ + 2e- -> NADPH + H+
    4. verbruikte elektronen worden aangevuld met elektronen uit fotosysteem II
  • donkerreacties stap3: regeneratie
    1. overige G3P-moleculen
    2. vormen nieuwe organische molecule met 5C-atomen
    3. cyclus kan opnieuw starten
    4. energie door splitsing ATP in ADP en Pi