Een zeer uitgebreide metafoor
De gevangenen: vastgeketend in een grot waar geen daglicht te zien is, maar ze zien wel de schaduwen op de muur. Wat ze niet zien is dat er achter het muurtje zich een groot vuur bevindt.
De muur waar voorwerpen overgedragen worden: In de geul tussen het muurtje en het vuur lopen wezens met voorwerpen op hun hoofd.
Schaduwen op de muur: De voorwerpen werpen dankzij het vuur dansende schaduwen op de wand die zichtbaar is voor de gevangenen.
Realiteit voor gevangenen: Beeld en geluid dat ze kunnen waarnemen.
Werkelijkheid: opgebouwd uit bouwstenen van empirisch onderzoek, via zien, horen, voelen en proeven.
Uitgang: Wanneer de gevangenen los zouden komen en naar het vuur zouden kijken, dan zouden ze helemaal verblind worden door het vuur.
Fase 2: Wanneer de gevangenen uit de grot kruipen kan het een tijd duren voordat ze iets kunnen zien en dat zichtbare kunnen begrijpen. ↔ De gevangenen die nog steeds in de grot zitten zullen deze ervaring niet begrijpen en gaan de uitweg naar de buitenwereld niet inzetten