Vaste structuur binnen samenleving die functioneren binnen cultuur
Instituties
Samenstelling van rollen en posities die gedrag van leden van een gemeenschap reguleert op basis van waarden (cultuur) om aan bepaalde behoeften te voldoen (van sociale eenheid)
Instituties
Doelen en middelen vooraf vastgelegd, rollen en rolverwachtingen, sociale controle en sancties
Instituties
Doelgerichtheid (reproductie en opvoeding → socialisatie)
Regulatie (netwerkstructuur en onderlinge verhoudingen)
2. Primaire instituties (gericht op individuele basisbehoeften)
3. Secundaire instituties (gericht op integratie/regulering van primaire instituties)
Voortzetting in de tijd van instituties
1. Externalisatie van de menselijke praxis
2. Objectivatie
3. Transcendentie
Legitimatie
Traditionele informatie
Volkswijsheden
Legitimatietheorieën
Symbolische universa
Institutionalisatie
Leidt tot vaste handelingspatronen (aangeleerd), regularisatie/ stabiliteit en doelrealisatie
Institutionalisering
Proces waarbij normatieve elementen van cultuur vorm krijgen in vaste structuur (eerst cultuur dan structuur)
Institutionalisering
Bepalen doelen en wijze om ze te realiseren, bepalen onderlingen verhoudingen tussen actoren, netwerken ontstaan tussen mensen, sanctioneren bij afwijken van de regels, scheppen verwachtingen
Historiciteit van voortplanting en familie
Familie
Gezin
Huwelijk
Vormen van huwelijk
Partnerselectie
Woonplaats
Afstammingspatroon
Erfenispatroon
Socialisatie
Cultuur aangeleerd krijgen, waardoor actoren kunnen functioneren in de maatschappij (structuur vorm geven)