pid

Cards (218)

  • Iedereen is uniek, de gemiddelde persoon bestaat niet ➔ als we echt menselijk gedrag, gedachten etc. willen begrijpen, moeten we rekening houden met individuele verschillen
  • Emotie-onderzoek als toepassing
    Emoties bepalen gedrag, voor- en afkeuren, welzijn, enz. Reacties op gebeurtenissen die voor ons van belang zijn ➔ men verschilt op dit vlak
  • Verschillen
    • Interindividueel: relatief stabiele emotionele tendensen die verschillen tussen mensen
    • Intraindividueel: emotionele schommelingen binnen één persoon over situaties heen
  • Functies van emoties
    • Signaalfunctie: naar buiten toe signaleren hoe men zich voelt
    • Activatiefunctie: activeren van bepaald gedrag (vb. verdriet, dus huilen)
  • Men verschilt niet enkel op vlak van emoties, maar ook nog op andere vlakken
  • Psychologie van de individuele verschillen
    Studieobject: fundamentele verschillen in persoonlijkheid (-gedrag) en intelligentie
  • Algemene wetmatigheden belangrijk, maar niet het volledige plaatje!
  • Algemeen doel van PID
    • Beschrijven: verschillen, verbanden tussen verschillen
    • Verklaren: basis van deze verschillen (genetisch, cultureel, opvoeding, ...)
  • Toepassingsgebieden van PID
    • Organisaties
    • Schoolpsychologie
    • Klinische psychologie
  • Wat bestudeert PID?
    • Cognitief functioneren: intelligentie, cognitieve stijlen
    • Persoonlijkheid: affectief en sociaal domein
  • Beschrijven van verbanden tussen verschillen

    Verschillen in 1 variabele in verband brengen met verschillen in andere variabele, met als uiteindelijk doel: causaal maken
  • Verklaringsniveaus
    • Proximale verklaringen: factoren dicht in ruimte en tijd bij te verklaren fenomeen
    • Distale verklaringen: factoren verder weg in tijd en ruimte van te verklaren fenomeen
  • Expliciete theorie
    Theorieën en bevindingen in wetenschappelijke (open) literatuur over aard en oorzaken van verschillen (vnl door wetenschappers)
  • Impliciete theorie
    Impliciete opvattingen van mensen over aard en oorzaken van menselijk gedrag en verschillen hierin (cf. vooroordelen, stereotypes, sociale wenselijkheid, ...)
  • Expliciet
    f(impliciet)
  • Impliciet
    f(expliciet)
  • Henri & Binet kondigden in 1895 een nieuwe discipline aan: individuele psychologie
  • William Stern gebruikte in 1900 voor het eerst de term differentiële psychologie
  • Onderzoek
    Vraagkarakteristieken, zelfpresentatie (sociale wenselijkheid)
  • Proefpersoon
    Heeft bepaalde verwachtingen over verwachtingen van onderzoeker, en dit heeft invloed op gedrag ➔ niet natuurlijk gedrag, als gevolg van impliciete theorie (dat onderzoeker bepaald iets verwacht)
  • Impliciet
    f(expliciet): onderzoeksresultaten verspreiden via media en hebben invloed op impliciete theorieën over verschillen tussen mensen
  • Appraisal
    Subjectieve inschatting van situatie die aan emotie voorafgaat
  • Differentiële psychologie, PID
    Discipline die zich richt op de aard en grootte van verschillen in psychisch leven tussen individuen en groepen, hoe deze verschillen zich manifesteren, en welke factoren deze verschillen bepalen
  • Henri & Binet introduceren de term 'La Psychologie individuelle'
    1895
  • Differentiële psychologie
    Taakomschrijving:
    • Aard en grootte van verschillen in psychisch leven tussen individuen en groepen (= beschrijven)
    • Hoe manifesteren deze verschillen zich (handschrift, gelaat, ...) (= methode)
    • Welke factoren bepalen verschillen (vnl erfelijkheid en cultuur) (= verklaren)
  • Comparatieve psychologie
    Eenheid brengen in alle takken van psychologie die vergelijken, waarbij het object niet het belangrijkste is, maar de vergelijking en verschillen, en waarbij gebruik wordt gemaakt van vergelijkende of correlationele methoden
  • Eugenetica (soort verbeteren door o.a. geboortebeperking) en dieronderzoek waren onderdeel van de comparatieve psychologie
  • De wet van Yerkes-Dodson beschrijft het curvilineaire verband tussen arousal en performantie
  • De term 'individuele psychologie' wordt niet meer gebruikt voor de aanduiding van PID, omdat deze te veel connotatie heeft met de psychoanalytische theorie van Adler en ook verwijst naar intraindividuele verschillen binnen één persoon (personologie, single case studies)
  • De term 'comparatieve psychologie' heeft een te exclusieve focus op dierstudies
  • De term 'differentiële psychologie' is te groot geworden als overkoepelende term, waardoor er onderscheid is gemaakt tussen de psychologie van intelligentie en de psychologie van persoonlijkheid
  • In het oude China werden al vanaf 2200 v.C. driejaarlijkse testafnames gedaan van arbeiders om hun positie en eventuele promotie te bepalen
  • Pythagoras hanteerde in zijn broederschap een toelatingstest op basis van fysionomie om innerlijke persoonseigenschappen af te leiden van uiterlijke persoonskenmerken, wat ondertussen achterhaald is
  • Plato stelde in zijn Ideale Staat dat niemand exact gelijk geboren is, en dat er verschillen zijn in natuurlijke begaafdheden, waardoor mensen taken toegewezen moeten krijgen waarvoor ze het best geschikt zijn
  • Theophrastus schreef als eerste systematisch over karakterverschillen tussen mensen in de vorm van persoonlijkheidstypes
  • Juan Huarte's 'Examen de ingenios para las sciencias' had grote invloed en stelde dat verschillende beroepen verschillende vaardigheidspatronen vereisen
  • Francis Galton was een pionier in het ontwikkelen van meetinstrumenten voor individuele verschillen, zoals fluitjes voor gehoorafstand, handdynamometers voor grijpkracht, en technieken om genegenheid te meten
  • James Cattell was de eerste die 'mental tests' ontwikkelde om individuele vaardigheids-verschillen te meten
  • Alfred Binet ontwikkelde de eerste officiële intelligentietest, de 'Echelle métrique de l'intelligence', ook wel bekend als de Stanford-Binet test
  • In de 20e eeuw was er een sterke interesse in individuele verschillen in stress (combat stress als voorloper van PTSS)