Farmacologie hemostase

Cards (52)

  • Hemostase
    Het stoppen van een bloeding uit een beschadigd bloedvat door de vorming van een hemostatische prop
  • Processen van hemostase
    • vasconstrictie
    • plaatjesaggregatie
    • coagulatie --> fibrinenetwerk
    • fibrinolyse
  • Trombotische en trombo-embolische aandoeningen
    • Trombotisch : Myocardinfarct
    • Trombo-embolisch : TIA, cerebraal infarct
  • Trombose in arterie
    • Myocardinfarct
    • Herseninfarct
  • Trombose in venen
    • DVT
    • Longembool
  • Endotheelcel : inhibitie hemostase
    • vaatverwijdend : NO, PGI2
    • inhibitie bloedplaatje : PGI2 en NO + klaring mediatoren (ADP/ATP --> adenosine, opname van serotonine)
    • inhibitie stollingscascades
    * heparaansulfaat : bindt antitrombine-III --> capteert / inactiveert trombine
    * trombomoduline : activeert factor C --> inactivatie factor VA en VIIIa
  • Proces bloedplaatjes
    • activatie : vormverandering & vrijgave granules
    • adhesie
    • aggregatie
    • stimulatie coagulatie
  • Plaatjesactivering
    1. TX gaat op Receptor binden (Gq) → ip3 aangemaakt o.i.v PPLC → Ca vrijstelling uit SR → ca stijging!!! → zorgt voor afgifte granulen incl. ADP, serotonine en TXA2 → zorgen voor positieve feedback → activeren naburige plaatjes
    2. ADP heeft een eigen Receptor, negatief gekoppeld aan cAMPcAMP zorgt hier voor minder ca vrijstelling
  • Moleculen die zorgen voor inhibitie PLT activatie
    PGI2, adenosine, cGMP
  • Farmacologische inwerking op plaatjesremming
    • ASA: irreversibele remmer cox 1 enzym
    • Clopidogrel: irreversibele inhibitor van P2Y12 R
    • Dypiridamol: remmer van FDE-V, meer cGMP, meer adenosine beschikbaarheid
  • Acetylsalicylzuur ("Cardio-Aspirine")
    • Inactiveert COX-1 in het bloedplaatje door het actieve centrum irreversibel te acetyleren
    • Lage doses aspirine verlaagt de mortaliteit bij acuut coronair syndroom en secundaire preventie
  • Farmacokinetische "selectiviteit" ASA
    • Lage dosis bereikt de systemische arteriën niet, geen remming COX (PGI2 vorming) in coronaire arterie, bloedplaatje circuleert en komt wel in de portale circulatie
  • Farmacodynamische "selectiviteit" ASA
    • Inhibeert COX op een irreversibele wijze, endotheelcellen vervangen geacetyleerd (inactief) COX1, bloedplaatjes bevatten geen celkern dus kunnen geen enzymen aanmaken
  • Clopidogrel
    Irreversible antagonist van ADP receptor (P2Y12), pro-drug waarvan de actieve metaboliet wordt gevormd door CYP2C19 metabolisatie
  • Bloedplaatjes: COX 1 inhibitie
    • Geen de novo eiwit synthese => 7 dagen blokkade
    • Plaatjes bevatten geen celkern, dus kunnen geen enzymen aanmaken => het duurt 7 dagen tegen dat alle plaatjes vervangen zijn
  • Clopidogrel
    Irreversible antagonist van ADP receptor (P2Y12)
  • Clopidogrel en ASA zijn additief
  • Dipyridamol
    • Is een anti-aggregantia en vasodilator
    • Inhibeert FDE-V (in bloedplaatje en EC)
    • Remt de opname van adenosine (door rode bloedcellen)
  • Dipyridamol in combinatie met ASA
    Additief effect
  • Dipyridamol
    • Bijwerking: perifere VD => hoofdpijn
  • Plaatjesremmers: indicaties
    • Acuut coronair syndroom (ACS)
    • Acuut ischemisch herseninfarct (= beroerte)
    • Na plaatsing van een stent of by-pass surgery
    • Bij risico op MI of beroerte
  • GPIIb-IIIa receptor antagonisten
    • Indicatie: PTCA procedures (hospitaal gebruik)
    • CAVE bloedingen
  • Anticoagulantia
    • Gaan inwerken op de stollingscascade
  • Vitamine K
    Noodzakelijke co-factor voor de aanmaak van stollingsfactoren : IX , VII , X , II
  • Vitamine K
    • Fytomenadion (K1) : in voeding
    • Menaquinon (K2) : door enzymen, oa in de darmflora
  • Indicaties voor vitamine K
    • Neonaat: hypoprothrombinemie (darmflora)
    • Vit K deficiëntie t.g.v. malabsorptie
    • Bij een overdosis van vitamine K-antagonisten
  • Vitamine K "antagonisten"
    Inhiberen de regeneratie van vitamine K dus eigenlijk anti-metaboliet
  • Warfarine
    • Snelle absorptie (1h), maar vertraagd effect (36h)
    • Variabele farmacokinetiek
  • Monitoring van warfarine
    1. PT = protrombinetijd --> extrinsieke pathway (+ TF)
    2. aPTT = activated partial thromboplastin time --> intrinsieke pathway (+ silica)
    3. ACT = activated clotting time --> + F-VIIa aan volbloed
  • Ongewenste effecten van warfarine
    • Bloedingen
    • Teratogeen
  • Heparine
    Sterk anti F-IIa en zwak anti F-Xa
  • Gefractioneerde heparines
    • Sterkt anti F-Xa, zwak anti F-IIa
    • Gaat hoger op de cascade inwerken
  • Ongefractioneerde heparine (UFH)
    • Parenterale toediening (SC, IV)
    • Onmiddellijk werkzaam (t1/2 ~40-90 min)
    • Klaring via 2 mechanismes: verzadigingskinetiek en T1/2 afhankelijk van de dosis
    • Monitoring via aPTT
    • Risico op heparine induced thrombocytopenie (HIT)
  • Korte keten heparine (LMWH)
    • Toediening: SC
    • Voordelen tov heparine
    * Enkel renale klaring (CAVE nierinsufficiëntie)
    * Langere T1/2 en onafhankelijk van de dosis --> minder vaak toedienen en geen monitoring
    * Lager risico op HIT
  • Anticoagulantia geneesmiddelen voor acute therapie
    • heparine (UFH), LMWH
  • Indicaties anticoagulantie acute therapie
    • Behandeling van DVT of longembolie
    • Behandeling van acuut coronair syndroom (associatie met acetylsalicylzuur)
    • Preventie van DVT of longembolie bij fysieke inactiviteit bij risicopatiënten (vliegtuig, hospitalisatie,…) of perioperatief bij majeure chirurgie
  • Anticoagulantie geneesmiddelen voor chronische therapie
    • vitamine K antagonisten
  • Indicaties anticoagulantie voor chronische therapie
    • Behandeling en preventie van DVT en longembolie
    • Preventie van trombose bij VKF
    • Preventie van trombose bij kunstkleppen (associatie met acetylsalicylzuur)
  • Bivalirudine
    Bivalente werkingsmechanisme: Trombine (F-IIa) inhibitie en Antagonisme van de trombine (PAR-1) receptor op bloedplaatjes, parenteraal (dus geen DOAC), indicatie: PTCA procedures, komt van bloedzuigers
  • Dabigatran
    Rechtstreekse trombine (F-IIa) inhibitor, dyspepsie als frequente bijwerking, renale klaring (CAVE: nierinsufficiëntie) en P-gp interacties!