Taalvariant typerend voor een bepaalde sociale groepering
Register
Taalgebruik gebonden aan de situatie
Idiolect
Taalgebruik van één individu, iemands persoonlijke en persoonlijk-getinte taalgebruik
Lingua franca
Een taal die als gemeenschappelijke'hulptaal' gebruikt wordt door sprekers van verschillendemoedertalen
Pidgin
Een doorgaans vereenvoudigdetaal die ontstaat wanneer mensen met verschillendemoedertalen elkaar proberen te begrijpen
Creolentaal
Nieuwe taal, ontstaan uit cultuurcontact tussen sprekers van twee bestaande, in de regel van elkaar in bouw sterk verschillende talen
Niet-terrotiriale minderheidstaal
Taal die verschilt van de taal van de overige bevolking, maar niet enkel in een bepaaldgebied
Fatalisme
Jezelf neerleggen bij het lot
Vierde wand
Denkbeeldige wand tussen het publiek en het podium (= afgescheiden doos; geen interactie met publiek)
Desineren
Het leger verlaten
Surinaams-Nederlands is Nederlands met een kleurtje
Taalsituatie in Suriname
1. Arawak-indianen vestigen zich in Suriname
2. Karaïben-indianen
3. Spanjaarden
4. Britten
5. Nederland (1667)
6. Slaven uit Afrika
7. Slavernij afgeschaft (1863)
8. Autonoom rijksdeel (1954)
9. Zelfstandige republiek (1975)
10. Desi Bouterse (1980)
11. Decembermoorden (1982)
12. Democratische verkiezingen (1987)
13. Politiekestabilisatie (2000)
Surinaams-Nederlands
Labiodentale 'w'
Stemloos 's' en 'f'
Instemming toch= intonatie
Dalende intonatie
Etnolect
Taalvariëteit die in oorsprong wordt ontwikkeld in een groep met een bepaalde etnische achtergrond
Etnolect
Syntactisch: zinbouw
Morfologisch: vorm van een woord
Lexicaal: betekenis
Klankverschillen
Joods Nederlands
Taalvariëteit met invloed van Jiddisch, Hebreeuws en Middelhoogduits
Marokkaans-Nederlands
Paraverbaal: stijgende intonatie, passionele taal, hoogten en laagten
Fonologisch: a, i, oe, geen uu, eu wordt i
Lexicaal: 'e' als aanspreking, weglaten van werkwoorden
Sociale gevolgen: vooroordelen, integratie
Citétaal
Typisch Limburgs fenomeen, smeltkroestaal met invloed van Italiaans, Arabisch, Grieks en Turks
Citétaal
Gebaseerd op Limburgs, lidwoord 'de', 'sj' in plaats van 's', voorzetsels weglaten, melodie/prosodie
Citétaal
Een variëteit van het Nederlands met veel invloed van het Italiaans, Arabisch, Grieks en Turks, ontstaan door taalvermenging in de Limburgse mijnen
Citétaal
Gebaseerd op het Limburgs
Gebruik van het lidwoord 'de'
Gebruik van 'sj' in plaats van 's'
Weglaten van voorzetsels
Eigen melodie en prosodie
Eigen woordenschat
Gebruik van 'wa make(n)'
Jongerentaal
Taalgebruik beïnvloed door het Engels, met overdrijving, bewust dysfemistisch, seksistisch, beïnvloed door media, plastisch en recht voor de raap, gericht op de belevingswereld van adolescenten
Turbotaal
Flitsend, modieus taalgebruik
Doel van jongerentaal
Groepsgevoel, zich afzetten van andere leeftijdsgroepen
SMS-taal
Taalgebruik ontstaan doordat sms'en betalend was en een beperkt aantal tekens mocht worden gebruikt
Emoji-taal
Beeldtaal met een beperkt vocabulaire en mogelijkheid tot basale grammatica, maar geen gesproken taal, niet overgedragen van ouder op kind, en geen volledige grammatica
Chattaal
Apart genre tussen spreken en schrijven, gekenmerkt door spontaan, expressief taalgebruik
Code-switching
Je past je taalgebruik aan aan de persoon met wie je praat, maar kan ook binnen één gesprek verschillende manieren van taalgebruik hanteren
Bill Labov en WilliamLabov zijn dezelfde persoon
Labov onderzocht in NewYork dat mensen uit de lagere sociale klasse vaker de 'g' laten vallen in woorden
Mensen uit de hogere sociale klasse maken vaker fouten door te veel op te letten op het maken van fouten (hypercorrectie)
Op Martha'sVineyard spraken mensen uit de hogere sociale klasse de 'r' uit, terwijl mensen uit de lagere sociale klasse de 'r'niet uitspraken
Volgens Bernstein begint sociale klasse al vanaf de kleuterklas, en probeert de school mensen met een beperkte code zo vlug mogelijk bij te benen tot het niveau van kinderen met een hogecode
Waarom spreekt iedereen op een andere manier?
Taal is meer dan alleen een communicatiemiddel. De manier waarop je het zegt is soms belangrijker dan de inhoud.
Intonatie (enthousiast, ironisch…)
Wat bestuderen sociolinguïsten?
Ze bestuderen de relatie tussen de spreker en de functies van zijn spreken.
Elke variëteit heeft zijn plaats en tijd
Gebruik van taal bij vrouwen
Solidariteit
Oogcontact
Discussie naar besluit
Thuis luid, in publiek stil
Liever niet ruziemaken
Gebruik van taal bij mannen
Status
Geen oogcontact
Besluit naar discussie
Thuis stil, in publiek luid
Ruziemaken voor het plezier
Backchannel-signalen
= non-verbale signalen (knikken dat je mee bent) waarmee je feedback geeft
Rapport talk
= verband/ connectie leggen met degene waarmee ze praten