moedercel naar dochtercel (diploïd en haploïd, genetisch identiek)
meiose
halveringsdeling
aanmaak van gameten in voortplantingscellen
moedercel is diploïd 2n
dochtercel is haploïd n
genetisch verschillend
1 chromosoom van elk homoloog paar
zygote
diploïd 2n
per chromosomenpaar 1 mama en 1 papa
celcyclus
voorbereiding op celdeling
celdeling
gemiddelde duur voor zoogdiercellen 12 tot 24
verschillende fasen (interfase)
G1-fase (volumetoename van cytoplasma en celstofwisseling, bepaling celdeling of G0-fase)
S-fase (synthese fase, DNA-replicatie)
G2-fase (controle DNA, reparatie DNA door eiwitten, geen reparatie mogelijk apoptase, aanmaak extra histonen en membraanmateriaal en centriolenpaar verdubbeld)
mitose functie
groei en ontwikkeling
herstel van beschadigde weefsels
in stand houden van een organisme
in stand houden van de soort (aseksuele voortplanting, bacteriën en andere eencelligen gaan klonen, planten stekken)
mitose verloop
gedubliceerde chromosomen 2n worden verdeeld over de dochtercellen
profase, metafase, anafase en telofase
profase (mitose)
chromatinevezels spiraliseren en condenseren tot delingschromosomen
kernmembraan verdwijnt
delingschromosomen vrij in het cytoplasma
centriolenparen bewegen uit elkaar naar de 2 celpolen
vorming spoelfiguur uit microtubili (trekdraden verbinden met centromeer, overige draden zijn steundraden)
metafase (mitose)
microtubili duwen chromosomen naar het evenaarsvlak
willekeurige volgorde op 1 lijn
delingschromosomen vrij in het cytoplasma
chromosomen zijn het gemakkelijkste zichtbaar onder een lichtmicroscoop
anafase (mitose)
trekdraden verkorten
delingschromosoom splitst ter hoogte van het centromeer
zusterchromatiden worden naar de tegenovergestelde pool getrokken
elke zusterchromatide is een kopie van het oorspronkelijke chromosoom (identieke erfelijke informatie, mens 46 chromosomen per pool)