Cards (11)

  • wat zijn de 4 functies van de oogleden?
    1. Bedekken van de oogbol voor bescherming (tegen vb. stof).
    2. Het bewegen van tranen naar het ‘drainage/afvoer systeem’ in de mediale canthus bij sluiting van de oogleden.
    3. Het verspreiden van de tranenfilm over de oogbol bij opening van de oogleden, dit speelt dus een rol in de zuurstofvoorziening en de regulering van het watergehalte van de cornea
    4. Bevat structuren die de tranenfilm produceren.
  • hoe kan de ooglidrand worden opgesplitst
    ooglidrand kan in 2 delen opgesplitst worden:
    • De laterale vijf-zesden of het ciliaire deel
    • De mediale één zesde of het lacrimale deel
  • wat vind je in de ooglid?
    Inwendig vindt men:
    • De huid en het onderhuidse bindweefsel
    • Het septum orbitale en de tarsale platen / bindweefsel
    • Dwarsgestreept en glad spierweefsel
    • Klieren
    • Bloedvaten
  • tarsale platen
    bestaan uit dicht bindweefsel;
    geven het ooglid stevigheid en vorm.
  • m. levator palpebrae (superioris)

    • dwarsgestreepte spier
    • bezenuwt door: nervus oculomotrius
    • functie: bovenste oogspier willekeurig opheffen
  • glad spierweefsel in de oogleden?
    • musculus tarsalis superior -> spier van muller
    functie: helpt de m. levator palpebrae in het opheffen van het bovenste ooglid.
    • musculus tarsalis inferior
    functie: Ze trekt het onderste ooglid omlaag
  • klieren in het ooglid
    • De klieren van Meyboom/tarsale klieren
    • De smeerklieren van Möll en Zeis
    • De klieren van Krausse en Wolfring of de hulptraanklieren
    • Zweetklieren
  • klieren van Meyboom
    • Ze secreteren een olieachtige vloeistof, die de tranenfilm ter plaatse houdt
    • helpt bij het luchtdicht afsluiten van de oogleden
    • de secretie gaat de buitenste laag van de tranenfilm vormen, die de verdamping van het traanvocht vertraagt.
  • sebumkliertjes van Zeis
    die in elk haarfollikel uitmonden, hierdoor wordt een sebumlaagje over de wimper gelegd zodat deze niet te broos wordt
  • klieren van Moll
    gewijzigde zweetkliertjes, in de follikels uitmonden, maar dan op de ooglidrand.
  • De klieren van Krausse en Wolfring of de hulptraanklieren
    waterlaag van de tranenfilm