Anw

Cards (12)

  • Realisme
    De wereld bestaat onafhankelijk van onze waarnemingen en ideeën. Dingen bestaan zonder dat je ze per se hoeft te waarnemen.
  • Rationalisme
    Kennis komt voornamelijk uit reden en logisch denken en niet zozeer uit zintuigelijke waarnemingen.
  • Empirisme
    Kennis komt uit zintuigelijke ervaringen. Je kan alleen leren door waarnemingen en ervaringen.
  • Scepticisme
    Een benadering die twijfelt aan zekerheid. Ze vragen zich af of we met zekerheid iets kunnen weten.
  • Fenomenalisme
    We hebben alleen toegang tot fenomenen en niet tot dingen op zich. De wereld bestaat zoals wij die kennen alleen in termen van onze ervaringen.
  • Mechanisme
    Alle natuurlijke processen kunnen worden verklaard met fysische oorzaken en wetten. Vaak door analogie en machines.
  • Formalisme
    Het houdt zich vooral bezig met de vorm van argumenten eerder dan de inhoud. Ze leggen de nadruk op formele systemen, zoals logica en wiskunde.
  • Logicisme
    De opvatting dat wiskunde kan worden gereduceerd tot logica. Alle wiskundige waarheden zijn logische waarheden.
  • Naturalisme
    Wetenschap is het beste middel om werkelijkheid te begrijpen. Alles kan worden verklaard door natuurlijke processen en wetten zonder beroep te doen op bovennatuurlijke of metafysische verklaringen.
  • Deductie
    Een manier van redeneren waarbij je vanuit algemene principes of wetten specifieke conclusies trekt. Als de premissen waar zijn, dan moet de conclusie ook waar zijn.
  • Deductie
    • Algemene regel: alle mensen zijn sterfelijk. Specifiek geval: Socrates is een mens. Conclusie: dus Socrates is sterfelijk.
  • Inductie
    Een manier van redeneren waarbij je op basis van specifieke waarnemingen algemene conclusies trekt. Het leidt tot waarschijnlijkheden en generalisaties. Maar de conclusie is niet zeker, zelfs al zijn alle premissen waar.