Nederlands lezen

Cards (14)

  • Wat is het doel van de inleiding en de manieren?
    Doel: de lezer nieuwschierig maken naar de tekst
    manieren: onderwerp aankondigen, vragen stellen, aanleiding voor het schrijven van de tekst vertellen.
  • Waaruit bestaat de kern/middenstuk van de tekst.
    Het bestaat uit alinea’s die ieder bestaan uit deelonderwerpen. Deze vormen samen het onderwerp van de tekst. De kernzin is de belangrijkste zin van een alinea. Meestal is dit de 1e of soms de 2e of laatste
  • Wat is het doel van het slot, geef ook de manieren?
    doel: tekst afsluiten
    manieren: een korte samenvatting geven, een conclusie van de tekst geven, een advies geven.
  • Welke tekstsoort hoort bij het doel informeren?

    Informerende tekst, je komt iets nieuws te weten. Je krijgt alleen info, geen uitleg. Denk aan nieuwsberichten of een zakelijke brief.
  • Welke tekstsoort hoort bij het doel uitleg geven?
    Uiteenzettende tekst, je krijgt uitleg over hoe iets in elkaar zit, werkt of gebruikt moet worden. Denk aan een tekst in een schoolboek of een handleiding.
  • Welke tekstsoort hoort bij het doel mening laten vormen, na laten denken?
    Beschouwende tekst, je ziet verschillende kanten van het onderwerp zodat je erover kunt nadeken/mening kunt laten vormen. Denk aan een weblog of een brief.
  • Welke tekstsoort hoort bij het doel overtuigen?
    Betogende tekst, je wordt er met argumenten van overtuigd dat iemands mening de juiste is. Denk aan een weblog of een brief.
  • Welke tekstsoort hoort bij het doel overhalen?
    Activerende tekst, je wordt met activerende woorden aangespoord iets te kopen/ te doen. Denk aan reclames of folders.
  • Welke tekstsoort hoort bij het doel amuseren?
    Amuserende tekst, je wordt vermaakt. Denk aan gedichten/verhalen.
  • Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
    De samenvatting van het onderwerp + de hoofdzaken, geformuleerd in een zin.
  • Welke leesstrategieën zijn er?
    Oriënterend lezen
    Globaal lezen
    Intensief lezen
    Zoekend lezen
    Kritisch lezen
    Studerend lezen
  • Welke verbanden zijn er?
    Uitspraak-opsomming
    Uitspraak-tegenstelling
    Uitspraak-voorbeeld
    Middel-doel
    Oorzaak-gevolg
    Uitspraak-vergelijking
    Uitspraak-reden
    Uitspraak-conclusie
    Uitspraak-samenvatting
    Uitspraak-voorwaarde
  • Wat zijn de functies van tekstgedeelten?
    Bewijs
    constatering
    gevolgen
    nuancering
    ontkenning
    oorzaak
    opsomming
    theorie
    toelichting
  • Welke tekststructuren zijn er?
    Voordelen-en-nadelenstructuur
    Verschijnsel-en-verklaringsstructuur
    Verschijnsel-en-besprekingsstructuur