Er kan afstoting plaatsvinden bij een transplantatie. MHC/weefsel antigeen (=HLA/transplantatie antigeen bij mensen) is hierbij de belangrijkste. Er zijn ook minor weefselantigenen: HY en bloedgroepen
Een afstotingsreactie kan geprimed worden waardoor bij herhaald contact een snellere en heftigere respons ontstaat
Bestrijding van een stukje graft kan op twee manieren: Direct: donercel APC heeft direct contact met T-cel, Indirect: lichaamseigen APC presenteert stukjes van de donorcel
Voor de diergeneeskunde zijn de bloedtransfusies relevant. Een RBC heeft minor antigenen. Bij een dekking van poes belangrijk om bloedgroep te weten
Tumoren zien we vaker bij oudere mensen. Verminderd immuunsysteem door immuunsuppressie en veroudering draagt bij, maar oorzaak komt vooral door mutaties in het DNA. We zien dus tolerantie en verminderde immuunreactiviteit
Tumortherapie
Chirurgie: tumor load verlagen
Cytostatica: sneldelende cellen doden
Bestraling: sneldelende cellen doden
Immunotherapie met BCG (tuburculose vaccin die erge pro-inflammatoire omgeving creeërt), IL2, TIL cellen, vaccinatie/modulatie, checkpoint inhibitors (een van de nieuwste therapieën: bv PD-L1)
Daarnaast kun je ook nog hebben dat het transplantaat reageert op de ontvanger= graft versus host. De ontvanger is immunnodeficiënt. Vaak bij beenmergtransplantatie (omdat hier nog immuuncellen aanwezig zijn), maar ook bij bloedtransfusies. De klinische verschijnselen zijn dermatitis, hepatitis (met icterus) en diarree door darmepitheelontsteking. Vooral sneldelende cellen hebben er last van
Tumorcellen kunnen het immuunsysteem manipuleren:
Lage immunogeniciteit; geen MHC en co-stimulatoire moleculen--> geen activatie T-cellen
Tumor cel wordt behandelt als eigen cel
Antigene modulatie
Tumor-geïnduceerde immuunsuppressie (bv, PD-L1 die co-stimulatie voorkomt. Als PD-L1 kan binden word T-cel geïnactiveerd)
Tumor-geïnduceerde afgelegen plek
Tumorenimmunologie
Bij een tumorreactie is er een zwakke immuunrespons tegen iets dat eigenlijk wel herkent zou moeten worden. Bij een tumorrespons wil je eigenlijk de volgende cellen en immunlogische reacties zien: T-cel reactiviteit, NK activiteit (als MHC1 afwezig is), antibody-dependent cellmediated cytotoxicity (ADCC), macrofagen, AL
Tumorcellen kunnen het immuunsysteem manipuleren: Lage immunogeniciteit, geen activatie T-cellen, tumor cel wordt behandelt als eigen cel, antigene modulatie, tumor-geïnduceerde immuunsuppressie, tumor-geïnduceerde afgelegen plek