Save
AMF
fysiologie v/d zwangerschap
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Yuna Delouvroy
Visit profile
Cards (23)
Implantatie
1.
Bevruchting
2.
Morula
(3 dagen na de bevruchting)
3.
Blastula
(4-5 dagen na de bevruchting)
4.
Gastrulatie
(vanaf dag 7-8)
5.
Neurulatie
(vanaf dag 16-17)
View source
Chorda
(stuinbuis)
Endocrien zeer
actieve component
Geeft groeifactoren af
Zorgt ervoor dat de
bovenliggende cellen het snelst groeien
en gaan ze daardoor een
neurale
groeve en buis vormen en is er ontwikkeling van het
centrale
zenuwstelsel
View source
De
mitochondriale
functie op dat moment is zeer
groot
View source
Blastula
Mooie bol die in het begin redelijk
leeg
is en daarna wordt opgevuld door
blastula vocht
View source
Cellen in blastula
Niet allemaal even
groot
Animale pool =
kleinere
cellen, beginnen sneller te delen dan de
grotere
Vegetative pool =
grotere
cellen
View source
Invaginatie trofobastcellen
1.
Trofobastcellen
beginnen te invagineren in het endometrium
2. Is energetisch
gunstiger dan
erdoor
stoten
View source
Trofoblast
Buitenste cellen
van de
blastula
die
invagineren
in het
endometrium
View source
Trofoblast
Ontwikkelt twee cellagen:
syncytiotrofoblast
(buitenste laag) en
cytotrofoblast
(binnenste laag)
View source
Syncytiotrofoblast
Gaat bloedvaten aantrekken
en is in een latere fase heel belangrijk in de ontwikkeling van de
placenta
en de navelstreng
View source
Navelstreng
Bevat arteriële en veneuze
bloedvaten
, lymfevaten en
mucoïd
bindweefsel
View source
Maternale zijde placenta
Bloedvaten indringen om
embryo
voldoende
zuurstof
en voeding te geven (cotyledonen)
View source
Foetale zijde
placenta
Amnion
en
chorion
View source
Chorion
Produceert
hormonen
zoals humaan chorion
gonadotrofine
(hCG)
Belangrijkste functie: onderhouden
corpus luteum
zodat voldoende
progesteron
wordt geproduceerd
View source
Chorion
Dichtst
bij de
decidua
Verloopt gelijk met het
oppervlak
van de
placenta
Bestaat uit
4
lagen
Produceert enzymen,
progesteron-bindend proteine
, prostaglandine, oxytocine,
platelet-activating
factor
View source
Amnion
Produceert
amnionvocht
Volgt het
chorion
en
oppervlak
van placenta tot de navelstreng
Bestaat uit
5
lagen
Produceert
prostaglandines
View source
Functie placenta
Endocriene
functie: productie van (glyco)proteïnen en steroïden
Metabole
functie: ademhaling, voeding, excretie, barrière (eerste immuunfunctie)
View source
Navelstreng
Meestal vastgehecht aan het
centrum
van het
foetaal oppervlak
Bevat
2 arteriën
en 1 vene en lymfevaten (omringt door
mucoïd bindweefsel
)
View source
Dooierzak
Na
9
weken zeer sterk verkleind omdat die dan geen
functie
meer heeft
Heeft vooral te maken rond
voeding
en
voedingscomponenten
Wordt opgenomen in
darm
en
navelstreng
View source
Allantois
Extra-embryonaal
deel
degenereert
Intra-embryonaal
deel
vormt urachus
View source
Amnionvocht
99
% water
1
% opgeloste stof met o.a.
voedselsubstanties
en afvalstoffen
Functie: symmetrische groei en ontwikkeling embryo, vrije beweging,
vermijden
aanhechting aan amnion, bescherming tegen schokken,
thermoregulatie
embryo
View source
hCG
Humaan chorion
gonadotrofine, geproduceerd door
chorion
Stuurt sterk
het
corpus luteum
aan
Detectie
van
zwangerschap
mogelijk
View source
hPL
Humaan placentaal
lactogen
, geproduceerd door
syncytiotrofoblast
View source
Steroïden
Placenta produceert veel
oestrogenen
(estradiol, estron, estriol) en
progesteron
Oestrogenen
stimuleren groei, hypertrofie en hyperplasie uterien weefsel, ontwikkeling borst
Progesteron heeft onderdrukkende rol op
glad spierweefsel
, invloed op
bloedvaten
en bloeddruk
View source